Groepsplannen, niet meer dan een corveetaak!
Kees van Overveld
Gedragsdeskundige; eigenaar bij Trainingsbureau voor het onderwijs
Geraadpleegd op 06-12-2024,
van https://wij-leren.nl/groepsplan-problemen.php
Dit artikel is geschreven samen met Roel Blankers en Lonneke Vermeulen
‘Groepsplannen, niet meer dan een corveetaak!’ Zo luidt de conclusie naar aanleiding van een serie informele gesprekken met leraren over het werken met groepsplannen. In dit artikel kijken we naar het werken met groepsplannen, we inventariseren welke problemen leraren in de praktijk ondervinden en op welke wijze voor die problemen een oplossing kan worden gevonden.
‘Het moet van de Inspectie’, ‘Groepsplannen rollen automatisch uit ons leerlingvolgsysteem’ en ‘Die maakt onze IB’er’ zijn slechts enkele uitspraken waaruit blijkt dat op veel scholen het groepsplan een wassen neus is en dat het middel een doel op zich is geworden. Een zoektocht naar de termen #groepsplan en #groepsplannen op Twitter levert een keur aan meningen en uitspraken op die de zinloosheid van het groepsplan lijken te bekrachtigen.
Werken met groepsplannen
Scholen worden geacht planmatig en opbrengstgericht te werken. Mede door de invoering van passend onderwijs wordt steeds meer aandacht gevraagd voor een onderwijsaanbod dat is afgestemd op de onderwijsbehoeften van de leerling en de groep. Omdat het ondoenlijk is om dertig individuele handelingsplannen te schrijven en goed te onderhouden, wordt er in het primair onderwijs vooral gewerkt met groepsplannen waarbij de onderwijsbehoeften van leerlingen zijn geclusterd in niveaugroepen.
Een groepsplan ontstaat binnen een groepscyclus:
• Leraren vullen een groepsoverzicht in van een bepaald leergebied.
• De resultaten worden geanalyseerd door de leraar en de IB’er.
• Er worden groepsdoelen gesteld en er vindt differentiatie in groepen plaats.
• Het groepsplan wordt opgesteld en uitgevoerd.
• Tijdens een groepsbespreking worden de resultaten geëvalueerd.
(De cirkel is rond. Er kan een nieuwe cyclus worden gestart).
Deze cyclisch gestructureerde manier van handelen zorgt ervoor dat de leraar zelf de kwaliteit van het geboden onderwijs kan verbeteren. Toch blijkt dit in de praktijk niet altijd even eenvoudig.
Problemen in de praktijk
Op papier zien alle modellen voor planmatig werken en de invulformulieren van een groepsplan er prachtig uit. Echter, wie goed naar leraren luistert, merkt dat in veel gevallen het groepsplan als een invuloefening wordt gehanteerd om maar weer een taak van de lijst af te kunnen vinken. Vergeeflijk, omdat de leraar steeds meer taken krijgt toebedeeld en de werkdruk toeneemt. Daartegenover groeien de mogelijkheden om deze werkdruk het hoofd te bieden zelden evenredig mee.
Hoe vaak komt het niet voor dat een format voor het groepsplan tijdens het inspectiebezoek aan een collega-school in de smaak viel en dus ook op de eigen school wordt ingevoerd? Of dat er op bovenschools niveau is bepaald dat scholen geacht worden te werken met een standaard groepsplanmodule in het leerlingvolgsysteem? Tezamen met alle andere belangrijke dingen die in het schooljaar aandacht behoeven, wordt het groepsplan daardoor ‘iets wat we ook nog moeten doen’.
Als dergelijke werkprocessen blijven bestaan, zullen leraren nooit de toegevoegde waarde van groepsplannen onderkennen en het logischerwijs blijven ervaren als een administratieve corveetaak. In dat geval adviseren wij: stop met het groepsplan. Laat de Inspectie dan op een andere manier zien op welke wijze het onderwijs wordt afgestemd op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
Uit de praktijk
Het is van belang dat een schoolteam als collectief inzicht heeft in de huidige situatie van het onderwijs binnen de school. Lerares Lonneke vertelt over het rekenonderwijs bij haar op school:
‘Doorloop met het hele schoolteam het traject naar “werken met groepsplannen”. Laat het doel zijn: “Wij willen tegen het einde van het schooljaar ons rekenonderwijs verbeterd hebben.” Trek hier voldoende tijd voor uit. We zijn namelijk geneigd snel met oplossingen te komen, zonder te weten wat exact de verbetermogelijkheid is. Pas daarna is de vraag gerechtvaardigd in hoeverre het groepsplan ons als leraar zou kunnen helpen bij het verbeteren van het rekenonderwijs.’
Lonneke wijst op het belang van de volgende vragen: Waar staan we nu? Waarin moeten, kunnen en willen we ons professionaliseren? En: Wat is hiervoor nodig? Door hierover met elkaar in gesprek te gaan, ontstaat er een gezamenlijk beeld van het huidige rekenonderwijs.
‘Zo bleek de kennis van het nieuwe reken-wiskundeonderwijs niet bij iedereen up-to-date te zijn. Ook hanteerden we allemaal onze eigen standaard om de groep te differentiëren in de drie niveaugroepen. Daarnaast dachten we voldoende tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van onze leerlingen door de methode te volgen. Voor onze populatie leerlingen bleken we hierin echter regelmatig tekort te schieten.’
Nadat een dergelijke constatering is gedaan, is het raadzaam de situatie nader te analyseren. Spreek hiertoe, al dan niet in overleg met de IB’er of expert van het leergebied, met elkaar af waar je op gaat letten tijdens collegiale groepsbezoeken. Denk hierbij aan de effectiviteit van de geboden instructie, verdeling van de les in blokken, doelgericht werken met drie niveaugroepen, aanbieden van verrijkingsstof, objectiviteit in beoordelen et cetera.
‘Uit deze collegiale groepsbezoeken bleek dat wij: (1) geen scherp zicht hadden op de doorgaande lijn en tussendoelen van groep 1 t/m 8, (2) onze instructie(tijd) en leerstofaanbod onvoldoende afstemden op de drie niveaugroepen en (3) onze lesdoelen niet naar de leerlingen benoemden.’
Op basis van de analyse is het vervolgens mogelijk om gezamenlijk maatregelen te formuleren om de gewenste verbeterslag te kunnen maken.
‘De basiskennis van het reken-wiskundeonderwijs werd door de collegiale groepsbezoeken al heel praktisch versterkt. Deze maatregel hebben we daarom ook direct binnen de school gestandaardiseerd. Maar dat was nog niet voldoende. Een tweede maatregel die we formuleerden, was de inzet van groepsplannen. We hadden immers duidelijk de behoefte om bewuster en beter om te gaan met verschillen in de groep en met leerlijnen binnen onze methode.’
Hypothese van dit schoolteam: als we gaan werken met groepsplannen voor het leergebied rekenen, dan verkrijgen we: (1) scherp zicht op de doorgaande lijn en tussendoelen en kunnen we hiermee (2) onze instructietijd en leerstofaanbod beter afstemmen en (3) onze leerlingen beter vertellen wat ze kunnen of weten na de les.
‘In de praktijk helpt het groepsplan mij nu om effectief om te gaan met de verschillende onderwijsbehoeften in mijn groep. Ik kan daardoor mijn lessen veel beter en sneller voorbereiden. Het geeft mij een handvat om me te kunnen richten op wat ik wil bereiken en hoe ik dit ga doen, wat ik hiervoor nodig heb en of het ook gelukt is. En tijdens een inspectiebezoek kan ik mijn plan nu heel eenvoudig overleggen en aantonen.’
Maar: het groepsplan is geen wondermiddel dat de resultaten van de leerlingen op rekenen, lezen en spelling automatisch verhoogt.
‘Er kunnen wel prachtige groepsplannen klaarliggen, maar het verhogen van de effectieve leertijd betekent niet automatisch meer (instructie)tijd voor rekenen, lezen of spelling. Effectieve leertijd omvat voor mij ook wezenlijk contact maken met de kinderen, gesprekken voeren, verjaardagen vieren, conflicten veilig oplossen en goed blijven kijken naar de kinderen. Leren en ontwikkelen kan pas plaatsvinden als er geen ‘ruis’ is.’
Buiten de noodzakelijke kennis, inzichten en deskundigheid van de leraar, voorspelt zijn of haar aandacht voor het gedrag in de groep en de sociaal-emotionele ontwikkeling in hoge mate of de inspanningen op de leergebieden tot het gewenste resultaat zullen leiden.
Naar een enthousiaster gebruik van groepsplannen
Scholen die focus weten aan te brengen op één of twee grote (verbeter)onderwerpen binnen een schooljaar, creëren rust en ruimte om draagvlak binnen het team te creëren. Dit draagvlak is essentieel wanneer je ‘iets’ nieuws gaat doen. Naast de lesgevende en -voorbereidende taken, oudercontacten, werkgroepen en commissies blijft er immers weinig extra energie over. Het aanbrengen van focus is belangrijk om doelen echt te realiseren.
De invoering van het groepsplan heeft het aantal individuele handelingsplanningen drastisch doen dalen. Desondanks blijkt de administratieve last er niet minder door geworden. Maar pas wanneer het werken met groepsplannen binnen de school goed is doorgevoerd, adviseren wij om na te denken over een slimmere vorm van administreren.
