Het effect van onwaarheden op de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen van 4 tot 12 Jaar
Geplaatst op 11 juli 2024
Inleiding
Liegen tegen kinderen is een wijdverbreid fenomeen onder ouders, vaak bedoeld om gedrag te beïnvloeden of emoties te beschermen. Hoewel sommige ouders dit als onschuldig beschouwen, kan het liegen tegen kinderen aanzienlijke gevolgen hebben voor hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Dit artikel onderzoekt de verschillende soorten leugens die ouders aan kinderen vertellen en de impact daarvan op hun ontwikkeling.
Soorten Onwaarheden
Ouders vertellen kinderen onwaarheden om diverse redenen, die in drie hoofdcategorieën kunnen worden verdeeld:
- Instrumentele Onwaarheden: Deze leugens zijn bedoeld om het gedrag van kinderen te sturen. Voorbeelden zijn dreigementen zoals "Als je niet met me meegaat, laat ik je hier achter" of "Als je je bord leeg eet, word je groot en sterk."
- Pro-Sociale Onwaarheden: Deze leugens zijn bedoeld om de gevoelens van kinderen te sparen of te verbeteren, zoals "Je hebt prachtig piano gespeeld" terwijl dit niet zo was.
- Onwaarheden over Fantasiefiguren: Verhalen over de kerstman, sinterklaas of de tandenfee vallen hieronder. Deze leugens worden vaak verteld om de magie van de kinderjaren te behouden.
Impact op Kinderen
Kinderen leren al op jonge leeftijd onderscheid te maken tussen verschillende soorten leugens. Ze accepteren pro-sociale leugens eerder dan leugens bedoeld om fouten te verbergen. Dit inzicht beïnvloedt hoe ze zelf met de waarheid omgaan en hoe ze reageren op de onwaarheden die volwassenen hen vertellen.
Kinderen zijn geneigd om verhalen van volwassenen te geloven, vooral als deze consistent zijn. Echter, wanneer kinderen tegenstrijdige informatie krijgen, worden ze kritischer en selectiever in wat ze geloven.
Onderzoek naar Fantasiefiguren
Onderzoek uit Amerika en Canada toont aan dat het geloof in de kerstman meestal eindigt rond de leeftijd van 6 tot 8 jaar, wanneer kinderen een beter begrip ontwikkelen van wat wel en niet echt is. Dit cognitieve vermogen helpt hen te onderscheiden tussen feit en fictie, onafhankelijk van wat hen verteld wordt.
Meer dan de helft van de kinderen ontdekt zelf dat fantasiefiguren niet bestaan, een derde hoort het van hun ouders, en de rest komt er door een combinatie van beide achter. Hoe ze erachter komen, heeft weinig invloed op hun gevoelens hierover; kinderen ervaren doorgaans weinig negatieve emoties bij het verlies van deze overtuigingen. Ouders daarentegen vinden het vaak moeilijker om te accepteren dat hun kinderen deze fantasieën ontgroeien.
Gevolgen van Liegen
Liegen tegen kinderen kan ertoe leiden dat zij zelf vaker liegen. Studies tonen aan dat kinderen tussen 5 en 7 jaar die worden voorgelogen, zelf eerder geneigd zijn te liegen, vooral tegen onbekende volwassenen die hen eerder hebben voorgelogen. Naast leeftijd, beïnvloeden ook het vermogen om zich in anderen te verplaatsen (theory of mind) en cognitieve controle (executieve functies) de neiging tot liegen.
Kinderen die eerlijkheid als een belangrijke waarde zien, zullen minder snel liegen. Leugens kunnen echter op latere leeftijd leiden tot probleemgedrag, zoals asociaal gedrag, diefstal, criminaliteit, vechten en depressiviteit.
Instrumentele Onwaarheden
Instrumentele onwaarheden worden vaak gebruikt om het gedrag van kinderen te sturen in situaties zoals het verlaten van een plek, eetgewoonten, geld uitgeven of het voorkomen van ongewenst gedrag. Deze leugens kunnen, ondanks hun praktische toepassingen, bijdragen aan een cultuur van wantrouwen en liegen.
Pro-Sociale Onwaarheden
Leugens om de ander zich beter te laten voelen, ook wel pro-sociaal liegen genoemd, worden vaak uit compassie verteld. Ze zijn bedoeld om negatieve gevoelens te voorkomen en het zelfbeeld van het kind te beschermen. Hoewel deze leugens op korte termijn nuttig kunnen lijken, kunnen ze op lange termijn verwarring en een gebrek aan vertrouwen in communicatie veroorzaken.
Praktische Adviezen voor Ouders
Ouders vinden het vaak moeilijk om te weten wanneer en hoe ze hun kinderen de waarheid moeten vertellen over fantasiefiguren. Onderzoek suggereert dat kinderen tussen 2 en 4 jaar vooral feitelijke vragen stellen, terwijl oudere kinderen meer kritische vragen stellen. Ouders moeten open en eerlijk zijn, en kinderen aanmoedigen hun eigen antwoorden te vinden door hun verbeeldingskracht te gebruiken. Een open communicatie en een sterke ouder-kindrelatie helpen hierbij.
Conclusie
Het vertellen van onwaarheden aan kinderen kan aanzienlijke invloed hebben op hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Terwijl pro-sociale leugens soms goedbedoeld zijn, kunnen ze bijdragen aan een cultuur van wantrouwen. Kinderen die regelmatig worden voorgelogen, ontwikkelen eerder de neiging om zelf te liegen, wat kan leiden tot gedragsproblemen op latere leeftijd. Het is belangrijk dat ouders zorgvuldig nadenken over de soorten leugens die ze vertellen en streven naar eerlijkheid en openheid in hun communicatie met hun kinderen.
In het licht van deze bevindingen, is het cruciaal voor ouders en opvoeders om bewust om te gaan met het vertellen van onwaarheden en te streven naar een opvoeding die eerlijkheid en vertrouwen bevordert. Door kinderen te leren omgaan met de realiteit op een eerlijke en ondersteunende manier, kunnen we bijdragen aan hun gezonde sociaal-emotionele ontwikkeling.
Geraadpleegde bronnen
- Allan, G. M., Korownyk, C., Kolber, M. R., Garrison, S., McCormack, J., Nickel, S., & Lindblad, A. (2017). What’s in your stocking?: Evidence around Santa Claus. Canadian Family Physician, 63(12), 942-942. Verkrijgbaar via: http://www.cfp.ca/content/63/12/942
- Anderson, C. J., & Prentice, N. M. (1994). Encounter with reality: children's reactions on discovering the Santa Claus myth. Child psychiatry and human development, 25(2), 67-84. Tegen betaling verkrijgbaar via: https://link.springer.com/article/10.1007/BF02253287
-
Cyr, C. (2002). Do reindeer and children know something that we don’t?
Pediatricinpatients’ belief in Santa Claus. Canadian Medical Association Journal, 167(12), 1325-1327. Verkrijgbaar via: http://www.cmaj.ca/content/167/12/1325.short - Hays, C., & Carver, L. J. (2014). Follow the liar: the effects of adult lies on children's honesty. Developmental Science, 17(6), 977-983. https://quote.ucsd.edu/dnlab/files/2015/02/Hays_et_al-2014- Developmental_Science.pdf
- Hendricks, N. L., Jee, E. H., & Robbins, T. E. (2014). Talking with children about potentially sensitive topics: Birth, sex, death, and Santa. Verkrijgbaar via: https://digitalcommons.calpoly.edu/psycdsp/46/
- Heyman, G. D., Hsu, A. S., Fu, G., & Lee, K. (2013). Instrumental lying by parents in the US and China. International Journal of Psychology, 48(6), 1176- 1184.https://www.researchgate.net/publication/233749266_Instrumental_lying_by_p arents_in_the_US_and_China
- Heyman, G. D., Luu, D. H., & Lee, K. (2009). Parenting by lying. Journal of Moral Education, 38(3), 353-369. https://www.researchgate.net/publication/47370951_Parenting_by_lying
- Lupoli, M. J., Jampol, L., & Oveis, C. (2017). Lying because we care: Compassion increases prosocial lying. Journal of Experimental Psychology: General, 146(7), 1026.https://cloudfront.escholarship.org/dist/prd/content/qt9102p76d/qt9102p76d.pdf
- Prentice, N. M., Manosevitz, M., & Hubbs, L. (1978). Imaginary figures of early childhood: santa claus, easter bunny, and the tooth fairy. American Journal of Orthopsychiatry, 48(4), 618. Tegen betaling verkrijgbaar via: http://psycnet.apa.org/record/2013-42173-004
- Santos, R. M., Zanette, S., Kwok, S. M., Heyman, G. D., & Lee, K. (2017). Exposure to Parenting by Lying in Childhood: Associations with Negative Outcomes in Adulthood. Frontiers in psychology, 8, 1240. https://www.researchgate.net/publication/318881541_Exposure_to_Parenting_b y_Lying_in_Childhood_Associations_with_Negative_Outcomes_in_Adulthood
- Shtulman, A., & Yoo, R. I. (2015). Children's understanding of physical possibility constrains their belief in Santa Claus. Cognitive Development, 34, 51-62. Tegen betaling verkrijgbaar via: https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0885201414000720