Effecten van het Opnieuw Indelen van Groepen na Groep 4 (en 5) op het Emotioneel Welbevinden van Leerlingen
Geplaatst op 11 juli 2024
Het effect van het opnieuw indelen van groepen na groep 4 (en 5) op het emotioneel welbevinden van leerlingen is een onderwerp waarover weinig bekend is in zowel nationaal als internationaal onderzoek. Er ontbreekt concrete wetenschappelijke informatie over hoe veranderingen in groepssamenstellingen binnen het basisonderwijs de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen beïnvloeden.
Scholen hanteren doorgaans protocollen voor het indelen van groepen, waarbij verschillende belangen worden afgewogen. Deze belangen omvatten onder andere de gewenste groepsgrootte, het aantal parallelklassen, sociale netwerken (vrienden en vriendinnen), de verhouding tussen jongens en meisjes, en het vermijden van situaties waarin broers en zussen samen in een klas zitten. Het proces van groepsindeling kan soms tot geschillen leiden tussen ouders en scholen, die in sommige gevallen zelfs worden voorgelegd aan de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs.
Er bestaat echter geen onderzoek dat specifiek de effecten van herindeling na groep 4 of 5 op het emotioneel welbevinden van leerlingen heeft onderzocht. Theorieën over groepsontwikkeling die elders zijn toegepast, zijn niet systematisch getest binnen het basisonderwijs, waardoor hun relevantie voor het bevorderen van een positief klasklimaat onbekend blijft.
Het ontbreken van aandacht voor dit onderwerp in onderzoek suggereert dat zowel wetenschappers als praktijkdeskundigen de impact van groepsindelingen op leerprestaties en sociaal-emotionele ontwikkeling niet als significant beschouwen. Mogelijk wordt aangenomen dat scholen zorgvuldig te werk gaan bij het indelen van groepen en rekening houden met potentiële effecten op het welbevinden van leerlingen, of dat er simpelweg geen verband bestaat tussen herindelingen en emotioneel welbevinden.
In essentie blijft het dus een vraagteken of het herindelen van groepen na groep 4 of 5 een substantiële invloed heeft op hoe leerlingen zich emotioneel voelen in de klas. Er is meer diepgaand onderzoek nodig om deze kwestie te verhelderen en om scholen te voorzien van evidence-based richtlijnen voor effectieve groepsindelingen die het welzijn van leerlingen bevorderen.
Geraadpleegde bronnen
- Driessen, G., (2007). ‘Peer group’ effecten op onderwijsprestaties. Een internationaal review van effecten, verklaringen en theoretische en methodologische aspecten. Nijmegen: ITS. https://its.ruhosting.nl/publicaties/pdf/r1730.pdf
- Gremmen, M.C. (2018). Social network processes and academic functioning: The role of peers in students' school well-being, academic engagement, and academic achievement. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen. https://www.rug.nl/research/portal/en/publications/social-network-processes-and-academic-functioning(f05dbadf-f5d0-4f1c-9b94-e2f5a6d46631).html
- Kennisrotonde. (2019). Welke theorieën over groepsontwikkeling zijn bruikbaar in het basisonderwijs? https://www.nro.nl/wp-content/uploads/2019/01/477-antwoord-theorieen-groepsvorming-po.pdf
- Rubin, K.H., Bukowski, W.M. & Laurssen, B. (2009). 'Handbook of peer interactions, relationships and groups'. New York/Londen: The Guildford Press. https://www.researchgate.net/publication/242408974_Peer_Interactions_Relationships_and_Groups