Beoordeling LVS-toetsen Spelling en Taalverzorging (4)
Corine Treffers
Onderwijskundige | Onderwijsondersteuner | Redactielid bij wij-leren.nl
Geraadpleegd op 06-12-2024,
van https://wij-leren.nl/beoordeling-lvs-toetsen-spelling-taalverzorging.php.
In het artikel Welk LVS past bij jouw school? - Keuzehulp bij het kiezen van een LVS worden alle toetsen van de huidige toetsaanbieders vergeleken en besproken aan de hand van vijf categorieën: brede vaardigheden, specifieke vaardigheden, afnamemogelijkheden, rapportage en overige criteria. Dit om de keuze voor een LVS te vergemakkelijken. De beoordeling van de inhoud van de LVS-toetsen van de specifieke vaardigheden wordt in een artikelenserie toegelicht. In dit vierde deel wordt de beoordeling van de spellings- en taalverzorgingstoetsen toegelicht. Hier staat een overzicht van alle artikelen, toetsen en bronnen.
Spelling
Criterium 1
Wordt de betreffende specifieke vaardigheid door de leverancier in het systeem aangeboden?
Boom | Ja, door middel van de toets Spelling Woorden en Werkwoorden en het PI-dictee. |
Cito |
Ja, door middel van de toets Spelling en als onderdeel van de toets Taalverzorging. Opmerking: de toets Spelling wordt in Leerling in beeld onderdeel van de toets Taalverzorging. Hierbij zal de toets Taalverzorging bestaan uit de onderdelen: Spelling niet-werkwoorden, Spelling werkwoorden en Leestekens. |
Diataal | Ja, als onderdeel van de toets Diaspel. |
IEP | Ja, als onderdeel van de toets Taalverzorging. |
Criterium 2
Voor welke leerjaren is de betreffende toets beschikbaar?
Boom | Vanaf leerjaar 3. Werkwoordspelling vanaf leerjaar 6. |
Cito | Vanaf leerjaar 3. Werkwoordspelling vanaf leerjaar 6. |
Diataal | Vanaf leerjaar 3. Werkwoordspelling vanaf leerjaar 6. |
IEP | Vanaf leerjaar 3. Werkwoordspelling vanaf leerjaar 6. |
Criterium 3
Worden alle elementen van zowel de kerndoelen als de referentieniveaus en/of de leerlijnen en tussendoelen afgedekt door de toets(en) van de betreffende specifieke vaardigheid?
Spelling gaat over de schrijfwijze van woorden. Hierbij worden spellingsregels gebruikt. Deze spellingsregels geven de relatie tussen letters en spraakklanken weer. Bij sommige woorden is deze relatie één-op-één. Dit betekent dat je het schrijft zoals je het hoort. Bij veel andere woorden echter niet. Aan deze woorden zijn specifieke schrijfwijzen, oftewel spellingsregels, verbonden. Bijvoorbeeld bij hond, waarbij je een t hoort, maar het schrijft met een d, omdat dit bij het meervoud ook het geval is. Het is belangrijk dat kinderen goed leren spellen en interpunctie correct te gebruiken, doordat deze vaardigheden voorwaarden zijn voor het schrijven (Aarnoutse et al., 2016).
De toetsen spelling worden beoordeeld aan de hand van het referentiekader, de leerstoflijnen begrippenlijst en taalverzorging en kerndoel 11. De tussendoelen worden hierbij niet gebruikt doordat deze overeenkomen met het referentiekader en de leerstoflijnen.
Referentiekader
Niveaubeschrijvingen Spelling
Categorieën
- Klankzuivere woorden
- Klankambigue woorden
- Spelambigue woorden
Regels voor lettergreepgrenzen
- Regels voor verdubbeling en verenkeling
- Afbreekregels
Regels voor woordgrenzen
- Aaneen- en losschrijven van woorden
Morfologische spelling
- Regel van gelijkvormigheid bij assimilatie
- Meervoudsvorming
- Vorming van bijvoeglijk naamwoord
- Vorming van verkleinwoord
- Schrijfwijze van achtervoegsels
- ‘s en -s
- Meervouds -n bij zelfstandig en bijvoeglijk gebruikte verwijzingen naar personen/niet personen
Regels voor de werkwoordspelling
- Persoonsvorm
- Infinitief
- Voltooid deelwoord
Overige regels
- Schrijfwijze van tussenklanken -s en -e(n)
- Gebruik van trema en koppelteken
De leerstoflijnen begrippenlijst en taalverzorging worden gebruikt om deze niveaubeschrijvingen verder uit te werken in spellingsregels. Zo bevat de categorie spelambigue woorden bijvoorbeeld woorden met ei/ij of au/ou. Dit zijn twee verschillende spellingsregels, die vaak apart aangeleerd worden. Het is belangrijk dat al deze spellingsregels getoetst worden, zodat de toets een passende dekking heeft.
Hierin wordt de volgende indeling van spellingcategorieën gebruikt:
- Alfabetisch
- Orthografisch
- Lexicaal-morfologisch
- Morfologische spelling op syntactische basis
- Logografisch
Grammaticale begrippen voor werkwoordspelling
- Werkwoord
- Tijd van het werkwoord
- Getal
- Eerste, tweede en derde persoon
- Persoonsvorm
- Voltooid deelwoord
- Stam van het werkwoord
- Hele werkwoord
- Onderwerp
- Zwakke en sterke werkwoorden
- Werkwoordelijk gezegde
Bij het strategisch handelen bij het aanleren van werkwoordspelling is kennis van deze begrippen belangrijk. Begripskennis staat hierbij in dienst van de spelling. Door deze begrippen en het aanleren van de werkwoordspelling tegelijkertijd aan te bieden, leren leerlingen zich bewust te worden van verbanden in zinnen of teksten. Deze begrippen worden daarom ook meegenomen in de beoordeling van dit criterium.
Kerndoel Nederlands
Kerndoel 11 - De leerlingen leren een aantal taalkundige principes en regels. Zij kunnen in een zin het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde en delen van dat gezegde onderscheiden. De leerlingen kennen:
- regels voor het spellen van werkwoorden;
- regels voor het spellen van andere woorden dan werkwoorden;
- regels voor het gebruik van leestekens.
Voor spelling gaat het bij dit kerndoel erom dat leerlingen:
- De spellingsregels kennen en toepassen;
- Grammaticaal inzicht verwerven en zinvol gebruik maken van dit inzicht bij het toepassen van de spellingregels.
Voor het leren van taalkundige principes en regels is grammaticaal inzicht noodzakelijk. Zo moeten leerlingen om werkwoorden zuiver te kunnen spellen, het onderwerp en het gezegde kunnen onderscheiden. Lees hier de volledige toelichting en verantwoording bij kerndoel 11.
Criterium 3: Worden alle elementen van zowel de kerndoelen als de referentieniveaus en/of de leerlijnen en tussendoelen afgedekt door de toets(en) van de betreffende specifieke vaardigheid?
Boom
Ja, de elementen worden voldoende afgedekt. Hoewel niet alle spellingregels getoetst worden en de toetsen samen net iets minder van de specifieke spellingcategorieën uit de leerstoflijnen Begrippenlijst en taalverzorging afdekken dan de toetsen van Diataal en IEP, wordt dit criterium als behaald beoordeeld. Er worden namelijk voldoende spellingregels getoetst om hiermee een goed beeld te krijgen van de beheersing van de hoofdcategorieën van de spellingregels uit het referentiekader.
Sommige spellingregels worden niet in de Spelling toets aangeboden. Boom LVS geeft hiervoor als reden dat deze regels door 99-100% van de leerlingen goed worden gespeld. Daarnaast zijn in de toets zoveel mogelijk woorden behorend tot de actieve woordenschat van de leerlingen gekozen. Sommige categorieën vallen niet onder de actieve woordenschat en zijn daarom niet opgenomen. Hieronder volgt een overzicht van spellingregels die niet in de Spellingtoets worden getoetst:
Er worden geen vragen over de begrippen zelf gesteld, maar de begrippen worden in de vragen genoemd. De leerlingen moeten dus weten wat dit begrip inhoudt en dit kunnen gebruiken. Dit wordt daarom beoordeeld als behaald.
Alles van het spellinggedeelte van het kerndoel wordt getoetst, behalve bovenstaande spellingsregels. |
Cito
Ja, doordat alle spellingregels van de alfabethisch en morfologische spelling op basis van grammaticale basis worden getoetst. Daarnaast geldt voor deze toetsen dezelfde reden als die van Boom LVS. Zie hierboven.
