Meesterlijk kleuteronderwijs voor juffen en meesters
Marleen Legemaat
Redactielid bij Kennisplatform Wij-leren.nl
Geraadpleegd op 06-12-2024,
van https://wij-leren.nl/meesterlijk-kleuteronderwijs-voor-juffen-en-meesters.php
Hoe inspireer je het jonge kind door activiteiten? In het boek Meesterlijk Kleuteronderwijs gaat Sander Gordijn -beter bekend als meester Sander - in op deze vraag. Het boek is een weerslag van zijn ervaringen in het onderwijs in de afgelopen tien jaar. Het is opgesplitst in vijf delen en richt zich op leerkrachten van groep 1, 2 en 3.
Deel 1: Mijn ervaringen
In dit eerste deel vertelt Meester Sander over zichzelf en waarom hij voor de klas staan bijzonder vindt. Samen met kinderen wil hij de wereld ontdekken. Als meester gaat hij uit van het goede in de mens en wil hij het grote voorbeeld zijn voor zijn leerlingen. De basis voor de ontdekkingen van het kind zijn een veilige omgeving waarin fouten maken mag.
De beste leerkrachten zijn degenen die zichzelf durven te zijn in de klas.
Als mannelijke leerkracht moet je sterk in je schoenen staan om te kiezen voor een kleutergroep. Met dit boek wil Sander het imago van de mannelijke kleuterleraar een boost geven. Voor hem is het belangrijk dat Pabo studenten niet gelijk een master gaan volgen of een universitaire Pabo, maar juist door voor de klas te staan en 'vlieguren' te maken ervaring opdoen.
Veel leerkrachten krijgen een burn-out in het onderwijs omdat er zoveel op hun bordje ligt. Een belangrijke les is: durf te kiezen. Alleen de belangrijkste dingen moet je doen voor kinderen en vooral jezelf niet vergeten! Tips van meester Sander:
- Maak ruimte en tijd voor je lessen; laat niet alle middagen volplannen voor gesprekken en vergaderingen;
- Maak gebruik van elkaars expertise;
- Maak samen onderwijs;
- Reslutaten zijn een middel om je onderwijs te verbeteren. Geef niet toe aan faalgevoel als leerlingen slecht scoren, maar zie het als een momentopname om constructief aan de slag te gaan;
- Zoek energiebronnen; doe waar je goed in bent;
- Iedereen is anders; steek energie in dingen waar je energie van krijgt;
- Niet alles moet goed gaan. Fouten zijn er om van te leren.
Deel 2: Lesgeven in de onderbouw
Met thematisch werken kun je kinderen meenemen in een onderwerp en gaandeweg ze een heleboel leren. Een methode kan structuur en houvast bieden, maar Sander pleit ervoor dat de leerkracht vanuit zijn of haar eigen verantwoordelijkheid werkt. Er zou meer tijd moeten worden vrijgemaakt om lessen voor te bereiden. Randzaken vragen vaak téveel aandacht.
Elk thema kent een aantal vaste onderdelen, zoals een startactiviteit, een doorlopende verhaallijn, een excursie en een afsluitende activiteit. Een thema duurt zolang als kinderen betrokken blijven, meestal is van vakantie tot vakantie een mooie natuurlijke periode. Je werkt hierbij vanuit de leervragen van de kinderen. Een verhalend ontwerp kan steun en structuur bieden en geeft een betekenisvolle context van het ondewijs. Het onderwerp komt tot leven door gebruik te maken van een personage.
Geef kinderen echt het gevoel dat ze op elk moment weer input kunnen geven voor het thema en dat hier iets mee gedaan kan worden.
Richt hiervoor een speciale plek in die goed zichtbaar is.
Leerdoelen kun je zo koppelen aan de belevingswereld van het kind. Een leerdoel hoeft geen lesje in de kring te zijn.
Als je ruimte genoeg in je klas hebt kun je naast een huishoek ook een themahoek maken. Het is goed om te bedenken welke doelen je met de kinderen kunt oefenen in de hoek. Je kunt dit voordoen in de grote kring en via rollenkaartjes en een spelscript kan het in de hoeken gespeeld worden. Ook cijfers en getallen kun je op allerlei manieren aan de orde laten komen. Werkbladen kunnen een checkmoment zijn om te kijken of kinderen iets beheersen, maar verder zijn ze niet inspirerend. Actieve werkbladen zijn dat wel: hier kunnen kinderen zelf iets op tekenen/schrijven, bijvoorbeeld hoeveel ijsjes ze verkopen in het restaurant.
Speciale aandacht heeft Sander voor jongens in de klas en mannen in het onderwijs.
Het is echt heel goed voor een school wanneer er net zoveel mannen als vrouwen werken.
Hoe laat je de stem van het kind in de klas meetellen? Sander noemt drie manieren:
1. Gezamenlijk thema's verzinnen en inventariseren en stemmen welk thema het wordt.
2. Maandagochtend gesprekjes voeren met de kinderen om hen te laten vertellen wat ze willen gaan maken die week.
3. Kindgesprekken voeren met de ouders en het kind samen. Het kind geeft pictogrammen een kleur om aan te geven wat het leuk vindt, wat het nog kan oefenen, en waar het goed in is.
Volgens Sander is de onderbouw het voorbeeld in de 21e eeuw als het gaat om vaardigheden die aandacht krijgen. Hij noemt:
- creatief denken;
- probleem oplossen;
- communiceren;
- samenwerken;
- sociale- en culturele vaardigheden;
- zelfregulering;
- kritisch denken.
Deel 3: Bewegend leren
Bewegen is belangrijk voor kinderen. Zeker bij kleuters.
