Kennisplatform
Nieuw: Let op! Wij-leren.nl lanceert nieuwe website

De pionier als bruggenbouwer

Fransen, J. (2016) De pionier als bruggenbouwer.
Geraadpleegd op 07-12-2024,
van https://wij-leren.nl/ICT-innovatie.php
Geplaatst op 1 juni 2016
ICT-innovatie

Auteur: Jos Fransen

In processen van onderwijsvernieuwing met ict lopen de pioniers vaak zo ver voor de troepen uit dat collega’s afhaken. Nieuwe toepassingen sneuvelen dan al op de tekentafel. Het is deze klassieke ict-kloof die schoolbrede vernieuwing in de weg staat. Pioniers die er echter in slagen die kloof te overbruggen oogsten wél succes. Want wie het verloop van geslaagde schoolbrede innovatieprocessen bestudeert, vindt aan de basis ervan vaak een pionier.

Onderwijsvernieuwing kun je niet afdwingen; het is een proces dat iedere leraar op eigen snelheid doorloopt. Grofweg zien we drie groepen: de voorlopers (pioniers die het initiatief nemen om iets te proberen dat daarvoor nog niet werd gedaan), de vroege gebruikers (‘early adopters’ die relatief gemakkelijk te overtuigen zijn van de waarde van iets nieuws en dit als eerste zullen overnemen) en de grote groep van leraren voor wie die hele onderwijsvernieuwing niet vanzelfsprekend is.

Deze achterhoede (85-90% van de leraren) gaat pas ‘om’ als de toegevoegde waarde van een nieuwe ict-toepassing is aangetoond en veel collega’s ermee werken (Rogers, 1995).

Andere ideeën over ict

Deze verschillende snelheden leveren in de praktijk problemen op. Zo ontwikkelt een nieuw initiatief (emergent practice) van een pionier zich weliswaar geregeld tot een good practice met vroege gebruikers die zijn aangehaakt, maar verloopt de stap naar schoolbrede acceptatie en implementatie, waarbij ook de leraren in de achterhoede meedoen (shared practice), vaak moeizamer. De oorzaak hiervan is dat de voorhoede op een andere manier met technologie omgaat en andere ideeën over de waarde van ict heeft dan de achterhoede (Drent & Meelissen, 2008).

Kortom: de aansluiting ontbreekt. En daar ligt een sleutel. Want pioniers die de aansluiting tot stand weten te brengen zijn wél succesvol. Dat blijkt uit een recente analyse van zes geslaagde innovatieprocessen in het po, mbo, (s)vo en hbo. Op de betrokken scholen is sprake van een breed gedragen onderwijsvernieuwing met ict. Terugkijkend naar de totstandkoming, bleek er in alle gevallen een pionier aan de basis te staan (Fransen et al., 2012).

Het feit dat deze zes pioniers de kloof met hun collega’s in de achterhoede wisten te overbruggen, zegt iets over hun persoonlijke eigenschappen. Onder meer. Want in ieder proces van onderwijsvernieuwing spelen meerdere factoren een rol, zoals de kenmerken van de betreffende ict-toepassing, de kenmerken van het team van leraren en de kenmerken van het leiderschap in de school (Fransen et al., 2012; zie ook Kreijns et al., 2013).

Het is de wisselwerking tussen deze variabelen die bepalend is voor het verloop van het proces. Dat maakt dat een succesvolle implementatie per definitie een contextspecifiek karakter heeft en een proces van lange adem is. Desondanks zijn er wel algemene lessen te trekken. In dit artikel beperken we ons tot de rol van de pioniers. Zij zijn immers de eerste schakel in de innovatieketting, en daarmee het eerste punt waar het kan stuklopen.

Meerwaarde ict laten zien

Kenmerkend voor een pionier is dat hij relatief veel eigen tijd stopt in het volgen van nieuwe ontwikkelingen, zichzelf wil blijven ontwikkelen en bereid is om hiervoor nieuwe routines en aanpakken uit te proberen. Hij heeft vertrouwen in zijn eigen vaardigheden (Tondeur et al., 2008; Drent & Meelissen, 2008). Pioniers en vroege gebruikers hebben vaak affiniteit met constructivistische vormen van onderwijs en zijn op zoek naar ict-toepassingen die vormen van leerlinggestuurd onderwijs mogelijk maken (Hermans et al., 2008).

De leraren in de achterhoede laten zich meer leiden door praktische en economische overwegingen. Ze zijn tevreden met het onderwijs zoals ze het geven en zijn niet zonder meer gemotiveerd om ict in te zetten of om hun onderwijs te veranderen. Zij willen eerst de meerwaarde zien voor hun onderwijspraktijk. Ze gebruiken ict overwegend instrumenteel, om hun onderwijs efficiënt te kunnen organiseren (Mueller et al., 2008).

Wil een pionier succesvol zijn dan zal hij eerst aansluiting moeten zoeken bij de manier waarop collega’s in de achterhoede hun onderwijs inrichten, om hen vervolgens te kunnen laten zien welke gevolgen een verandering van werkwijze voor hun onderwijs kan hebben. De pioniers uit het casusonderzoek deden dat. Zij wisten hun collega’s te inspireren en ontwikkelden de ict-toepassing contextspecifiek verder, zodat die zo goed mogelijk aansloot op de behoeften van collega’s. De pioniers waren hierdoor in staat om de meerwaarde van de ict-toepassing zichtbaar te maken (Fransen et al., 2012).

Voorwaarden voor succes

Uit de analyse van de zes geslaagde innovatieprocessen met ict op scholen kunnen we een vijftal belangrijke voorwaarden voor succes destilleren:

betrokkenheid van vroege gebruikers
Opvallend in het onderzoek was dat de acceptatie en duurzame implementatie sneller verliep als de pionier al snel vroege gebruikers kon laten aanhaken, die samen met hem de ict-toepassing aanpasten aan de wensen en vragen in de eigen onderwijscontext. Doordat de vroege gebruikergood practices ontwikkelt, hebben de collega’s in de achterhoede meer voorbeelden van de inzet van de ict-toepassing.

Vroege gebruikers fungeren dus mogelijk als schakel tussen de pionier en de rest van het team. Of een pionier snel vroege gebruikers meekrijgt, hangt overigens niet alleen af van de mate waarin de pionier de meerwaarde van de ict-toepassing voor het leerproces zichtbaar kan maken, maar ook van de ondersteuning die de vroege gebruiker krijgt bij het leren omgaan met de ict-toepassing. Zonder ondersteuning haken ook de vroege gebruikers af (Pynoo et al., 2011).

aandacht voor de didactische inzet van ict
Alleen technische kennis is onvoldoende om ict effectief in te zetten, een leraar moet ook weten hoe hij ict didactisch kan inzetten om het leren te faciliteren. De combinatie van technische en didactische kennis maakt dat iemand ook in staat is om te identificeren welke ict-toepassingen ingezet kunnen worden om de gewenste leerdoelen te realiseren, waarbij adequaat wordt aangesloten bij de behoefte van de leerling (zie ook het artikel van Voogt et al. over TPACK in4W, 2013(2), 22-27). De pioniers en vroege gebruikers in het onderzoek maken die didactische toepassingen zichtbaar binnen de good practices die zij ontwikkelen en delen hun ervaringen met het team.

aansluiting bij de bestaande visie op onderwijs
Als een ict-toepassing onvoldoende aansluit bij de reguliere praktijk, is de kans klein dat die toepassing zal worden geaccepteerd, zeker als daardoor die praktijk moet worden getransformeerd en de rol van de leraar verandert. Bij de zes geslaagde ict-innovaties was eerst een minder innovatieve toepassing geïmplementeerd, waarmee ruimte ontstond om te experimenteren. Pas dan valt er eventueel een ontwikkeling richting transformatie van de didactiek te verwachten.

heldere toegevoegde waarde
Leraren in de achterhoede accepteren een ict-toepassing alleen als ze de toegevoegde waarde ervan inzien. De toegevoegde waarde moet dus helder zijn: de toepassing moet activiteiten of processen ondersteunen, een oplossing bieden voor een probleem dat de leraar ervaart in de praktijk en/of tijdwinst opleveren.

gebruiksgemak van de toepassing|
Het is belangrijk dat de leraar met gemak en zelfvertrouwen met de ict-toepassing kan omgaan. De mate waarin iemand zich in staat voelt om met een ict-toepassing te werken, bepaalt mede of hij de toepassing omarmt (Pynoo et al., 2011; Ertmer, 2010). Toepassingen die relatief gebruikersvriendelijk zijn worden sneller geadopteerd, net als toepassingen die worden toegesneden op de individuele wensen en behoeften van de gebruiker. Wat ook helpt is training om stapsgewijs te leren werken met een toepassing.

De pionier als bruggenhoofd

Samenvattend kunnen we stellen dat een succesvolle pionier het bruggenhoofd vormt in een verbinding met het team. Vanuit die positie reduceert hij, zo mogelijk samen met één of meer vroege gebruikers, de complexiteit van een verandering. Bijvoorbeeld door collega’s te trainen en te ondersteunen in het omgaan met de technologie (operationele complexiteit) en door te helpen bij het inzetten van de technologie in het onderwijs, passend bij de visie en werkwijze van de individuele leraar (conceptuele complexiteit). Op deze manier kan de pionier een fundamentele rol spelen bij de acceptatie en duurzame implementatie van een ict-toepassing in een onderwijsorganisatie.

Referenties

  • Drent, M. & Meelissen, M. (2008). Which factors obstruct or stimulate teacher educators to use ICT innovatively? Computers & Education, 51, 187-199.
  • Ertmer, P. (2005). Teacher pedagogical beliefs: The final frontier in our quest for technology integration? Educational Technology Research and Development, 53(4), 25-39.
  • Fransen, J., Swager, P., Bottema, J., Goozen, B. van & Wijngaards, G. (2012). Brede acceptatie en duurzame implementatie van onderwijsvernieuwingen met ICT(onderzoeksrapportage). Rotterdam: Inholland Lectoraat eLearning [in samenwerking met Kennisnet].
  • Hermans, R., Tondeur, J., Braak, J. van & Valcke, M. (2008). The impact of primary school teachers’ educational beliefs on the classroom use of computers. Computers & Education, 51, 1499-1509.
  • Kreijns, K., Vermeulen, M., Kirschner, P., Buuren, H. van & Acker, F. van (2013). Adopting the Integrative Model of Behaviour Prediction to explain teachers’ willingness to use ICT: A perspective for research on teachers’ ICT usage in pedagogical practices.Technology, Pedagogy and Education, 22, 55-71.
  • Mueller, J., Wood, E., Willoughby, T., Ross, C. & Specht, J. (2008). Identifying discriminating variables between teachers who fully integrate computers and teachers with limited integration. Computers & Education, 51, 1523-1537.
  • Pynoo, B., Devolder, P., Tondeur, J., Braak, J. van, Duyck, W. & Duyck, P. (2011). Predicting secondary school teachers’ acceptance and use of a digital learning environment: A cross-sectional study. Computers in Human Behavior, 27, 568-575.
  • Rogers, E. (1995). Diffusion of innovations (vierde editie). New York, NJ: The Free Press.
  • Tondeur, J., Valcke, M. & Braak, J. van (2008). A multidimensional approach to determinants of computer use in primary education: teacher and school characteristics.Journal of Computer Assisted Learning, 24, 494-506.

Wat we weten over de rol van pioniers bij onderwijsvernieuwing

  • Schoolbrede onderwijsvernieuwing is een moeizaam proces, mede vanwege de kloof tussen de voorhoede (pionier en vroege gebruikers) en de leraren in de achterhoede voor wie het onderwijs niet hoeft te veranderen.
  • Als een pionier erin slaagt om, zo mogelijk samen met enkele vroege gebruikers, een ‘good practice’ te ontwikkelen die collega’s inspireert en kans ziet de inzet van ict te verbinden aan wat collega’s nodig hebben, dan kan hij een brugfunctie vervullen tussen de voorhoede en de achterhoede.
  • Een succesvolle pionier is een expert en rolmodel, deelt zijn visie en ervaringen met collega’s en richt zich bij de ondersteuning van collega’s op samenwerking bij het leren omgaan met een ict-toepassing en het verbinden van die toepassing aan de onderwijspraktijk.
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.