Het sociogram: sleutel tot inzicht in groepsdynamiek
Marleen Legemaat
Redactielid bij Kennisplatform Wij-leren.nl
Geraadpleegd op 07-12-2024,
van https://wij-leren.nl/sociogram-groepsprocessen-overzichtsartikel.php
Groepsprocessen spelen een belangrijke rol in het onderwijs. In een klas is er altijd sprake van interactie tussen leerlingen, en deze dynamiek kan grote invloed hebben op hun leerprestaties en welzijn. Als leerkracht is het belangrijk om te begrijpen hoe de groep functioneert, omdat dit helpt om een positieve sfeer te creëren waarin iedereen zich veilig en gewaardeerd voelt.
Een sociogram kan helpen om groepsprocessen in de klas beter te begrijpen. Het is een visuele weergave van de onderlinge relaties tussen leerlingen. Door middel van een sociogram kan de leerkracht snel zien wie populair is in de groep, wie buitengesloten wordt, en welke leerlingen vaak samenwerken. Dit biedt waardevolle inzichten om de dynamiek in de klas te verbeteren. Op basis van deze informatie kan de leerkracht gericht interventies inzetten, zoals het stimuleren van samenwerking tussen verschillende leerlingen. Zo draagt het sociogram bij aan een positieve groepssfeer en voorkomt het uitsluiting en conflicten.
In dit artikel gaan we in op
- wat is het sociogram?
- hoe maak je een sociogram;
- groepsprocessen en hun dynamiek;
- praktijkvoorbeelden;
- de kracht en beperkingen van het sociogram;
- conclusies
1. Wat is een sociogram?
Een sociogram is een grafische weergave van de relaties tussen personen in een groep, zoals een klas. Het laat zien wie met wie contact heeft of graag samenwerkt. Leerlingen geven bijvoorbeeld aan met wie ze graag een opdracht willen doen. Deze informatie wordt verwerkt in een tekening met lijnen en cirkels, waarbij de lijnen de relaties aangeven. De leerkracht kan hierdoor snel zien wie populair is en wie mogelijk buitengesloten wordt. Sociogrammen helpen om inzicht te krijgen in de groepsdynamiek, zodat de leerkracht acties kan ondernemen om de samenwerking en sfeer in de groep te verbeteren.
Ontstaan van het sociogram
Het sociogram werd ontwikkeld door de psycholoog Jacob L. Moreno in de jaren 1930. Moreno was een pionier op het gebied van groepsdynamica en sociale interacties. Hij wilde beter begrijpen hoe mensen in groepen met elkaar omgaan en hoe relaties binnen die groepen gevormd worden. Door middel van het sociogram kon hij deze relaties visueel in kaart brengen. Dit maakte het mogelijk om patronen in sociale netwerken te ontdekken, zoals wie het meest centraal staat in een groep en wie mogelijk geïsoleerd is.
Jacob L. Moreno werd geboren op 18 mei 1889 in Boekarest, Roemenië. Hij groeide op in Wenen, Oostenrijk, waar hij zijn opleiding en vroege carrière als psychiater begon. In de jaren 1920 emigreerde hij naar de Verenigde Staten, waar hij zijn werk op het gebied van groepsdynamica en sociometrie verder ontwikkelde. In Amerika kreeg hij bekendheid door zijn innovatieve methoden om menselijke interacties en sociale structuren te analyseren, waaronder het sociogram. Zijn ideeën en technieken hebben blijvende invloed gehad op de psychologie, sociologie en het onderwijs.
Toepassingen
Moreno gebruikte het sociogram aanvankelijk in scholen en therapeutische omgevingen om groepsprocessen te analyseren en te verbeteren. Zijn methode bleek een nuttig hulpmiddel om problemen zoals uitsluiting of conflicten binnen groepen sneller te signaleren. Het sociogram wordt sindsdien veel gebruikt in het onderwijs en andere sectoren om de relaties binnen groepen te begrijpen en positieve groepsdynamiek te bevorderen. Soms wordt een sociomatrix gebruikt om relaties tussen groepsleden aan te geven. dit is een tabel en geeft meer een gestructureerde weergave van de gemaakte keuzes, maar biedt minder visueel inzicht.
2. Hoe maak je een sociogram?
Het maken van een sociogram gebeurt in een aantal eenvoudige stappen:
- Bepaal de onderzoeksvraag: Stel een duidelijke vraag aan de groep, bijvoorbeeld: "Met wie werk je het liefst samen in de klas?" of "Wie zou je uitnodigen voor een feestje?" Dit helpt om de relaties binnen de groep in kaart te brengen.
- Verzamel gegevens: Vraag elke leerling om namen van één of meerdere klasgenoten op te schrijven met wie ze graag samenwerken. Dit kan anoniem of openlijk, afhankelijk van de situatie.
- Analyseer de antwoorden: Bekijk welke leerlingen vaak worden gekozen en welke minder of helemaal niet. Dit geeft inzicht in de populariteit en mogelijke isolatie van sommige leerlingen.
- Teken het sociogram:
- Noteer de keuzes: Schrijf voor elke leerling op wie ze hebben gekozen. Dit geeft je een overzicht van de onderlinge relaties.
- Teken de leerlingen: Begin met het tekenen van cirkels of punten, waarbij elke cirkel of punt een leerling voorstelt. Plaats deze leerlingen verspreid op een blad of in een digitaal programma.
- Trek lijnen tussen de leerlingen: Gebruik lijnen om de relaties weer te geven. Een lijn van leerling A naar leerling B betekent dat A B heeft gekozen. Als beide leerlingen elkaar hebben gekozen, kun je een dubbele lijn of een pijltje in beide richtingen tekenen.
5. Gebruik een blad papier of een digitaal hulpmiddel om een cirkel te tekenen met de namen van alle leerlingen. Teken lijnen tussen de leerlingen die elkaar hebben gekozen. Dubbele lijnen kunnen aangeven dat de keuze wederzijds is.
6. Interpreteer het sociogram: Kijk naar patronen in de groep. Welke leerlingen hebben veel verbindingen, en wie staat meer aan de rand van het netwerk? Dit helpt om de groepsdynamiek beter te begrijpen.
7. Gebruik het sociogram: Bespreek de resultaten met collega’s of gebruik de inzichten om de samenwerking in de groep te verbeteren en uitsluiting tegen te gaan.
3. Groepsprocessen en hun dynamiek
Groepsprocessen zijn de interacties en relaties tussen de leden van een groep, zoals een klas. Ze zijn belangrijk voor de dynamiek omdat ze de sfeer en samenwerking binnen de groep beïnvloeden.
Positieve groepsprocessen zorgen voor een veilige en motiverende omgeving, waarin leerlingen goed samenwerken en zich ondersteund voelen.
Dit bevordert het leren en welzijn van iedereen in de groep. Negatieve processen, zoals uitsluiting of conflicten, kunnen de sfeer verstoren en leiden tot problemen zoals pesten. Het begrijpen en begeleiden van groepsprocessen helpt de leerkracht om een positieve leeromgeving te creëren waarin iedereen zich kan ontwikkelen.
Er zijn verschillende soorten processen of groepsinteracties die de dynamiek binnen een groep beïnvloeden.
- Communicatieprocessen: Dit verwijst naar hoe informatie binnen de groep wordt uitgewisseld. Goede communicatie zorgt ervoor dat iedereen betrokken is en zijn ideeën kan delen. Slechte communicatie kan leiden tot misverstanden en conflicten.
- Leiderschapsprocessen: Binnen een groep ontstaan vaak informele leiders die invloed uitoefenen op de anderen. Dit kan positief zijn als de leider de groep motiveert en de samenwerking bevordert. Maar een negatieve leider kan ook de groep in een verkeerde richting sturen.
- Samenwerkingsprocessen: Dit zijn de manieren waarop de groepsleden samenwerken om doelen te bereiken. Effectieve samenwerking ontstaat wanneer de leden elkaar vertrouwen en goed kunnen overleggen.
- Besluitvormingsprocessen: In elke groep moeten beslissingen worden genomen. Dit kan democratisch gebeuren, waarbij iedereen inspraak heeft, of autoritair, waarbij één persoon de beslissingen neemt. Hoe de groep besluiten neemt, bepaalt hoe betrokken iedereen zich voelt.
- Conflicthanteringsprocessen: Conflicten zijn onvermijdelijk in groepen. De manier waarop een groep met conflicten omgaat – of ze deze bespreken en oplossen, of juist vermijden – bepaalt de kwaliteit van de groepsrelaties.
Machtsprocessen
Machtsprocessen hebben een overheersende invloed op hoe de andere groepsprocessen zich ontwikkelen. Machtsverhoudingen binnen een groep verwijzen naar de manier waarop invloed en controle verdeeld zijn onder de leden. Sommige groepsleden hebben meer invloed op beslissingen, de richting van de groep, of het gedrag van anderen. Deze macht kan formeel zijn, zoals de rol van een leerkracht in de klas, maar ook informeel, zoals een populaire leerling die invloed heeft op de rest van de groep.
Machtsprocessen spelen een belangrijke rol in de groepsdynamiek omdat ze vaak bepalen wie de leiding heeft, wie wordt gehoord en wie niet.