Ik zie voor mezelf een belangrijke taak door leerdoelen te verwerken in activiteiten die gericht zijn op bewegend leren.
De volgende tips komen langs:
- Doe inspiratie op met collega's;
- Kijk naar de beschikbare ruimte in jullie school;
- Kijk of er budget is voor materialen, bijvoorbeeld stoepkrijt, pionnen, een zitmatje en een klembord om op te schrijven.
- Doe wat met niveauverschillen;
- Zorg ook voor ontspanning ná het bewegen;
- Maak niet overal een wedstrijd van.
In een volgende paragraaf stelt meester Sander dat slecht weer niet bestaat. Hij is voorstander van regenpakken voor de kinderen, zodat ze ook bij nat weer naar buiten kunnen. Ook een buitenkraan voor water mag niet ontbreken. Een stuk overkapping aan het lokaal kan zorgen voor extra ruimte zodat kinderen daar kunnen spelen. Meer ruimte geeft meer speelplezier!
Ook buiten kun je aan de slag met je thema's en leerdoelen. Dit kun je doen volgens een vast stappenplan:
- Kies een leerdoel uit en bedenk een activiteit binnen het thema;
- Creeër de voorwaarden;
- Maak er samen een avontuur van;
- Geef het initiatief over; in deze fase gaan de kinderen zelf verder en ga jij observeren.
Ook voor het binnen bewegen heeft meester Sander tips. Hij heeft zelf een spel ontwikkeld om met behulp van kaartjes bij letters en cijfers bewegingen uit te voeren.
Deel 4: ICT als verrijking van ons onderwijs
Meester Sander is opgegroeid met digitale spelletjes en computers. In deze middelen ziet hij volop kansen om het onderwijs te verrijken. Hij pleit ervoor dat de tools die je inzet aansluiten bij het thema waar je mee bezig bent.
Laat de ICT niet leidend zijn, maar kijk naar de manier waarop je ICT een verrijking kan zijn van het onderwijs dat je al geeft.
Het advies van Mediaopvoeding voor kinderen van 4 tot 6 jaar is 10 à 15 minuten schermtijd per keer en maximaal één uur per dag. Verder is het advies om minstens twee uur buiten te zijn.
Technologie is bedoeld om onze lessen te verrijken. Maar het is nog steeds de leerkracht die bepaalt of iets echt wat toevoegt aan de les. Het TPACK en SAMR model zijn hulpmiddelen om je te helpen keuzes te maken hoe je technologie inzet in je onderwijspraktijk.
Verder komen in dit hoofdstuk aan de orde:
- Het digitale schoolbord;
- Apps in de onderbouw;
- Instructievideo's;
- Elk kind digitaal geletterd;
- Programmeren.
Deel 5: Social Media en PR
In dit laatste deel laat Sander zien hoe je als school en als leerkracht je voordeel kunt doen met media. Hoe zet je je school sterk neer? De communicatie van een school heeft veel impact. Sander geeft tips om van ouders goede ambassadeurs van je school te maken:
- Zorg voor een duidelijke onboarding; laat duidelijk zien welke stappen ouders doorlopen wanneer ze hun kind aanmelden;
- Maak video's voor ouder en kind waarin je bijvoorbeeld uitlegt hoe de dag verloopt;
- Ga op huisbezoek; het is waardevol de thuissituatie van het kind te kennen;
- Informeer naar de talenten van ouders en zet hun expertise in;
- Ga uit van het positieve als ouders met een klacht of opmerking komen;
- Deel informatie met ouders die ze aanspreekt. Laat ouders meeleven met wat er in de klas gebeurt.
Dit hoofdstuk sluit af met tips over het inzetten van social media als leerkracht. Zelf is de auteur volop daarmee bezig.
Voorin het boek vind je een persoonlijke inlogcode waardoor je bij aanvullende online content bij dit boek kan.
Recensie
Wie meester Sander nog niet kent, leert hem uit dit boek wel kennen: Een explosie van energie en idëeen! Niet alleen schrijft Sander veel vanuit zijn eigen ervaringen, hij gebruikt ook talloze voorbeelden van lessen die hij zelf gegeven heeft. Vaak inspirerend, tegen het einde van het boek soms ietsje pietsje vermoeiend. De ondertitel is daarom prachtig gekozen: van eigenwijs tot onderwijs! Want een tikkeltje eigenwijsheid kun je - hoewel ik hem niet persoonlijk ken- meester Sander niet ontzeggen. Maar dat geldt voor heel veel goede leerkrachten toch?
De focus op bewegend leren in deel 3 sprak mij erg aan. Veel interessante (boeken) tips geven inspiratie, ook de foto's zijn trouwens inspirerend, tot zelfs kinderen in regenpakjes toe!
Eigentijds is zijn insteek in deel 5 waarin hij laat zien hoe je als leerkracht ook online actief bezig kunt zijn. Als leerkracht ben ik wel benieuwd welke privacy vragen je tegenkomt als het gaat om het delen op de sociale media, maar dat stukje miste ik.
Mooi dat Meester Sander met dit boek aandacht vraagt voor meesters in de kleuterbouw. Hij hoopt dat door dit boek meer mannen in gaan zien dat het een uitdaging is om les te geven in de onderbouw. Op zijn bevlogen manier laat hij zien dat ook daar een wereld te ontdekken valt en dat je bij het jonge kind tal van onderwerpen kunt aanboren en uitdiepen.
N.a.v. Sander Gordijn, Meesterlijk kleuteronderwijs voor juffen en meesters, Tenbrinkuitgevers, oktober 2020, 167 pagina's
Bestellen
Het boek Meesterlijk kleuteronderwijs voor juffen en meesters is te bestellen via: