Mensen vertonen vanaf het begin nieuwsgierigheid en leergierigheid, en streven naar sociale verbinding, kennis en vaardigheden. In de motivatiepsychologie worden deze neigingen samengevat in drie psychologische basisbehoeften die inherent zijn aan elk individu:
1. Relatie: Sociale verbondenheid staat centraal en is van groot belang.
2. Competentie: Het gevoel van competentie is essentieel, vooral bij kinderen, om taken uit te voeren.
3. Autonomie: Het vermogen om het eigen gedrag te bepalen is cruciaal; dit leidt tot de bereidheid taken uit te voeren omwille van de taak zelf.
Door te voldoen aan deze drie basisbehoeften ontstaat intrinsieke motivatie. Het is opvallend hoe deze behoeften niet alleen gelden voor kinderen maar voor alle leeftijdsgroepen in het onderwijs. Het bevorderen van sociale verbondenheid, competentiegevoel en autonomie lijkt fundamenteel voor het stimuleren van intrinsieke motivatie in een educatieve omgeving. Het is voor leraren dus belangrijk om in hun onderwijsbenadering rekening te houden met deze basisbehoeften. Door als leraar strategieën hiervoor toe te passen, kun je een omgeving creëren die intrinsieke motivatie bevordert.
Bron: Deci, E.L., & Ryan, R.M. (2000). Self-determination theory and the facilitation of intrinsic motivation, social development, and well-being. American Psychologist, Vol 55(1), 68-78.
Laatst geactualiseerd op 28 november 2023