Kennisplatform
Nieuw: Let op! Wij-leren.nl lanceert nieuwe website

De voor- en nadelen van labels

Willy de Heer
Wetenschappelijk onderzoeker en adviseur bij bureau Zeer Makkelijk bij Zeer Makkelijk  

Heer, W. de (2023). De voor- en nadelen van labels.
Geraadpleegd op 10-11-2024,
van https://wij-leren.nl/voor-en-nadelen-van-labels-hoogbegaafden.php
Geplaatst op 6 februari 2023
Zijn etiketten voor een kind altijd helpend?

Als je voor de klas staat, kijk je niet vreemd meer op van de vele etiketten of labels van de leerlingen in jouw klas zoals dyslexie, adhd, autisme, moeite met leren of juist (hoog)begaafd. Soms bekruipt je wel het gevoel: “Zijn er nog wel leerlingen zonder etiket?”.

In dit artikel wordt ingegaan op de ontstaansgeschiedenis van labels, de voor- en nadelen hiervan en de extra problemen die ontstaan door labels die verwijzen naar intelligentie, vooral bij hoogbegaafden.

Waarom zijn er labels?

De behoefte om leerlingen in te delen in categorieën heeft eind 19e eeuw een vlucht genomen. Er bestonden weliswaar al langer scholen voor dove en blinde kinderen, maar de ommekeer is gekomen na de invoering van de leerplicht in 1900. Scholen kregen toen te maken met een toeloop van leerlingen die tot die tijd niet naar school gingen.

Pas toen àlle kinderen naar school moesten, viel op dat er kinderen waren waarvoor de school te moeilijk was. Besloten werd voor deze groep kinderen speciale zwakzinnigenscholen op te richten, om het reguliere onderwijs te ontlasten en de onderwijskansen van deze kinderen te vergroten.

Elk kind waarvan men vermoedde dat het op een zwakzinnigenschool thuishoorde, werd eerst pedagogisch en medisch onderzocht om ervoor te zorgen dat het niet ten onrechte op deze school werd geplaatst. Voor dit onderzoek wilde men beschikken over een neutrale methode om de verstandelijke vermogens van het kind vast te stellen. Daarom is de eerste intelligentietest in 1905 ontwikkeld.

Voordelen

Etiketten in het onderwijs kunnen zeer nuttig zijn, omdat hiermee de leerling - indien nodig - kan worden verwezen naar de juiste ondersteunende begeleider of passende (speciale) school. Daarnaast kunnen labels de leerkracht of docent handvatten geven in hoe deze leerling kan worden begeleid en welk lesmateriaal kan passen bij de leerbehoefte van de leerling.

Etiketten in het onderwijs kunnen zeer nuttig zijn

Een label kan ook helpend zijn voor de ouders om hun kind te ondersteunen en te begeleiden, en om een hulp- en ondersteuningsvraag te formuleren. Ten slotte kan een etiket de leerling helpen zichzelf beter te begrijpen en het aangepaste onderwijs te accepteren.

Nadelen

Elk voordeel heeft zijn nadeel, wordt wel gezegd. Een eerste nadeel is, dat de leraar door de bril van het label kijkt naar de leerling… en hiermee het zicht op het kind kwijt raakt. Het etiket staat centraal, in plaats van de leerling.

Een tweede nadeel is dat etiketten niet zonder consequenties zijn. Het blijft aan de persoon in kwestie ‘plakken’, je komt er moeilijk meer vanaf. Dit is zeker kwalijk als het kind in het verleden ten onrechte een onjuist label is gegeven. Zo wordt een kind dat graag alleen speelt al snel uitgemaakt voor autistisch en een druk kind voor adhd’er.

Een derde nadeel is, dat de leerling (ook buiten het onderwijs om) wordt vereenzelvigd met zijn etiket. Een leerling met adhd kan gaan denken dat hij zich niet hoeft in te houden, hij is immers adhd’er? Een leerling met een verstandelijke beperking en een hoogbegaafde leerling kan faalangst ontwikkelen. De een omdat hij denkt dat hij nooit iets zal leren en de ander juist omdat hij denkt dat hij alles meteen moet kunnen en snappen. Leerlingen kunnen hier zwaar onder gebukt gaan.

Extra problemen met intelligentieverwijzingen

In het verleden zijn de labels voor leerlingen met een verstandelijke beperking al vaak van naam gewisseld. In de loop der tijd werden de etiketten voor deze kinderen steeds negatief of als scheldwoord gebruikt, zoals idioot, imbeciel, debiel, mongool. Het is dan ook niet voor niets dat men in de onderwijsomgeving geen gebruik maakt van de ‘psychologische’ etiketten benedengemiddeld intelligent, laagbegaafd of licht intellectueel / verstandelijk beperkt, maar van matig, moeilijk of zeer moeilijk lerend. De reden hiervoor is, dat men in het onderwijs de situatie waarin de leerling zich bevindt wil verduidelijken zonder het kind te belasten met termen die een te negatieve ondertoon of gevoelswaarde (kunnen) hebben.

Ook de ‘psychologische’ labels gemiddeld intelligent, bovengemiddeld intelligent, begaafd en hoogbegaafd kunnen belastend zijn, c.q. als zodanig worden ervaren. Vandaar ook dat in mijn dissertatie Gelijkheid troef (2017) deze terminologie is aangepast naar gemiddeld, bovengemiddeld, makkelijk en zeer makkelijk lerend. Deze kwalificaties voorzien in het doel om de leraar een indicatie te geven van de leerbehoeften van het kind, zonder een negatieve stempel mee te geven.

Label hoogbegaafden

Van hoogbegaafden wordt namelijk nogal eens verondersteld dat zij het zèlf - zonder uitleg of toelichting – wel kunnen, “want zij zijn toch zo slim?” Deze veronderstelling klopt echter niet.

Een ouder van een zeer makkelijk lerend thuiszittend kind in het samenwerkingsverband PO 20.01 gaf aan: 
“Klas overslaan zonder extra begeleiding om lesstof in te halen, want ja dat kan een HB-er toch zelf wel. Zit nu weer een klas lager en is doodongelukkig.” (De Heer 2022, p. 41).

Uit het onderzoek in ditzelfde samenwerkingsverband is ook naar voren gekomen dat er een verband is tussen intelligentie en de hoeveelheid problemen die dat oplevert in het onderwijs. Gebleken is, dat hoe intelligenter het kind, hoe meer en ernstiger de problemen zijn, hoe meer (mis)diagnoses, hoe groter de behoefte aan zorg en hoe groter de kans op schooluitval.

Hoogbegaafden ofwel zeer makkelijk lerenden zijn weliswaar leerlingen die van zichzelf (zeer) makkelijk kunnen leren, maar het blijven leerlingen. Ook zij weten en kunnen (lang) niet alles. Ook zij hebben behoefte aan een goed pedagogisch klimaat waarin zij net als de andere leerlingen het gevoel hebben erbij te horen (relatie), waarin zij de ruimte krijgen om  uitdagingen aan te gaan waar zij waar nodig worden ondersteund (competentie) en waarin zij in veiligheid de ruimte krijgen om zèlf keuzes te kunnen maken in relatie met de ander (autonomie). Het CAR-model van Luc Stevens is op hen onverminderd van toepassing, want bedenk:

Hoogbegaafden / zeer makkelijk lerenden zijn leer-lingen.

Wil je meer weten over het onderwijs aan (zeer) makkelijk lerenden en hoe je deze leerlingen kunt motiveren, bezoek dan het congres “Hoe om te gaan met hoogbegaafdheid? Kenniscarrousel tussen wetenschap & praktijk” op 7 maart 2023. Tijdens dit congres kun je sparren met wetenschappers en ook vooraf je vragen of casus ter bespreking indienen. Zie voor meer informatie: https://uitgeverijbontekoe.nl/congres-hoogbegaafdheid/.

Literatuur

  • Blijswijk, R. (2012, 25 november). Luc Stevens: ‘Ieder mens is gebouwd om zichzelf te ontwikkelen en heeft een natuurlijke behoefte aan relatie, autonomie en competentie’. Stichting NIVOZ. Geraadpleegd op 8 december 2022, van https://nivoz.nl/nl/luc-stevens-ieder-mens-is-gebouwd-om-zichzelf-te-ontwikkelen-en-heeft-een-natuurlijke-behoefte-aan-relatie-autonomie-en-competentie
  • Boekholt, P.Th.F.M., & De Booy E.P. (1987). Geschiedenis van de school in Nederland. Vanaf de middeleeuwen tot aan de huidige tijd. Van Gorcum.
  • Bolkestein, G., & H. Menkveld. (1978). Ontwikkelingslijnen naar Speciaal Onderwijs (serie Speciaal Onderwijs). Uitgeverij Callenbach.
  • Dodde, N.L. (1993). Dag, mammoet! Verleden, heden en toekomst van het Nederlandse schoolsysteem. Garant.
  • De Heer, W. (2017). Gelijkheid troef in het Nederlandse basisonderwijs Onderzoek naar het onderwijs voor zeer makkelijk lerenden. Ipskamp Printing .
  • De Heer, W. (2019). Onderwijs aan zeer makkelijk lerenden of hoogbegaafden Een overzicht van de wetenschappelijke kennis. Eburon Uitgeverij.
  • De Heer, W. (2019, oktober). ‘Ook zeer makkelijk lerende kinderen hebben hulp nodig’. Balans Magazine, 04, 30-33,
  • De Heer, W. (2021). Alle leerlingen bij de les Voorkom vastlopen van moeilijk en makkelijk lerenden. Lannoo Campus.
  • De Heer, W. (2022, september). Helderheid. Onderzoek naar de witte vlekken in het dekkend aanbod van Samenwerkingsverband PO 20.01. Zeer Makkelijk. Geraadpleegd op 8 december 2022, van https://po2001.nl/wp-content/uploads/2022/10/20220914-Onderzoeksrapport-PO20-01.pdf.
  • Kraijer, D.W., & Plas, J.J. (2014). Handboek psychodiagnostiek en beperkte begaafdheid. Classificatie, test- en schaalgebruik. Pearson.
  • Mackintosh, N.J. (2011). IQ and Human Intelligence. Oxford University Press.
  • Mans, I. (1998). Zin der zotheid. Vijf eeuwen cultuurgeschiedenis van zotten, onnozelen en zwakzinnigen. Bakker / Prometheus.
  • Smeets, E.F.L. & Rispens J. (2008). Op zoek naar passend onderwijs. Overzichtsstudie van de samenhang tussen regulier en speciaal (basis)onderwijs. ITS / RU Nijmegen.
  • Tak, J.A., Bosch, J.D. Begeer, S. & Albrecht G. (red.). (2016). Handboek psychodiagnostiek voor de hulpverlening aan kinderen en adolecenten. De Tijdstroom.
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.