Onderwijshulp bij wisselend gehoorverlies (4). Hulp bij wisselend gehoorverlies en auditieve verwerkingsproblemen.
Jeanne Buijks
Orthopedagoog bij Kennisplatform Wij-leren.nl
Geraadpleegd op 06-12-2024,
van https://wij-leren.nl/onderwijshulp-bij-wisselend-gehoorverlies-deel-4-hulp-bij-auditieve-verwerkingsproblemen.php
Wisselend gehoorverlies vanwege meestal recidiverende middenoorontstekingen is een medische en audiologische aangelegenheid, vooral jonge kinderen vanaf 0 tot 6-7 jaar kunnen last hebben van deze aandoening. Als er negatieve gevolgen bijkomen in communicatie, emotionele ontwikkeling, auditieve aandacht, taal, fonologische vaardigheden, lezen en spelling, wordt het tevens een pedagogische en onderwijskundige verantwoordelijkheid. Dan kan er speciale ondersteuning nodig zijn in gezin, kinderopvang en onderwijs.
In deze artikelenreeks (7 delen) wordt uitleg gegeven over de problematiek en kenmerken van wisselend gehoorverlies en de gevolgen voor de leerontwikkeling van het kind. En er worden vele hulpsuggesties aangeboden voor de hoor- aandacht- communicatie- taal- en lees/spellingsproblemen, die kunnen ontstaan door deze (h)oorproblematiek.
Dit artikel is deel 4 van een 7 delige serie over wisselend gehoorverlies ten gevolge van middenoorontstekingen. Lees hier deel 1, deel 2, deel 3, deel 5, deel 6 en deel 7.
Algemene adviezen voor ouders en school bij wisselend gehoorverlies:
Pedagogische en didactische hulp, specifiek gericht op wisselend gehoorverlies ten gevolge van oorontstekingen, is in de vakliteratuur nagenoeg niet voorhanden. In dit artikel wordt gebruik gemaakt van de inzichten over algemene slechthorendheid en van de ervaringen met wisselend gehoorverlies in het cluster 2 speciaal onderwijs.
- Wees preventief, zodra het kind symptomen van verkoudheid vertoont, toch zeker als dit langer aanhoudt. Observeer of het kind wel alles hoort. Bij twijfel je aanspreekgedrag meteen ‘op standje slechthorendheid zetten’: werk meer in stilte en in 1 op 1 situaties en verlaag je spreektempo (zie richtlijnen in de klas).
- Leg aan het kind uit, dat zijn oren pijn doen door verkoudheid en dat hij niet goed kan horen. Bevestig zijn gevoelens van ongemak en heb alle begrip voor huilerig, lastig of eisend gedrag. Laat het kind duidelijk weten, dat je welwillend bent om aanpassingen te doen in het instructie- en taalaanbod.
- Geef aan school, buitenschoolse opvang, sportclub, vrienden en familie informatie over hoe men het best kan omgaan met slechthorendheid.
- Kinderen, ook jongere, zijn goed in staat om uit te leggen wat er aan de hand is. Je kunt samen met het kind zinnen oefenen of een uitlegblad maken met plaatjes, zodat het kind kan vertellen over zijn hoorprobleem. Maak hierbij gebruik van de tips van kentalis.nl, erbijhoren.nl of van posters over slechthorendheid.
- Laat altijd een hooronderzoek doen bij de KNO arts of een audiologisch centrum. Op een audiologisch centrum kan tevens logotherapie en gezinsbegeleiding gegeven worden. Zo nodig worden hoorhulpmiddelen ingezet, zoals hoorapparaten of solo apparatuur (een individuele akoestische verbinding tussen leerkracht en kind).
- Vanuit een instelling voor cluster 2 onderwijs (simea.nl) kun je een consultatie inclusief klassenvoorlichting over hoorproblemen aanvragen. Ook ouders of het kind zelf kunnen een spreekbeurt houden over gehoorverlies.
- Fenac geeft praktische brochures uit voor de begeleiding van kinderen met hoorproblemen. Voor wisselend gehoorverlies: ‘Kinderen met een tijdelijk verminderd gehoor’. Voor centrale auditieve problemen: ‘Kinderen met luisterproblemen’.
Aanpassing akoestiek en ruimtelijke omgeving in het klaslokaal:
- In spreeksituaties zit of staat de leerkracht frontaal tegenover het kind, liefst op ooghoogte, zodat het kind een goed zicht heeft op mond en gezicht van de leerkracht. Het kind moet de klanken en woorden van mond en gezicht van de spreker kunnen aflezen (lipbeeld, mimiek), ter ondersteuning van wat hij hoort. Geen hand of boek voor de mond, dat belemmert spraak afzien.
