Kennisplatform
Nieuw: Let op! Wij-leren.nl lanceert nieuwe website

Welke talige factoren dragen bij aan de integratie van taalonderwijs in andere vakken in het basisonderwijs?

Geplaatst op 19 juli 2024

Inleiding

De integratie van taalonderwijs in andere vakken binnen het basisonderwijs speelt een cruciale rol in het versterken van zowel taalvaardigheden als vakinhoudelijke kennis. Hierbij ligt de nadruk vooral op het verbeteren van lees- en schrijfvaardigheden door middel van specifieke talige factoren zoals tekstsoorten, tekststructuren, tekstverbanden, achtergrondkennis en woordenschat. Deze factoren dragen bij aan een beter tekstbegrip, wat essentieel is voor het opbouwen van kennis in verschillende vakken. In dit artikel bespreken we hoe deze talige factoren bijdragen aan de integratie van taalonderwijs in het basisonderwijs.

Tekstsoorten

Het type tekst heeft een significante invloed op het tekstbegrip van leerlingen. Verhalende teksten helpen jonge lezers (zoals in groep 4) om meer verbanden te leggen binnen en buiten de tekst. Informatieve teksten daarentegen, kunnen leiden tot onjuiste verbanden en irrelevant commentaar, vooral bij zwakke lezers. Onderwijs in verschillende tekstsoorten kan leerlingen helpen om beter om te gaan met de specifieke uitdagingen van iedere tekstsoort, wat hun algemene leesvaardigheid ten goede komt.

Tekststructuren en -verbanden

Inzicht in tekststructuren vergroot het tekstbegrip van leerlingen. Door leerlingen te onderwijzen over veelvoorkomende macrostructuren van teksten en de bijbehorende signaalwoorden, kunnen ze beter navigeren door informatieve teksten. Uit onderzoek blijkt dat kennis van tekststructuren en het aanleren van inferentiële verbanden, waarbij ontbrekende informatie wordt aangevuld door achtergrondkennis en vergelijkingen met andere teksten, zowel zwakke als goede lezers helpt om teksten beter te begrijpen.

Lezen en schrijven

Het combineren van lezen en schrijven binnen vakken zoals aardrijkskunde of geschiedenis bevordert zowel de leesvaardigheid als de schrijfvaardigheid van leerlingen. Voor het schrijven van een werkstuk moeten leerlingen informatie zoeken en selecteren, wat hun leesvaardigheid verbetert. Daarnaast verhoogt schrijven over gelezen teksten het tekstbegrip, en draagt schrijfinstructie bij aan technisch lezen en vloeiendheid. Deze gecombineerde aanpak benut dezelfde cognitieve systemen en versterkt daardoor de algehele taalontwikkeling.

Woordenschat

Een uitgebreide woordenschat is een belangrijke voorspeller van succes in begrijpend lezen. Hoe groter de woordenschat van een leerling, hoe beter hij of zij in staat is om teksten te begrijpen. De groei van woordenschat is het sterkst rond de leeftijd van 8-9 jaar, maar blijft zich ook daarna ontwikkelen. Daarom is het belangrijk om tijdens de midden- en bovenbouw van de basisschool te investeren in begrijpend lezen en strategieën voor het afleiden van woordbetekenissen.

Achtergrondkennis

Achtergrondkennis is essentieel voor tekstbegrip. Wanneer leerlingen kennis hebben van een bepaald onderwerp, kunnen ze nieuwe informatie beter plaatsen en begrijpen. Onderzoek heeft aangetoond dat het lezen van samenhangende teksten over een specifiek thema de conceptuele kennis en het begrip van kernwoorden vergroot. Het activeren van voorkennis door middel van doe-activiteiten of andere vormen van introductie verbetert ook het tekstbegrip aanzienlijk.

Medium

Het medium waarop teksten worden gelezen, heeft invloed op het tekstbegrip. Uit onderzoek blijkt dat leerlingen informatieve teksten beter begrijpen wanneer ze deze op papier lezen in plaats van op een computerscherm. Dit effect is vooral merkbaar bij het lezen van langere teksten onder tijdsdruk.

Leesstrategieën

Het aanleren en flexibel gebruiken van leesstrategieën helpt leerlingen om tekstuele informatie beter te begrijpen en te verwerken. Effectieve leesstrategieën omvatten voorspellen, voorkennis activeren, hoofd- en bijzaken onderscheiden, tekstbegrip controleren, vragen stellen tijdens het lezen en samenvatten. Het succes van deze strategieën is groter wanneer leerlingen een beperkt aantal strategieën gebruiken en de mogelijkheid hebben om met elkaar te overleggen en te discussiëren.

Conclusie

De integratie van taalonderwijs in andere vakken binnen het basisonderwijs wordt ondersteund door verschillende talige factoren zoals tekstsoorten, tekststructuren, tekstverbanden, achtergrondkennis, woordenschat, medium en leesstrategieën. Deze factoren dragen bij aan een beter tekstbegrip, wat op zijn beurt de toegang tot en opbouw van kennis in andere vakken vergroot. Bovendien leidt de ontwikkeling in een bepaald taaldomein, zoals lezen, vaak tot verbeteringen in andere taaldomeinen zoals schrijven, luisteren en spreken. Door deze integratie kunnen leerlingen niet alleen hun taalvaardigheden versterken, maar ook hun algehele academische prestaties verbeteren.

Geraadpleegde bronnen


 [BS[1]In totaal? Per jaar?

 [BS[2]Wat betekent dat?

 

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.