Van de alfabetische en morfologische spelling op basis van grammaticale basis spelling wordt alles in beide toetsen getoetst. Hieronder volgt een overzicht van spellingregels die niet in de toetsen Spelling en Taalverzorging worden getoetst:
Leerlingen hoeven de begrippen niet uit te leggen, maar moeten antwoord geven op vragen over de begrippen. Hier moeten ze bijvoorbeeld aangeven in welke zin de persoonsvorm onderstreept is of wat het gezegde van een zin is. De leerlingen moeten dus weten wat dit begrip inhoudt en dit kunnen gebruiken. Dit wordt daarom beoordeeld als behaald.
Alles van het spellinggedeelte van het kerndoel wordt getoetst, behalve bovenstaande spellingsregels. |
Diataal
Ja, doordat bijna alle spellingregels worden getoetst. Niet alles, maar ook hier geldt dat er voldoende spellingregels worden getoetst om een goed beeld te krijgen van de spellingvaardigheid van leerlingen.
Van de categorie alfabetische spelling wordt alles getoetst. Hieronder volgt een overzicht van spellingregels die niet worden getoetst:
Er worden geen vragen over de begrippen zelf gesteld, maar de begrippen worden in de vragen genoemd. De leerlingen moeten dus weten wat dit begrip inhoudt en dit kunnen gebruiken. Dit wordt daarom beoordeeld als behaald.
Alles van het spellinggedeelte van het kerndoel wordt getoetst, behalve bovenstaande spellingsregels. |
IEP
Ja, omdat in de toetsen alle spellingsregels worden getoetst.
Van de alfabetische, orthografische, lexicaal-morfologische en logografische spelling worden alle spellingregels getoetst. Van de morfologische spelling op basis van grammaticale basis wordt de volgende spellingregel niet getoetst: Meervouds- -n bij zelfstandig gebruikte verwijzing (alle/allen) (groep 7/8, 1S/2F). Aangezien deze regel een 1S/2F regel is, hoeft deze niet per se getoetst te worden. Dit betekent dat de IEP toetsen aan dit criterium voldoen. Daarnaast heeft IEP de volgende spellingregels toegevoegd:
Er worden geen vragen over de begrippen zelf gesteld, maar de begrippen worden in de vragen genoemd. De leerlingen moeten dus weten wat dit begrip inhoudt en dit kunnen gebruiken. Dit wordt daarom beoordeeld als behaald.
Alles wordt getoetst. |
Criterium 4
Heeft de toets passende vraagvormen of manier(en) van toetsen?
Uit onderzoeken van Bosman en haar collega’s Schraven en van Eekhout (2010; 2013; 2014) komt naar voren dat het toetsen van spelling in een dicteevorm de beste manier is. Meerkeuzetoetsen zijn minder geschikt, doordat fout gespelde woorden de spellingvaardigheid van leerlingen negatief kan beïnvloeden (Bosman & Schraven, 2014). Ook proefleestoetsen zijn minder geschikt (Bosman, 2004). Dit zijn namelijk beide herkenningstaken (passieve spelling), terwijl het bij spelling draait om het toepassen van spellingregels (Schraven, Bosman & Van Eekhout, 2010). Dit betekent dat spelling als productietaak (in de vorm van een dictee) getoetst moet worden. Om nog beter zicht te krijgen op de spellingvaardigheid van de leerlingen, bevelen Bosman, Schraven en Van Eekhout (2010) aan om een zinnendictee aan het woorddictee toe te voegen. Verder is er nog weinig onderzoek gedaan naar de toetsing van werkwoordspelling. Het deel werkwoordspelling van de toetsen wordt daarom niet beoordeeld.
Boom | Ja, zowel de toets Spelling als het PI-dictee gebruikt een woorddictee. Ook de werkwoordspelling wordt in de vorm van een woorddictee getoetst. |
Cito | Ja en nee, bij de toets Spelling wordt er een woorddictee gebruikt. In de toets Taalverzorging wordt spelling uitgevraagd door middel van meerkeuzevragen. In de toets Spelling niet-werkwoorden uit Taalverzorging Leerling in beeld wordt de spelling wel uitgevraagd door een woorddictee. De toets Spelling werkwoorden uit Taalverzorging Leerling in beeld wordt uitgevraagd door middel van invulopgaven, waarbij leerlingen zelf het ontbrekende werkwoord moeten invullen in een zin en er wordt aangegeven welke tijdsvorm ze moeten kiezen. |
Diataal | Ja, er wordt een woorddictee gebruikt. |
IEP | Nee, voor leerjaren 3 t/m 5 wordt er een woorddictee gebruikt. Vanaf leerjaar 6 ook andere vormen, waaronder meerkeuzevragen. Hierdoor wordt er niet voldaan aan dit criterium. |
Criterium 5
Wordt er in de rapportage uitgesplitst in de verschillende subonderdelen van de specifieke vaardigheid?