- Zorg dat het gezicht van de spreker verlicht is, zodat het kind dit goed kan zien. Maar ga nooit in het licht van een raam staan, omdat het kind dan tegen het licht in moet kijken en alleen het donkere silhouet van de spreker ziet.
- Verkort de afstand tussen het kind en de spreker en probeer individuele communicaties 1 op 1 te doen. Als je rondloopt in de klas, besef dan dat het slechthorende kind meedraait om het spraak afzien te kunnen volgen, dus draai zo veel als mogelijk steeds met het gezicht naar het slechthorende kind toe.
- De beste positie in het klaslokaal voor het slechthorende kind is in de eerste of tweede positie, aan de raamkant, gedraaid naar de klas. Hij zit dan enigszins met de rug naar het raam en kan van daaruit de leerkracht en het grootste deel van de klas in het gezicht zien.
- Leer het kind om te gaan met achtergrondgeluiden, maak hem alert op geluiden en uit welke richting ze komen. Wijs hem bijvoorbeeld op het geluid van een auto die nog niet gezien wordt, benoem de geluiden en laat het kind meebenoemen.
- Zodra het kind kan lezen: de ondertiteling aanzetten op de kinderprogramma’s op TV of internet. Aan het digibord kan een koptelefoon aangesloten worden voor een rechtstreekse verbinding met de geluidsbron.
- Bij veel achtergrondgeluiden wat luider (niet roepen, dat vervormt de spraak) en uitdrukkelijker praten, zodat je boven de ruis blijft met het gesproken woord. Probeer achtergrondgeluiden te verminderen, bijvoorbeeld de klas strakker organiseren, raam dicht vanwege verkeerslawaai, computers uit bij geen gebruik.
- Achtergrondgeluiden kunnen gedempt worden met geluidsabsorberende materialen, zoals: een kortpolig vloerkleed, viltjes onder de meubels, vitrage, prikborden en schermen of het afscheidend plaatsen van kasten.
Aanspreken van het kind met wisselend gehoorverlies en auditieve verwerkingsproblemen:
- Houd er rekening mee, dat het kind met wisselend gehoorverlies het ene moment niet of slecht hoort, maar het andere moment weer goed kan horen. Het taal- en communicatie gedrag van het kind kan daarom ook wisselend zijn en warrig overkomen.
- Eerst aandacht vragen en pas praten of opdracht geven, als het kind je aankijkt (en jij hem) en aandachtig is. Leer het kind de juiste kijk-luisterhouding: rechtzitten of stilstaan, kijken naar de leerkracht, niets afleidens in de handen.
- Aanspreken met een duidelijke gearticuleerde nadrukkelijke uitspraak. Niet te vlug praten, geen lange zinnen, natuurlijke pauzes duidelijk inlassen, regelmatige herhaling. Intonatie, melodie, ritme en interpunctie expliciet laten horen.
- Let op de kleine tussenwoordjes (in, de, voor) en niet-beklemtoonde delen van een woord (ge-, ver-, -en), spreek ze duidelijk uit. Laat elke klank goed uitkomen in een woord en elk woord in een zin, het kind heeft juist moeite met kleine klankverschillen.
- Ondersteun je taalaanbod met visualisaties:
*een verbale uitleg of instructie ook voordoen en uitbeelden
*werk met foto’s en filmpjes, concreet materiaal of een tekeningetje
*ondersteun het taalaanbod met natuurlijke gebaren
*spreek beeldend, met duidelijke lichaamstaal en gezichtsmimiek
*gebruik veelvuldig het (digi)bord voor steekwoorden, tekeningen, schema’s, taken.
- Zorg voor duidelijkheid en structuur van dagritme, klasafspraken, agenda en huiswerk. Zorg dat deze zaken altijd zichtbaar zijn op een memobord, zodat daar geen verwarring over kan ontstaan. Bied ingewikkelde opdrachten stap voor stap of vereenvoudigd aan.
- Als je iets hebt gezegd naar het bord toe, herhaal dit dan zoveel mogelijk gelaatgericht voor het kind, zo ook de antwoorden van mede-leerlingen. Geef een samenvatting of regel beurtgedrag, als er door elkaar gepraat wordt, het slechthorende kind kan niet in meerdere richtingen tegelijk kijken.
- De leerkracht kan de andere kinderen uitleggen wat slechthorendheid inhoudt en de kinderen wijzen op gelaatgericht, gebarend en langzaam praten. Zorg dat het kind zich niet buitengesloten voelt en dat hij b.v. ook mee kan lachen op een hilarisch moment.