Goed onderwijs vereist maatwerk. Standaardisering van ICT-instrumenten met betrekking tot groepsplannen kan dit maatwerk onbedoeld onder druk zetten. Wanneer bijvoorbeeld het format van het groepsoverzicht en de differentiatiecriteria niet naar de wensen van de school kunnen worden aangepast, moet de leraar zich in allerlei bochten wringen om de administratie toch op orde te krijgen. Een ICT-hulpmiddel voor het groepsplan dient de specifieke schoolkeuzes en -afspraken te ondersteunen en qua gebruiksgemak aan te sluiten op de praktijk van de leraar.
Daarnaast moet het ruimte bieden voor de eigen professionaliteit. Het lijkt heel handig wanneer een applicatie automatisch de doelen van een methode genereert of zelfs de gehele inhoud van een groepsplan voorkauwt, maar het is niets meer dan een generieke maatregel die geen rekening houdt met de specifieke situatie van je groep leerlingen, leeromgeving, lesmaterialen, et cetera.
Wanneer je deze maatregelen blindelings volgt, ben je dus aan het uitvoeren van wat de computer je vertelt te doen. Waar ben je dan nog als leraar? Niet de methode of het ICT-systeem bepaalt wat de behoefte(n) van leerlingen zijn, je kunt het beste zelf keuzes maken.
Bekijk als school meerdere geautomatiseerde werkvormen die kunnen helpen tijdens het werken met groepsplannen. Laat de leraar er eens mee oefenen en kies vervolgens de oplossing die het beste aansluit op de schoolspecifieke wensen.
SEL en groepsontwikkeling
Veel leraren wijzen op de eenzijdige oriëntatie van groepsplannen: veel aandacht voor rekenen, lezen, taal (en daarbinnen ook nog alleen op spelling en woordenschat) en weinig aandacht voor het sociaal-emotioneel leren van de leerling. Wereldwijd is er een beweging gaande die pleit voor een evenwichtigere balans tussen ‘denken en voelen’: naast academische vakken meer aandacht voor sociaal-emotioneel leren en groepsontwikkeling.
Veel leraren zijn ervan overtuigd dat sociaal-emotioneel leren (SEL) deel uit moet maken van het lesaanbod. Want SEL en groepsontwikkeling:
• hebben een preventieve insteek; leerlingen ontwikkelen niet of minder snel emotionele of gedragsproblemen;
• zorgen voor positieve resultaten, zoals een prettiger schoolklimaat en een toename van sociale en emotionele competenties;
• maken de weg vrij voor leerlingen om effectief en veilig te kunnen leren waardoor de leerresultaten kunnen worden verbeterd.
Wij denken dat leraren meer waarde hechten aan het werken met groepsplannen als het hele kind daarin terugkomt. Dus: zowel gedrag en sociaal-emotioneel leren als het cognitieve deel. Een goed en evenwichtig groepsplan zou daarom moeten bestaan uit een voorwaardelijk deel (gedrag, groepsontwikkeling en sociaal-emotioneel leren) en een deel over de schoolse vakken.
Werken met groepsplannen kan het onderwijs daadwerkelijk verbeteren. Het is jammer dat veel leraren door werkdruk en verkeerde managementbeslissingen niet erg gemotiveerd zijn om energie te steken in een planmatige cyclus met groepsplannen als instrument. Dat betekent dat we hen moeten ondersteunen met systemen die veel werk uit handen nemen, die weinig invultijd kosten en toch zo volledig mogelijk zijn. En die systemen bestaan!
Auteurs
Roel Blankers is bedrijfskundige. Hij is als functioneel ontwerper verbonden aan de Groepsplanversneller. Contact via: info@groepsplanversneller.nl
Kees van Overveld is gedragsdeskundige. Hij is eigenaar van een eigen bedrijf: www.keesvanoverveld.nl. Contact via: info@keesvanoverveld.nl
Lonneke Vermeulen is lerares, pedagoog en master neurolinguïstisch programmeren (NLP). Zij staat momenteel voor groep 1/2 van de Nijmeegse School Vereniging II en is initiatiefneemster van de Groepsplanversneller. Contact via: l.vermeulen@nsv2.nl
Leestips
1. Vermeulen, L. De Groepsplanversneller, www.groepsplanversneller.nl.
2. Overveld, K. van (2012). Groepsplan Gedrag. Planmatig werken aan passend onderwijs. Huizen: Pica.
3. Leenders, Y. en Förrer, M. (2010). Werken met groepsplannen in het kader van taal/leesonderwijs. Utrecht: Projectbureau kwaliteit.