Dit kan van invloed zijn op:
- Leiderschapsprocessen: Machtige personen kunnen informele leiders worden.
- Communicatieprocessen: Machtsverhoudingen bepalen vaak wie in de groep het meeste spreekt of gehoord wordt.
- Samenwerkingsprocessen: Wie macht heeft, kan bepalen wie met wie samenwerkt.
- Besluitvormingsprocessen: Machtige individuen hebben vaak meer invloed op de beslissingen die de groep neemt.
Macht kan op verschillende manieren worden gebruikt. Positieve macht ontstaat wanneer iemand de groep aanmoedigt en helpt om doelen te bereiken. Deze personen worden vaak als leiders gezien en krijgen respect van anderen. Negatieve macht kan daarentegen leiden tot manipulatie of intimidatie, waarbij sommige groepsleden worden buitengesloten of gedomineerd.
Het is belangrijk dat machtsverhoudingen in een groep evenwichtig zijn, zodat iedereen zich gehoord en gewaardeerd voelt. Als één persoon te veel macht heeft, kan dat de groepsdynamiek verstoren en leiden tot conflicten of spanning. Een gezonde verdeling van macht zorgt voor een veilige en open groepssfeer, waarin iedereen kan bijdragen.
Een sociogram speelt een belangrijke rol bij het inzichtelijk maken van machtsverhoudingen binnen een groep. Het laat visueel zien wie de centrale figuren zijn in de groep, wie vaak gekozen wordt en wie mogelijk minder invloed heeft of buitengesloten wordt. Door de relaties en interacties tussen groepsleden in kaart te brengen, kan de leerkracht snel zien welke leerlingen veel invloed uitoefenen op anderen.
4. Praktijkvoorbeelden
Twee voorbeelden uit de praktijk laten zien hoe het sociogram kan bijdragen om bepaalde patronen te doorbreken:
1. In een basisschoolklas merkte de leerkracht op dat er enkele leerlingen waren die zich regelmatig afzonderden en weinig deelnamen aan groepsactiviteiten. Om beter te begrijpen hoe de relaties binnen de groep lagen, besloot de leerkracht een sociogram te maken. Ze vroeg de leerlingen met wie ze graag zouden samenwerken tijdens groepsopdrachten.
Uit het sociogram bleek dat een aantal leerlingen vaak gekozen werd door hun klasgenoten, terwijl een paar anderen bijna niet genoemd werden. Deze geïsoleerde leerlingen hadden weinig sociale interactie met hun klasgenoten. Dit inzicht zorgde ervoor dat de leerkracht doelbewust interventies kon toepassen, zoals het vaker wisselen van samenwerkingsgroepen en het inzetten van gezamenlijke opdrachten waarin iedereen betrokken werd.
Na verloop van tijd verbeterde de groepsdynamiek zichtbaar: de eerder geïsoleerde leerlingen raakten meer betrokken en voelden zich meer verbonden met de groep. De sfeer in de klas werd positiever en de samenwerking werd hechter, wat ook leidde tot betere leerprestaties. Het sociogram had geholpen om gerichte acties te ondernemen om uitsluiting te voorkomen en de groepscohesie te versterken.
2. In een klas op de middelbare school viel een leerling op die veel invloed had op de rest van de groep. Deze leerling bepaalde vaak wie met wie mocht samenwerken en besliste zelfs over activiteiten tijdens pauzes. Hierdoor voelden sommige andere leerlingen zich buitengesloten of onder druk gezet om mee te doen met zijn ideeën.
De leerkracht merkte dit op en besloot een sociogram te maken om de machtsverhoudingen te analyseren. Het sociogram bevestigde dat deze leerling centraal stond en dat andere leerlingen weinig invloed hadden in de groep. Om deze macht te doorbreken, begon de leerkracht met het vormen van wisselende samenwerkingsgroepen, waarbij ook minder invloedrijke leerlingen de kans kregen om te leiden en hun stem te laten horen.•
5. De kracht en beperkingen van een sociogram
Er zitten behalve voordelen ook nadelen aan het gebruik van een sociogram. We lopen ze langs, om te beginnen met de voordelen:
- Inzicht in relaties: Het maakt duidelijk wie vaak samenwerkt en wie mogelijk geïsoleerd is binnen de groep;
- Verborgen dynamieken: Het onthult machtsverhoudingen en informele leiders in de groep;
- Preventie van uitsluiting: Het helpt bij het vroegtijdig signaleren van leerlingen die buitengesloten worden, zodat de leerkracht kan ingrijpen;
- Betere samenwerking: Door de inzichten kunnen samenwerkingsgroepen effectiever worden samengesteld;
- Gerichte interventies: Het biedt de leerkracht informatie om gericht in te grijpen bij sociale problemen, zoals pesten of conflicten;
- Bevordering van groepscohesie: Het helpt om de betrokkenheid en samenwerking binnen de hele groep te verbeteren;
- Visuele weergave: Het biedt een helder, visueel overzicht van de groepsdynamiek, wat makkelijk te interpreteren is;
- Ondersteuning van besluitvorming: Het laat zien wie invloed heeft op de groepsbesluitvorming, zodat er balans kan komen in de betrokkenheid van alle leerlingen.
Nadelen:
- Momentopname: Het geeft slechts een beeld van de relaties op één specifiek moment, waardoor het mogelijk niet de volledige dynamiek op lange termijn weergeeft;
- Gevoeligheid van gegevens: Het kan gevoelens van kwetsbaarheid oproepen bij leerlingen, vooral als uitsluiting of isolatie zichtbaar wordt;
- Subjectiviteit: De antwoorden van leerlingen kunnen beïnvloed worden door tijdelijke emoties of situaties, zoals ruzies of vriendschappen van dat moment;
- Privacyrisico’s: Het visueel in kaart brengen van relaties kan gevoelig liggen, vooral als het sociogram niet zorgvuldig of anoniem wordt behandeld;
- Beperkte context: Het sociogram laat niet altijd zien waarom bepaalde leerlingen worden buitengesloten of populair zijn, waardoor er aanvullende informatie nodig is om de groepsdynamiek goed te begrijpen.;
- Tijdrovend: Het verzamelen en analyseren van de gegevens kan veel tijd in beslag nemen, vooral in grotere groepen;
- Mogelijke stigmatisering: Leerlingen die als "buitenstaanders" naar voren komen, kunnen het gevoel krijgen gestigmatiseerd te worden, wat de situatie juist kan verergeren.
6. Conclusie
Leerkrachten kunnen een sociogram zo vaak maken als ze nodig vinden om inzicht te krijgen in de groepsdynamiek. In de praktijk wordt aangeraden om een sociogram meerdere keren per schooljaar te maken, bijvoorbeeld:
Aan het begin van het schooljaar: Dit geeft een eerste beeld van de relaties in de groep en helpt de leerkracht om een goed startpunt te hebben voor het bevorderen van een positieve groepssfeer.
Halverwege het schooljaar: Door in het midden van het jaar opnieuw een sociogram te maken, kan de leerkracht zien of er veranderingen zijn in de relaties, zoals nieuwe vriendschappen of mogelijke uitsluiting. Dit helpt om snel in te grijpen als dat nodig is.
Aan het einde van het schooljaar: Dit kan worden gebruikt om te zien hoe de groep zich heeft ontwikkeld en of interventies effectief zijn geweest.
Daarnaast kunnen leerkrachten vaker een sociogram maken als er specifieke problemen opduiken, zoals conflicten, uitsluiting, of een verstoring van de groepssamenwerking. Het sociogram kan dan helpen om deze problemen gerichter aan te pakken.
In het algemeen is de frequentie afhankelijk van de behoefte van de leerkracht en de dynamiek van de groep.
Bronnen
Borgatti, S. P., Mehra, A., Brass, D. J., & Labianca, G. (2009). Network analysis in the social sciences. Science, 323(5916), 892–895. https://doi.org/10.1126/science.1165821
De Heer, W. (2021). Alle leerlingen bij de les: Voorkom vastlopen van moeilijk en makkelijk lerenden. LannooCampus.
Kneyber, R., & Sluijsmans, D. (2023). Formatief handelen: Van instrument naar ontwerp. Phronese.
Kennisrotonde. (2021). Sociale relaties tussen leerlingen in het primair onderwijs. Geraadpleegd op https://www.kennisrotonde.nl/vraag-en-antwoord/sociale-relaties-tussen-leerlingen-het-primair-onderwijs
Rijksuniversiteit Groningen. (2023). Sociale relaties in de klas. Geraadpleegd op https://www.rug.nl/gmw/research/pedagogical-and-educational-sciences/vrienden-in-de-klas/sociogrammen
Voion. (2014). De toepassing van sociale netwerkmethodologie in onderwijskundig onderzoek. Geraadpleegd op https://www.voion.nl/media/2740/rapportdetoepassingvansocialenetwerkmethodologieinonderwijskundigonderzoek.pdf
Vygotsky, L. S. (1978). Mind in society: The development of higher psychological processes. Harvard University Press.
Wubbels, T., den Brok, P., Claessens, L., Mainhard, T., & van Tartwijk, J. (2024). Klassenmanagement vanuit een interpersoonlijk perspectief. Telos Uitgevers.