- Steeds in de gaten houden: heeft het kind de taal wel goed opgepikt, geef feedback en herhalingsmogelijkheden. Laat hem in eigen woorden navertellen, tekenen of uitbeelden. Als praten nog te moeilijk is, kun je zeggen: bedoel je.....? Het kind kan dan bevestigen, ontkennen of invullen.
- Gun het kind luister- en bedenktijd. Een slechthorend kind reageert trager, omdat hij eerst zoekt en luistert wie er spreekt, dan zich richt op het verstaan en daarna pas de inhoud tot zich kan laten doordringen. Houd er rekening mee, dat lange mondelinge lessen vermoeiend zijn.
- Begin een gesprek/instructie met het benoemen/schrijven/tekenen van het onderwerp, zodat het kind al meteen op het goede spoor komt te zitten. Anders moet het kind gaandeweg nog zoeken naar het onderwerp en raakt hij steeds verder achterop. Bovendien is dit zeer inspannend en stresserend. Wissel langzaam en expliciet van onderwerp of vak en geef veranderingen duidelijk en vooraf aan.
- Leer het kind wat hij moet doen of zeggen, als hij iets niet heeft verstaan. Spreek concrete zinnen af of een teken, zodat hij vlotjes even tussendoor kan reageren.
- Een slechthorende heeft altijd wel wat meer aandacht en alertheid nodig van de leerkracht, maar dat hoeft niet ten koste te gaan van de andere leerlingen. Alle leerlingen hebben profijt van de speciale communicatieve dimensies, die slechthorenden nodig hebben. Tevens wordt het sociale bewustzijn geïntensiveerd, kinderen leren rekening houden met de noden van anderen.
Richtlijnen bij wisselend gehoorverlies voor buitenschoolse opvang of (sport)club:
- Bij praten: recht tegenover het slechthorende kind gaan staan of zitten, zodat hij een goed zicht heeft op mond en gezicht van de begeleider. Hij moet de taal zien en horen tegelijk.
- Eerst kijken of het kind naar je kijkt, dan pas praten of opdracht geven.
- Langzaam praten en geen hand voor de mond of iets in de mond.
- Duidelijk praten met goed zichtbare mondbewegingen en natuurlijke gebaren.
- Als de begeleider iets wil zeggen tegen het kind tijdens wedstrijd of spel, probeer dan ongeveer steeds op dezelfde plaats te staan. Dan hoeft hij niet te zoeken.
- Spelen en luisteren gaat niet samen. Als er tijdens een wedstrijd of uitvoering iets gezegd moet worden: maak dan een gebaar, dat vooraf is afgesproken.
- Hou de instructie kort: in een paar duidelijke woorden. Gebruik een bord om spelregels en afspraken op te schrijven of te tekenen.
- In een gymzaal, zwembad of grote oefenruimte is meer achtergrondgeluid en vooral ook galm. Besef, dat slechthorenden dan nóg minder kunnen verstaan.
- Probeer achtergrondgeluiden te verminderen. Maak orde afspraken met de groep, zet achtergrondmuziek zachter of uit, sluit de ramen aan de straatkant.
- Als de begeleider iets heeft gezegd met de rug naar het kind toe, herhaal dit dan gelaatgericht. Ook de antwoorden van vriendjes zoveel mogelijk herhalen.
- Steeds in de gaten houden en navragen: heeft het kind het gehoord en begrepen.
- Houd rekening met wisselende reacties van het kind, soms hoort hij goed, soms minder of niet.
Richtlijnen voor slechthorende kinderen zelf:
-
Als je ergens nieuw bent, wat doe je dan?
Zeg: ‘Ik ben slechthorend, wil je langzaam praten’. Of: ‘Ik hoor niet goed, wil je duidelijk praten’. Of: ‘Mijn oren doen het niet goed, wil je met gebaren praten’.
-
Als je een ander kind of de juf niet hebt verstaan. Wat doe je dan?
Zeg: ‘Ik heb het niet verstaan, wil je het nog een keer zeggen’.
-
Als je iets niet hebt begrepen. Wat doe je dan?
Zeg: ‘Ik begrijp het niet, wil je het voordoen’. Of: ‘Wil je het nog eens uitleggen’. Of: ‘Wil je het tekenen’. Of: ‘Wil je het op het digibord laten zien’.
-
Als er veel herrie is. Wat doe je dan?
Zeg: ‘Ik kan het niet verstaan, er is veel herrie, ik ga naar een stil plekje’. Of: ‘Mag ik op een rustig plekje werken?’.
- Kijk de ander recht aan in het gezicht. Jij moet taal horen en ook zien.
- Vraag aan de ander, dat hij jou aankijkt, als hij praat.
- Durf hulp te vragen aan klasgenoot of leerkracht.
- