Wat is autonomie?
Autonomie is zelfbeschikking, vrij zijn van externe aansturing. Het woord autonomie is afgeleid van het Grieks autonomía of autos, wat zelf betekent, en van nomos, wat duidt op de wet. Autonomos geeft dus aan dat je jezelf eigen wetten oplegt.
Autonomie van leerlingen blijkt in veel (internationaal) onderzoek de motivatie en prestaties van leerling te vergroten. Autonomie is namelijk een van de psychologische basisbehoeften, samen met de behoefte aan relatie en competentie.
In Nederland hebben veel scholen, zowel in het basis- als in het voortgezet onderwijs, hun onderwijsconcept vernieuwd met het oog op een betere motivatie van hun leerlingen en daarmee op betere leerresultaten. Vooral door leerlingen meer autonomie te geven zou hun motivatie en leren worden versterkt. Een belangrijke stroming hierbij is het zogenoemde adaptief onderwijs. Daarin spelen de drie psychologische basisbehoeften relatie, competentie en autonomie een belangrijke rol.
Autonomie vergroten
Veel mensen vragen zich af: hoe moet ik de autonomie van mijn leerlingen vergroten? Hoe zorg ik voor autonomie ondersteunend onderwijs? Dat begint ermee door de zelfsturing en het eigenaarschap van leerlingen te stimuleren. Eigenaarschap over de eigen ontwikkeling of over het geleverde werk is een belangrijk aspect van autonomie.
Een ander aspect van autonomie is zelfsturing. In welke mate mag de leerling of de medewerker zelf bepalen wat de activiteiten of leerprocessen zijn? Ben je als leraar heel sturend, dan zal er weinig ruimte voor autonomie van leerlingen zijn. En dan neemt de motivatie voor het leren af.
Autonomie kritiek
Er zijn ook mensen die kritiek hebben op het streven naar meer autonomie voor leerlingen of medewerkers. Ze geven aan dat leerlingen dan eigenwijs, individualistisch of verwend kunnen worden. Dat is op zich begrijpelijke kritiek aangezien er ook uitwassen zijn van het stimuleren van de autonomie van kinderen. Maar dat geldt voor vrijwel elke goede ontwikkeling. Het gaat er maar om dat de autonomie van leerlingen zorgvuldig begeleid wordt en dat er rekening wordt gehouden met dergelijke valkuilen.
Ontwikkeling van autonomie
Net als allerlei andere kennis en vaardigheden gaat de ontwikkeling van autonomie niet vanzelf en ook niet in grote stappen. Het is verstandig om bij leerlingen een weloverwogen ontwikkeling en opbouw van autonomie vorm te geven. Dat begint al in de onderbouw met verantwoordelijkheid voor materiaal en gedrag en kan uitgebouwd worden naar autonomie over het leerproces. Daarbij speelt bijvoorbeeld zelfbeoordeling ook een rol.
Voorbeelden leerlingvaardigheden autonomie
Hoe ziet autonomie ondersteunend onderwijs er uit? Wat zie je bij leerlingen die autonomie krijgen in het onderwijs? Onderstaande lijst geeft een aantal praktische voorbeelden van leerlinggedrag waarbij autonomie en zelfsturing een belangrijke rol speelt.
- Ik kan zelf het materiaal pakken wat ik nodig heb voor mijn werk.
- Ik kan goed doorwerken.
- Ik ben trots op wat ik doe, daarom verzorg ik mijn werk goed.
- Ik kan uitleggen wat ik moet doen bij mijn taken.
- Ik kan precies vertellen HOE ik het ga doen: “eerst… daarna… dan…”
- Ik geef niet snel op als de taak wat lastiger wordt.
- Ik kijk heel precies na.
- Ik kan uitleggen hoe mijn werk ging.
- Ik kan zelf bedenken of ik wel of geen uitleg nodig heb.
- Ik kan zelf al goed inschatten hoeveel tijd ik nodig heb voor de taken.
- Ik kan vooraf inschatten hoe goed ik de taken ga maken.
- Ik help een andere leerling om het zèlf beter te kunnen!
- Ik kan een planning maken en me daar aan houden.
- Ik kan uitleggen of ik meer uitdaging nodig heb.
- Ik kan uitleggen hoe ik het beste leer.
- Ik kan een portfolio bijhouden waarmee ik laat zien hoe ik mij ontwikkel.
- Ik kan een ontwikkelgesprek voeren met mijn ouders en mijn leraar waarin ik laat zien hoe ik mij ontwikkel.
Leraarvaardigheden autonomie ondersteunend onderwijs
Hoe kun je als leraar de autonomie van leerlingen ondersteunen? Welke vaardigheden komen daar bij kijken?
- Reageert op signalen van taakmijding, verveling, frustratie, enz. tijdens het werk.
- Ondersteunt kinderen door concrete aanwijzingen om hun werk goed uit te voeren.
- Waardeert tijdens het werk de inspanningen van kinderen.
- Bevordert dat kinderen volharden.
- Maakt kinderen tijdens het werken duidelijk wat ze goed doen en niet goed doen.
- Bevordert dat kinderen zelfstandig leergedrag en autonomie ontwikkelen.
- Stelt vragen die tot reflectie leiden.
- Evalueert systematisch met kinderen hun groei in zelfstandig leergedrag.
- Ondersteunt kinderen om te verwoorden wat zij denken.
- Maakt kinderen bewust van de volgende stappen in hun ontwikkeling.
- Bevordert dat kinderen op hun eigen niveau uitdagende doelen stellen.
- Geeft kinderen inzicht in de stappen die nodig zijn om een doel te bereiken.
- Geeft kinderen concrete aanwijzingen die nodig zijn om het doel te bereiken.
- Ondersteunt kinderen in het maken van een stappenplan om een doel te bereiken.
- Leert kinderen om systematisch de voortgang te evalueren.
- Leert kinderen om hun eigen werk kritisch te beoordelen.
- Bevordert dat kinderen steeds beter in staat zijn hun groei te verwoorden.
- Maakt kinderen bewust van de relatie tussen eigen inspanningen en het resultaat daarvan.
- Bevordert dat kinderen inzicht ontwikkelen in hun sterke en zwakke kanten.
- Maakt kinderen bewust van wat zij denken en voelen bij het werk.
- Leert kinderen om belemmerende gedachten om te buigen naar helpende gedachten.
- Leert kinderen om zelfstandig te studeren en autonoom te handelen.
- Bevordert de bekwaamheid van collega’s in het coachen van leerlingen.
Autonomie en schoolsysteem
Het vergroten van autonomie om de motivatie van de leerlingen te bevorderen is niet zomaar een kunstje wat je even kunt inzetten. Het vraagt een andere manier van denken over leerlingen en hun mogelijkheden. In het onderwijs is er lange tijd een tendens geweest van leraren die sturen en leerlingen die volgen. Er is nu een beweging op gang gekomen waarbij het schoolsysteem meer gebaseerd wordt op zelfstandig leergedrag van leerlingen. Het stimuleren en ondersteunen van de autonomie van leerlingen speelt daarin een hoofdrol. Meer hierover is te lezen in artikelen over kindgericht onderwijs.
Luc Stevens over autonomie in het onderwijs
Een belangrijke grondlegger van adaptief onderwijs is Luc Stevens. Hij zegt over de rol van autonomie in het onderwijs: "Het is het bekendste dilemma uit de traditie van de Europese pedagogiek en in veel lerarenkamers en lerarenopleidingen nog actueel: laten we het kind groeien of moeten we sturen? Echter, als het in een perspectief van interactie wordt geplaatst, is niet alleen de opvoeder meer de actor, het kind net zo. Het kind is eigenaar van zijn ontwikkeling en is daarvoor competent."
Hoe kunnen docenten in het VO de autonomie en het eigenaarschap van leerlingen?
Eigenaarschap van leren is de mate waarin de leerling verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen leerproces. Om het eigenaarschap van leerlingen te versterken kun je onder meer de motivatie, betrokkenheid, zelfsturing en metacognitieve vaardigheden bevorderen. Hoe kunnen docenten deze vaardigheden van leerlingen bevorderen? Dit staat beschreven in het artikel over autonomie en de rol van docenten in het VO.
Autonomie versterkend onderwijs vraagt uitstekende leraren
Steeds meer scholen zijn bezig om hun onderwijs meer kindgericht te maken. Zij willen de autonomie van leerlingen vergroten en daarmee de motivatie voor het leren laten toenemen. De scholen die daarbij beginnen met het veranderen van het organisatiemodel, lopen daarbij al snel tegen de grenzen van de leraarvaardigheden aan. Want juist in het versterken van de leraarvaardigheden zit de crux bij het meer kindgericht maken van het onderwijs. Welke vaardigheden zijn van belang als je de autonomie van leerlingen centraal stelt? En wat vraagt dat van de vaardigheden op organisatorisch en didactisch vlak? In een uitgebreid artikel van Machiel Karels worden de essentiële leraarvaardigheden voor kindgericht onderwijs besproken.
Boek: Autonomie en symbiose
Een weg uit symbiosetrauma en destructieve afhankelijkheid
Boek: Professionele autonomie in sociaal werk
Laatst geactualiseerd op 11 december 2023