Wat is een referentieniveau?
De referentieniveaus zijn beschrijvingen van de taal- en rekenvaardigheden van leerlingen op de verschillende overgangsmomenten van het onderwijs.
Ze zijn in 2009 door de commissie Meijerink1 opgesteld om ervoor te zorgen dat er in het hele Nederlandse onderwijs concrete doelen zijn om naartoe te werken. De Referentieniveaus zijn sinds 1 augustus 2010 vastgelegd in de Wet Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen.
In tegenstelling tot de kerndoelen kennen de referentieniveaus een opbrengstverplichting.
Voor het basisonderwijs gelden de referentieniveaus 1F, 2F en 1S.
Het basisniveau 1F is het niveau voor taal en rekenen dat het overgrote deel van de leerlingen aan het einde van de basisschool tenminste zou moeten beheersen. Daarnaast heeft de overheid de ambitie dat een groot deel van de basisschoolleerlingen een hoger niveau haalt: het streefniveau. Voor taal is dat het 2F-niveau en voor rekenen is het 1S-niveau.
In de vervolgopleidingen zijn de referentieniveaus vereist om het diploma te kunnen behalen.
Zo moeten VMBO-leerlingen aan het eind van de opleiding 2F beheersen om verder te kunnen naar het MBO.
Leerlingen op de HAVO moeten 3F halen bij hun eindexamen en VWO-leerlingen 4F (taal) en 3F (rekenen) om door te kunnen stromen in het hoger beroepsonderwijs of het wetenschappelijk onderwijs.
Referentieniveaus
Samengevat zijn dit de referentieniveaus voor de verschillende doelgroepen en onderwijstypen:
- niveau 1F: fundamenteel niveau. Dit moeten alle leerlingen in ieder geval aan het einde van het (speciaal) basisonderwijs op 12-jarige leeftijd beheersen. Uitstroomniveau voor leerlingen die het onderwijs vervolgen op vmbo-bb/bk.
- niveau 1S: in principe het uitgangspunt voor het aanbod in het basisonderwijs voor alle leerlingen, tenzij beredeneerd is vastgesteld dat 1F een passender niveau is. Uitstroomniveau voor leerlingen met vmbo-tl, havo en vwo.
- niveau 2F: niveau dat leerlingen aan het einde van het VMBO bb/kb of MBO 1/2/3 bereikt moeten hebben. Dit is het niveau dat iedere Nederlander zou moeten beheersten om maatschappelijk te kunnen functioneren.
- niveau 2S: niveau dat leerlingen aan het einde van het VMBO gl/tl bereikt moeten hebben.
- niveau 3F: niveau dat leerlingen na afronding van HAVO of MBO-4 bereikt moeten hebben.
- niveau 3S: niveau voor vwo-leerlingen die bij rekenen meer aankunnen dan 3F.
- niveau 4F: niveau dat leerlingen na afronding van het VWO bereikt moeten hebben.
- niveau 4S: niveau voor vwo-leerlingen die bij taal meer aankunnen dan 4F.
Overzicht van de referentieniveaus
In onderstaande afbeelding staan deze referentieniveaus weergegeven. Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster.
1Meijerink, H. P. (2009). Referentiekader taal en rekenen.
Van kerndoel tot referentieniveau
Laatst geactualiseerd op 12 maart 2024