Het volgen van de ontwikkeling
Arja Kerpel
Redactielid wij-leren.nl l Projectleider bij Wij-spelen.nl
Geraadpleegd op 07-12-2024,
van https://wij-leren.nl/volgen-van-de-ontwikkeling.php
Evalueren en toetsen
Een goede leerkracht volgt en evalueert de ontwikkeling van zijn leerlingen nauwgezet. Op basis van de resultaten kan hij de vervolgstappen voor de leerling bepalen, zo mogelijk in overleg met de leerling. Evaluaties kunnen gaan over de resultaten, maar ook over het proces. Een veelgebruikte manier van evalueren is het gebruik van toetsen. Er zijn verschillende redenen waarom evalueren noodzakelijk is:
• Om overzicht te kunnen houden.
• Om anderen goed te kunnen informeren.
• Om goed voorbereid het gesprek in te gaan met ouders, de schoolleiding en de inspectie.
Evalueren doe je dus voor het kind, jezelf, de ouders, collega’s, inspectie en anderen. Iedereen heeft daarbij een eigen verantwoordelijkheid.
Prikkelende poster - te downloaden of te bestellen bij Onderwijs Maak Je Samen.
Er zijn twee soorten evaluaties: Formatieve evaluatie is het evalueren tijdens het proces, summatieve evaluatie gebeurt achteraf aan de hand van de resultaten. Bij het evalueren kan gelet worden op de groep of op het individu. Wellicht ten overvloede: besef dat het gaat om persoonlijke informatie, het is dus nodig om zorgvuldig te zijn.
Normering
Er is verschil tussen relatief en absoluut normeren. Bij een absolute normering dan geldt voor iedereen dezelfde norm. Het is duidelijk, maar kan soms erg pijnlijk zijn. Bij een relatieve normering dan wordt achteraf vastgesteld of de leerprestaties voldoende of onvoldoende zijn. Als in het onderwijs alle kinderen dezelfde kennisbasis moeten hebben, dan is een absolute normering nodig. Maar daarnaast is het ook goed om op pedagogische gronden voor een relatieve normering te kiezen.
Wat evalueer je?
Het antwoord op deze vraag is: de leerkracht evalueert het kind in zijn totaliteit. Dat wil zeggen dat alle aspecten van de ontwikkeling bekeken worden. Het gaat dus niet alleen om het product, maar ook op het proces. Het is belangrijk dat de doelstelling van de les vooraf zo concreet mogelijk zijn geformuleerd, zodat zowel de leerkracht als de leerlingen weten waar ze op moeten letten bij het evalueren.
Het leerproces volgen
Er zijn veel mogelijkheden om het leerproces te volgen en de resultaten vast te stellen.
In de eerste plaats zijn er de spontane en structurele observaties van de leerkracht. Dit vraagt een onderzoekende houding.
In de tweede plaats zijn er de methode (on)afhankelijke toetsen. Bij methodeonafhankelijke toetsen (zoals de Cito-toets) zijn de resultaten verdeeld in categorieën, maar kan de leerkracht ook kijken naar het DLE van de leerlingen. Het DLE is het Didactische Leeftijds Equivalent en dat is het niveau van de leerling, uitgedrukt in onderwijsmaanden.
In de derde plaats stelt de leerkracht zelf vragen om te testen of de kinderen de leerstof beheersen. Dit kan ook door zelf ontwikkelde toetsen. Het is van belang om te controleren of de toets betrouwbaar en valide is. Besef als leerkracht ook dat iedere toets een momentopname is, en gebruik de toetsresultaten als puzzelstukjes in een groter geheel.
Leerlingvolgsystemen
Het is belangrijk om een leerling gedurende zijn hele schoolloopbaan te volgen. Daarom zijn er leerlingvolgsystemen ontwikkeld. Zo’n leerlingvolgsysteem (LVS) bestaat uit een serie van methodeonafhankelijke toetsen. Het systeem bevat geijkte toetsen op diverse niveaus, die elk jaar op vaste momenten worden afgenomen in de hele school.
Leerlingrapport en portfolio
In een leerlingrapport geeft de leerkracht zijn visie op de ontwikkeling van het kind. Bij een portfolio heeft het kind zelf een rol in de rapportage. Bij allebei is zorgvuldigheid belangrijk, want een misverstand is sneller opgeroepen dan uit de wereld geholpen. Het is een aandachtspunt voor de leerkracht om rekening te houden met het effect dat het rapport heeft op het kind.
Leertijdverlenging
Het is mogelijk dat een leerling het onderwijs in de groep, ondanks differentiatie, niet kan bijbenen. Zitten blijven is dan een optie. De heersende gedachte is dat zitten blijven tot een minimum beperkt moet worden. Dit is ook zo vastgelegd in de Wet op het Primair onderwijs. Daarin staat ook dat altijd aangesloten moeten worden bij het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Er bestaan steeds meer scholen waarbij het zitten blijven niet voorkomt.
Gesprekken met ouders
De communicatie met ouders over de ontwikkeling van hun kind vindt voor een deel plaats in het tienminutengesprek. Deze gesprekken worden gepland kort na het meegeven van het rapport. Het is daarbij steeds gebruikelijker dat het kind zelf ook meekomt, zodat het eigenaarschap van het kind over het leren benadrukt wordt. Verder is er mogelijkheid tot communicatie tussen ouders en leerkrachten tijdens huisbezoeken of spontane momenten.
Moeilijke gesprekken vragen om specifieke vaardigheden van de leerkracht. Een coach of training kan wenselijk zijn.
Literatuur
Alkema, E. e.a. (2011) Meer dan onderwijs, Assen: Uitgeverij Van Gorcum.
Both, K. (2003) De ontdekkers: een basisschool voor de 21e eeuw. Amersfoort: CPS.
Groot, A.D. de (1983) Vijven en zessen. Groningen: Wolters-Noordhoff.