De doorstroomtoets is een gestandaardiseerde test die leerlingen in groep 8 van de basisschool afleggen om hun kennis en vaardigheden op het gebied van lezen, taalverzorging en rekenen te meten. De doorstroomtoets is de vervanger van de eindtoets basisonderwijs.
Het doel van de doorstroomtoets is om een onafhankelijke evaluatie te bieden van het schooladvies dat de leerlingen hebben ontvangen. Dit kan helpen bij het bepalen van het meest geschikte brugklastype voor de individuele leerling.
Door het maken van de doorstroomtoets krijgen alle leerlingen een gelijke kans om een passende plek te vinden in het voortgezet onderwijs dat aansluit bij hun niveau en capaciteiten.
De doorstroomtoets wordt normaal gesproken afgenomen tussen eind januari en half februari. De exacte data kunnen variëren afhankelijk van de school en het type toets. De toets kan zowel digitaal als op papier worden afgenomen, afhankelijk van de keuze van de school en de beschikbaarheid van de toetsen.
Sommige doorstroomtoetsen zijn adaptief, wat betekent dat de moeilijkheidsgraad van de vragen zich automatisch aanpast aan het niveau van de leerling tijdens het maken van de toets. Voor leerlingen met speciale ondersteuningsbehoeften, zoals dyslexie, zijn er aangepaste versies van de doorstroomtoets beschikbaar.
Door de objectieve evaluatie speelt de doorstroomtoets een belangrijke rol bij de overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs. De inschatting van de leraar is echter belangrijker en doorslaggevend voor de schooladvisering.
Laatst geactualiseerd op 3 december 2024