Portfoliomethodiek in het volwassenenonderwijs: Effectieve toetsing van taal-, reken- en digitale vaardigheden
Geplaatst op 13 juli 2024
De portfoliomethodiek biedt een krachtig kader voor het evalueren van leertrajecten gericht op het aanleren van taal-, reken- en digitale vaardigheden bij volwassenen. Deze benadering combineert formatieve en summatieve evaluatie, waarbij de focus ligt op zowel de ontwikkeling van vaardigheden als het beoordelen van prestaties.
Inleiding tot de portfoliomethodiek
Een portfolio is een georganiseerde verzameling documenten en bewijsstukken die de ontwikkeling en verworven competenties van een individu illustreren. Het dient als een formatieve tool om continu de voortgang te monitoren en als een summatieve tool voor het beoordelen van eindprestaties. Het gebruik ervan vereist een goed gestructureerde aanpak, waarbij zowel de kwaliteit van feedback van begeleiders als het zelfassessment van de deelnemer van cruciaal belang zijn.
Formatieve versus summatieve toetsing
Formatieve toetsing biedt informatie over de mate waarin leerstof wordt beheerst, wat docenten in staat stelt om het onderwijs aan te passen en de leerervaring te optimaliseren. Summatieve toetsing richt zich daarentegen op de uiteindelijke beoordeling van leerprestaties en is vaak beslissend voor de voortgang van de deelnemer binnen het leertraject (Schildkamp et al., 2014).
Kwaliteit van feedback en zelfassessment
Een effectieve portfoliomethodiek vereist hoogwaardige feedback van docenten of mentoren. Onderzoek benadrukt het belang van kwalitatieve feedback in combinatie met sociale interactie tussen deelnemers en begeleiders, wat bijdraagt aan een betere motivatie en zelfverzekerdheid bij de deelnemers (Furnborough & Truman, 2009). Daarnaast speelt zelfassessment een essentiële rol, waarbij deelnemers actief betrokken worden bij het evalueren van hun eigen leerproces en competentieontwikkeling (Bok et al., 2013).
Toetsvormen en methodes in de praktijk
In het volwassenenonderwijs kunnen diverse toetsvormen worden toegepast, zoals die ook gebruikt worden in het MBO. Voorbeelden hiervan zijn meerkeuzevragen, matrixvragen en casusvragen, afhankelijk van de specifieke vaardigheden die worden getoetst (Sanders, 2016). Deze toetsvormen zijn ontworpen om zowel formatieve als summatieve beoordelingen mogelijk te maken en zijn aangepast aan de behoeften van volwassen leerlingen.
Cesuur: de grens tussen voldoende en onvoldoende
Het vaststellen van een juiste cesuur is cruciaal voor een eerlijke beoordeling. De cesuur geeft aan welke score nodig is om te slagen voor een toets. Er bestaan verschillende methoden om een cesuur te bepalen, zoals de kennispercentage-methode of de Angoff-methode, waarbij experts betrokken worden bij het vaststellen van de minimale prestatienormen (Molkenboer, 2019; Norcini & Guille, 2002).
Praktijkvoorbeelden en normering
In de praktijk worden cesuurnormen vaak aangepast aan de specifieke context en vaardigheden die worden getoetst. Bijvoorbeeld, voor taal- en rekenvaardigheden onderzocht door De Greef et al. (2015), varieerden cesuurniveaus afhankelijk van de specifieke deelvaardigheden en werden vastgesteld op basis van uitgebreide psychometrische gegevens en standaardinstellingen (Lam & De Greef, 2017; Van Groenestijn & De Greef, 2017).
Conclusie
De portfoliomethodiek biedt een flexibele en veelzijdige aanpak voor het evalueren van taal-, reken- en digitale vaardigheden bij volwassenen, zowel in formatieve als summatieve contexten. Het succes ervan hangt af van de nauwkeurigheid van de toetsconstructie, de kwaliteit van feedback, en een weloverwogen cesuur die gebaseerd is op objectieve criteria en expertise. Door deze elementen zorgvuldig te integreren, kan de portfoliomethodiek effectief bijdragen aan het succesvol verwerven en beoordelen van essentiële vaardigheden in het volwassenenonderwijs.
Geraadpleegde bronnen
- Bok, H.G.J., Teunissen, P.W., Favier, R.P., Rietbroek, N.J., Theyse, L.F.H., Brommer, H., Haarhuis, J.C.M., Van Breukelen, P., Van der Vleuten, C.P.M. & Jaarsma, D.A.D.C. (2013). Programmatic assessment of competency-based workplace learning: when theory meets practice. BMC Medical Education, 13 (123).
- Bok, H.G.J., De Jong, L.H., O’Neill, T., Maxey, C. & Hecker, K.G. (2018). Validity evidence for programmatic assessment in competency-based education. Perspectives on Medical Education, 7 (6), p. 362 – 372.
- Bosma, J., Laszakovits, D. & Hattery, R.R. (2007). Self-Assessment for Maintenance of Certification. Journal of the American College of Radiology, 4, p. 45 – 52.
- De Greef, M., Segers, M., Nijhuis, J., Lam, J-F., Van Groenestijn, M., Van Hoek, F., Van Deursen, A.J.A.M., Bohnenn, E. & Tubbing, M. (2015). The development and validation of testing materials for literacy, numeracy and digital skills in a Dutch context. International review of Education, 61 (5), p. 655 - 671.
- Furnborough, C. & Truman, M. (2009). Adult beginner distance language learner perceptions and use of assignment feedback. Distance Education, 30 (3), p. 399 – 418.
- Jones, E. (2010). A Professional Practice Portfolio for Quality Learning. Higher Education Quarterly, 64 (3), p. 292 – 312.
- Lam, J.F. & De Greef, M. (2017). Verantwoording digitale voortgangstoets Lezen. ’s-Hertogenbosch: CINOP Advies.
- Lam, J.F. & De Greef, M. (2018). Verantwoording digitale voortgangstoets Schrijven. ’s-Hertogenbosch: CINOP Advies.
- Molkenboer, H. (2019). Cesuur en cesuur bepalen. Enschede: Bureau voor Toetsen & Beoordelen.
- Norcini, J. & Guille, R. (2002). Combining tests and setting standards. In Norman, G.R., Van der Vleuten, C.P.M. & Newble, D.I. International handbook of research in medical education (pp. 811-834). Springer, Dordrecht, p. 811 – 834.
- Sanders, P. (2016). Toetsen op School Middelbaar beroepsonderwijs. Arnhem: Cito.
- Schildkamp, K., Heitink, M., Van der Kleij, F., Hoogland, I., Dijkstra, A., Kippers, W. & Veldkamp, B. (2014). Voorwaarden voor effectieve formatieve toetsing: Een praktische review. Enschede: Universiteit Twente.
- Van Groenestijn, M. & De Greef, M. (2017). Validatie- en verantwoordingsrapportage digitale Voortgangstoetsen Rekenen voor het programma ‘Taal voor het Leven’. Woerdem: ALL educatief.