Montessori onderwijs
Machiel Karels
Directeur Wij-leren.nl | onderwijsadviseur bij Wij-leren.nl
Geraadpleegd op 07-12-2024,
van https://wij-leren.nl/montessori-methode-theorie.php
Definitie Montessori onderwijs
Montessorionderwijs is een onderwijsconcept voor basis- en voortgezet onderwijs volgens de visie van Maria Montessori. Hierin leren leerlingen eigen keuzes te maken om zelfstandig te werken en leren vanuit volledige motivatie.
Binnen montessorischolen kan gedeeltelijk gekozen worden in welke vakken de leerling zich wilt verbeteren. Vaak werkt de leerling zelfstandig aan individuele of groepsopdrachten. Daarnaast houdt het Montessori onderwijsconcept in dat er leerlingen van drie leerjaren in een groep gemixt worden om elkaar te helpen. Op deze manier hoort een leerling een periode bij de jongsten, de middelsten en de oudsten.
Achtergrond
De kern van het montessorionderwijs komt vanuit de grondlegger Maria Montessori en kan worden samengevat in de zin: ‘leer mij het zelf te doen’. Montessori leefde van 1870 tot 1952 en was een Italiaanse arts en pedagoog. Haar methode baseerde zich op de gedachte dat een kind een natuurlijke drang tot zelfontwikkeling heeft. Opvoeding en onderwijs moeten inspelen op de behoeften van een kind door middel van de juiste omgeving en materialen. Volgens Montessori is er een spontane belangstelling vanuit kinderen. De inhoud van deze belangstelling verschilt per kind en zorgt ervoor dat een kind voor een bepaalde periode interesse heeft in bepaalde leergebieden. In deze ‘gevoelige periode’ van het kind is deze in staat een bepaalde functie intensief te ontwikkelen. De taak van montessorionderwijs is om op deze periode een passende reactie te geven en het juiste materiaal aan te bieden.
Lesmateriaal
Leerlingen maken gebruik van speciaal ontwikkelde leermaterialen die afgestemd zijn op bepaalden fasen en leeftijden. In het begin gaat het om ontwikkelingsmateriaal, terwijl er later ook didactisch materiaal wordt toegevoegd. Verder wordt er onderscheid gemaakt tussen zintuiglijk materiaal (vooral geschikt voor de onderbouw), taal- en rekenmateriaal en materiaal ten dienste van het kosmische onderwijs. Aan het lesmateriaal zijn belangrijke eigenschappen te verbinden:
- Het materiaal geeft direct duidelijkheid over de fouten die een leerling gemaakt heeft. Hierdoor kan het kind zichzelf verbeteren en is er ruimte voor evaluatie.
- Het lesmateriaal is gemaakt van natuurlijke materialen.
- Binnen het materiaal staat er telkens één vaardigheid centraal.
Verschil klassikaal- en montessorionderwijs
Klassikaal onderwijs zorgt voor kennisoverdracht aan een bepaalde groep op hetzelfde moment. Bij het montessorionderwijs wordt elk kind individueel begeleid en is de motivatie van de leerling het centrale uitgangspunt.
Bij het klassikale onderwijs wordt er gewerkt met een zogenaamd leerstofjaarklassensysteem. De gemiddelde leerling is hierbij het uitgangspunt en de leerstof staat centraal. De leerlingen worden op leeftijd gegroepeerd en middels differentiatie wordt geprobeerd de groep bij elkaar te houden.
Montessorischolen zien onderwijs en opvoeding als één geheel waarbij kinderen hun behoeftes en talenten binnen het onderwijs kunnen ontwikkelen. Het is niet zo dat er bij montessorischolen alleen sprake is van individueel lesgeven. Het zelfstandig werken wordt afgewisseld met groepsmomenten waarbij les wordt gegeven aan de hele groep. Dit kan gaan over spellingsregels, nieuwsbegrip of iets dergelijks. Vervolgens gaan de kinderen er wel op hun eigen tempo en op hun eigen niveau mee aan de slag.
Daarnaast zit er verschil in de manier tussen zelfstandig werken op een klassikale school en een montessorischool. Dit verschil zit in de pedagogische opvatting. De manier van werken zou op elkaar kunnen lijken, maar de doelstelling is totaal verschillend.
Binnen het klassikale onderwijs gaat het zelfstandig werken vooral over de manier waarop leerlingen onderwijs beter kunnen ontvangen en zelfstandig hun taak kunnen verwerken. Bij het montessorionderwijs staat zelfstandig werken in het teken van het ontwikkelen van een zelfstandige leerhouding. Dit is dus een pedagogisch en opvoedkundig doel. Het is dus feitelijk een verschil in leerstofgerichtheid versus kindgerichtheid.
De montessorischool onderscheidt zich ten opzichte van een klassikale school ook door het mengen van leeftijdsgroepen in één klas. Dit bevordert volgens Montessori de harmonische ontwikkeling waarbij kinderen van elkaar kunnen leren en een gevoel van verantwoordelijkheid voor elkaar krijgen.
Ontwikkelingsfasen
Volgens Maria Montessori is de groei naar volwassenheid onder te verdelen in drie perioden van zes jaar. Dit komt het duidelijkst tot uitdrukking bij het werken met heterogene groepen, zoals een sociale omgeving waarin kinderen zich ontwikkelen en leren omgaan met kinderen van verschillende leeftijden. Het is aan opvoeders en leerkrachten om kinderen bij deze ontwikkeling te steunen en stimuleren.
- Periode van schepping: de periode van nul tot zes jaar. De eerste drie jaar is een onbewuste fase en de fase van drie tot en met zes jaar is de bewuste fase. In de onbewuste fase maakt het kind een snelle groei door waarbij er ontwikkeling is van onder andere de motoriek en de spraaktaal. In de bewuste fase gaat het kind ordenen, oefenen van de zintuigen en wordt de waarneming beter. Het kind kan zich beter concentreren en er ontstaat een groeiende taalvaardigheid. Het jonge kind is egocentrisch en op zichzelf gericht.
Periode van verkenning en wetenschap: de periode van zes tot twaalf jaar. Allereerst de periode van verkenning waarin het kind zijn horizon verbreedt en daarmee de oriëntatie op de wereld. De verbeeldingskracht ontwikkelt, het geheugen is heel sterk en het kind kan veel kennis opbouwen. Hierin geeft kosmische educatie een kind bewustwording van zijn plaats en omgeving, en het leren leggen van verbanden binnen plaats en tijd. Kosmische educatie is de basis van de montessoriopvoeding. Vanaf ongeveer negen jaar volgt de periode van wetenschap waarin het kind verder nieuwsgierig raakt over het hoe en waarom. Het kind doet onderzoek, ontwikkelt interesses en bedenkt meer variaties omtrent verbeeldingskracht. In deze periode is de belangstelling voor normen en waarden groot en zijn ze in de ‘gevoelige periode’. In het montessorionderwijs staat het werven van kennis, in combinatie met maatschappelijke en sociale ervaringen, voorop.
Periode van maatschappelijke gerichtheid: de periode van twaalf tot achttien jaar. Dit is de periode waarin er nog meer sprake is van bewustwording van omgeving. Voor deze groep, en de doorstroom vanuit de basisscholen, zijn er middelbare scholen met montessorionderwijs. Toch zijn er momenteel meer montessorischolen die gericht zijn op de periode van schepping en de periode van verkenning en wetenschap.
Aantal Montessori scholen
De eerste montessorischool werd in 1916 geopend in Laren. Vandaag de dag zijn er meer dan 160 erkende montessoribasisscholen in Nederland volgens de Nederlandse Montessorivereniging (NMV). Om erkend te worden moet de school aan een aantal voorwaarden voldoen, die zijn opgesteld door de NMV. Naast de basisscholen zijn er nu in Nederland ongeveer 20 scholen voor voortgezet montessorionderwijs.
Bronnen:
De tien meest gestelde vragen over montessorionderwijs. (z.d.). Geraadpleegd op 27 februari 2020, van https://www.montessorihb.nl/bestanden/449343/Tien-meest-gestelde-vragen.pdf
H., I. (2019, 10 januari). Wat is het onderwijsconcept van het montessori-onderwijs? Geraadpleegd op 26 februari 2020, van https://www.onderwijsconsument.nl/montessori/
Montessori. (2020, 19 januari). Geraadpleegd op 26 februari 2020, van https://nl.wikipedia.org/wiki/Montessorionderwijs
Montessori 0-12 jaar. (z.d.). Geraadpleegd op 27 februari 2020, van https://montessori.nl/montessori-0-12-jaar/
Peters, M. (2009). Wat is een montessorischool? Geraadpleegd op 26 februari 2020, van http://www.anababa.nl/school/basisschool/kiezen/schooltypen/montessori