Boom | Ja, er kan een foutenanalyse worden gedaan bij de toets. Bij het PI-dictee worden hierbij de fouten per spellingcategorie opgedeeld; Bij de toets Spelling kan de fouten per hoofdcategorie (18 in totaal) en per subcategorieën (130 in totaal) bekeken worden. Ook kan de score uitgesplitst worden in twee subscores (woorden en werkwoorden). |
Cito | Ja, de score kan worden uitgesplitst in verschillende categorieën. Daarnaast kan een aanvullende analyse gedaan worden, waarbij gedetailleerde informatie wordt verkregen over de typen fouten. |
Diataal | Ja, de score kan worden uitgesplitst in domeinen en subdomeinen (losse spellingregels). |
IEP |
Ja, van leerjaar 3 tot en met 5 wordt er uitgesplitst in domeinen (categorieën van spellingsregels, (lexicaal-)morfologische spelling), woordsoorten (luisterwoorden, luisterwoorden met een vaste klankgroep, weetwoorden en regelwoorden), spellingsregels en niveaus. Vanaf leerjaar 6 wordt er uitgesplitst in de domeinen die gehanteerd worden door het referentiekader: categorieën van spellingsregels, (lexicaal-)morfologische spelling, overige regels, werkwoordspelling en lettergreepgrenzen. Daarnaast wordt de score opgesplitst in de volgende categorieën: werkwoordspelling en niet-werkwoordspelling. Tenslotte wordt de score opgesplitst in de moeilijkheid van de vragen: vragen op <1F, 1F en 2F niveau. |
Taalverzorging
Aangezien bij de toetsen Spelling de spellingonderdelen al zijn beoordeeld, wordt bij het beoordelen van de toetsen Taalverzorging alleen het onderdeel interpunctie van deze toetsen beoordeeld.
Criterium 1
Wordt de betreffende specifieke vaardigheid door de leverancier in het systeem aangeboden?
Boom | Nee, maar wordt wel ontwikkeld. Verwacht wordt dat de toets in het schooljaar 2022/2023 wordt opgeleverd. |
Cito | Ja, door middel van de toets Taalverzorging en door middel van de toetsen Leestekens als onderdeel van de nieuwe toetsen Taalverzorging Leerling in beeld. |
Diataal | Ja, door middel van de toets Diaspel. |
IEP | Ja, door middel van de toets Taalverzorging (spelling). |
Criterium 2
Voor welke leerjaren is de betreffende toets beschikbaar?
Cito | Vanaf leerjaar 6. Niet aan voldaan, want interpunctie kan al vanaf leerjaar 3 getoetst worden. |
Diataal | Vanaf leerjaar 6. Niet aan voldaan, want interpunctie kan al vanaf leerjaar 3 getoetst worden. |
IEP | Vanaf leerjaar 3 |
Criterium 3
De toetsen taalverzorging worden beoordeeld aan de hand van het referentiekader, de leerstoflijnen begrippenlijst en taalverzorging en kerndoel 11.
Taalverzorging bestaat uit spelling en interpunctie. Interpunctie verwijst naar de leestekens die in en tussen zinnen worden gebruikt, zoals de punt, de komma, het vraagteken en het uitroepteken. Deze worden gebruikt om het lezen te vergemakkelijken. Het referentiekader geeft aan dat leerlingen de volgende leestekens moeten beheersen:
- Hoofdletters en punten bij zinsmarkering
- Vraagtekens, uitroeptekens en aanhalingstekens
- Hoofdletters bij eigennaam en directe rede
- Komma’s, dubbele punt
De auteurs van de leerstoflijnen hebben de leestekens ondergebracht in de categorie Interpunctie en het gebruik van hoofdletters. Zij onderscheiden de volgende leestekens:
Groep 3/4 | Groep 5/6 | Groep 7/8 |
Hoofdletter aan begin zin Punt Vraagteken Uitroepteken |
Hoofdletter bij eigennaam Komma Dubbele punt Aanhalingstekens Haakjes |
Hoofdletter bij directe rede Puntkomma Afbreekstreepje Spatie |
Sommige interpunctieregels staan schuin in de tabel. Dit betekent dat deze begrippen door de makers van de leerstoflijnen aan de eisen van het referentiekader zijn toegevoegd. Er wordt bij deze regels ook niet aangegeven wanneer leerlingen dit behaald zouden moeten hebben. Leerlingen hoeven dit dus niet per se te kunnen aan het eind van de basisschool.
Aangezien het referentiekader leidend is qua niveaubepaling, is het een bonus wanneer toetsen ook deze leestekens toetsen.
Kerndoel Nederlands
Kerndoel 11 - De leerlingen leren een aantal taalkundige principes en regels. Zij kunnen in een zin het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde en delen van dat gezegde onderscheiden. De leerlingen kennen:
- regels voor het spellen van werkwoorden;
- regels voor het spellen van andere woorden dan werkwoorden;
- regels voor het gebruik van leestekens.
Voor het onderdeel interpunctie gaat het bij dit kerndoel erom dat leerlingen:
- de regels voor het gebruik van interpunctie kennen en toepassen;
- grammaticaal inzicht verwerven en zinvol gebruik maken van dit inzicht bij het gebruik van interpunctie.
Lees hier de volledige toelichting en verantwoording van kerndoel 11.
Criterium 3: Worden alle elementen van zowel de kerndoelen als de referentieniveaus en/of de leerlijnen en tussendoelen afgedekt door de toets(en) van de betreffende specifieke vaardigheid?
Cito
Ja, er worden niet werkwoorden, werkwoorden (bij de toets Taalverzorging vanaf groep 7 en bij de Leerling in beeld toetsen vanaf eind groep 6), leestekens, interpunctie en grammatica getoetst.
De volgende leestekens worden niet getoetst: haakjes, puntkomma, afbreekstreepje en spatie. Zoals hierboven in de tabel te zien is, is het toetsen van deze spellingregels optioneel. De toets voldoet daarom aan dit criterium.
Alles van het interpunctiegedeelte van het kerndoel wordt getoetst, behalve bovenstaande spellingsregels. Deze zijn echter optioneel. |
Diataal
Ja, de toets toetst werkwoordspelling, woordspelling, interpunctie en begrippen.
De volgende leestekens worden niet getoetst: dubbele punt (groep 5/6, 3F), haakjes, puntkomma, afbreekstreepje en spatie. De toets voldoet aan dit criterium, doordat de dubbele punt 3F niveau is en het toetsen van de overige leestekens optioneel is.
Alles van het interpunctiegedeelte van het kerndoel wordt getoetst, behalve bovenstaande spellingsregels. Deze zijn echter optioneel. |
IEP
Ja, de toets toetst werkwoordspelling, niet-werkwoordspelling en leestekens.
De volgende leestekens worden niet getoetst: haakjes, puntkomma, afbreekstreepje en spatie. De toets voldoet aan dit criterium, doordat het toetsen van deze leestekens optioneel is.
Alles van het interpunctiegedeelte van het kerndoel wordt getoetst, behalve bovenstaande spellingsregels. Deze zijn echter optioneel. |
Criterium 4
Heeft de toets passende vraagvormen of manier(en) van toetsen?
Er is weinig duidelijk over wat de best passende manier van het toetsen van taalverzorging is. Hierdoor is het moeilijk om dit criterium te beoordelen. De toetsen van alle leveranciers worden op dit criterium daarom beoordeeld als voldoende.
Criterium 5
Wordt er in de rapportage uitgesplitst in de verschillende subonderdelen van de specifieke vaardigheid?
Interpunctie hoeft niet verder uitgesplitst te worden. Het is een bonus wanneer dit wel wordt gedaan.
Cito | Ja, de score kan uitgesplitst worden in de categorieën Zinseindetekens en zinsgeleders en Citaatmarkeerders. |
Diataal | Nee, de domeinscore Interpunctie wordt niet verder uitgesplitst. |
IEP | Nee, de score kan opgesplitst worden in de moeilijkheid van de vragen, maar niet in categorieën. |