Wat is ASS?
ASS staat voor Autisme Spectrum Stoornis. ASS komt voor bij kinderen, adolescenten en bij volwassenen. Mensen met ASS hebben vooral moeite met het sociale begrip en de sociale intuïtie. Dat maakt hen vaak onzeker en angstig. Ze houden deze angst in bedwang door zich vast te houden aan bekende regels en patronen.
Er wordt bij ASS gesproken van twee hoofdkenmerken:
- Blijvende tekorten in de sociale communicatie en interactie;
- Beperkte zich herhalende gedragspatronen, beperkte interesses en activiteiten.
ASS en eerdere definities
In mei 2013 is de laatste herziening uitgekomen van het diagnostisch handboek voor psychische stoornissen, de DSM-5, dat internationaal gebruikt wordt. In de DSM-5 vallen alle benamingen voor autisme en aan autisme verwante stoornissen onder de term ASS. Deze term vervangt dus de verschillende definities die eerder werden gebruikt voor kinderen met autisme. Het gaat dan om het vroegere klassiek autisme ofwel Syndroom van Kanner, Stoornis van Asperger, PDD-NOS (Pervasive Developmental Disorder-Not Otherwise Specified) en ook het binnen deze laatste restgroep voorkomende MCDD (Multiple Complex Developmental Disorder). Mensen die voor 2013 één van deze diagnoses hebben gekregen, kunnen die gewoon blijven gebruiken. Ondanks deze verandering wordt autisme in de volksmond en in de zorg nog vaak aangeduid met de oude benamingen.
Feiten over ASS
- Het aantal mensen met ASS wordt geschat op 1% van de bevolking (Gezondheidsraad, 2009).
- De diagnose ASS kan worden gesteld vanaf dat een kind twee jaar oud is, maar veel mensen ontvangen de diagnose pas veel later. Omdat de diagnose alleen te stellen is op het gedragsniveau, vraagt dit om goede observatoren en betrouwbare instrumenten.
- Autisme komt meer voor bij mannen. De verhouding ligt waarschijnlijk tussen 2:1 en 3:1.
ASS kwaliteiten
Je kunt bij ASS focussen op beperkingen of negatieve hoofdkenmerken. Echter, mensen met ASS hebben vaak veel kwaliteiten. Het gaat dan bijvoorbeeld om deze eigenschappen:
- Kinderen met ASS nemen informatie heel grondig tot zich en verdiepen zicht dan heel erg in een bepaald onderwerp.
- Ze zijn eerlijk en transparant. Sociale spelletjes en dubbelzinnigheid doorzien ze niet, dus liegen ze nauwelijks.
- Mensen met ASS zijn vaak goed in het lezen van schema's en gedetailleerde overzichten.
- Ze kunnen goed analytisch en deductief denken en ze zijn goed in systematiseren.
- Ze hebben vaak een uitstekend visueel (fotografisch) geheugen.
- Ze zijn betrouwbaar: afspraak is afspraak. Regels en afspraken geven namelijk houvast.
- Mensen met ASS kunnen heel nauwkeurig werken.
- Ze onderzoeken de wereld grondig en ze zijn goed in het reproduceren van feiten.
- Kinderen met ASS zijn vaak beleefd tegen anderen.
- Mensen met ASS kunnen prima alleen spelen of werken. Daarin kunnen ze heel onverstoorbaar zijn.
- Hebben een scherp oog voor detail: ze merken veranderingen in de omgeving snel op.
- Ze zijn beter dan gemiddeld in classificatietaken die kinderen zonder ASS saai vinden.
- Ongeveer 10% van de kinderen met ASS heeft een “savant”. Dat is een specifieke bezigheid waar ze onwaarschijnlijk goed in zijn.
- Ze zijn goed in taal en woordspelletjes; met name kinderen met Asperger.
Minder goed ontwikkelde kanten bij ASS
Maar natuurlijk hebben mensen met ASS ook hun minder goed ontwikkelde kanten. Het gaat dan om deze kenmerken:
- Mensen met ASS begrijpen taal vaak niet in al hun facetten. Ze hebben bijvoorbeeld moeite met het onverwachte gebruik van synoniemen. Ook nemen ze woorden vaak letterlijk, terwijl ze in een bepaalde context niet letterlijk bedoeld zijn.
- Een ander element rond taal is dat ze wel goed zijn in taal, maar niet goed doorhebben dat een bepaalde manier van uitdrukken niet sociaal passend is. Dan zijn zinnen of woorden bijvoorbeeld heel ouwelijk.
- Volwassenen en kinderen met ASS vinden het vaak lastig om belangrijke dingen van onbelangrijke details te onderscheiden.
- Sarcasme en cynisme begrijpen ze vaak niet, aangezien dat sociale dubbelzinnigheid is.
- Qua motoriek hebben kinderen met ASS vaak een vertraagde ontwikkeling. Dit is dan bijvoorbeeld te zien aan een slecht handschrift.
- De informatieverwerking van kinderen en volwassenen met ASS is vaak wat trager dan gemiddeld. In de klas betekent dit dat deze leerlingen wat meer denktijd nodig hebben dan anderen.
- Ze vinden het moeilijk om emoties van gezichtsuitdrukkingen af te lezen of correct te interpreteren.
- Doordat mensen met ASS moeite hebben met het beeldend vermogen, kunnen ze op basis van eerdere ervaringen de gevolgen van hun gedrag niet goed voorspellen.
- Ze vinden het lastig om in alle details de onderlinge verbanden te zien.
Bovenstaande lijst kwaliteiten en minder ontwikkelde kanten is gebaseerd op informatie van www.gedragsproblemenindeklas.nl
ASS in de klas
Wat je als leraar kunt doen als je een leerling met ASS in de klas hebt, lees je in het artikel "ASS: Autisme Spectrum Stoornis. Tips voor de leerkracht".
Laatst geactualiseerd op 15 februari 2022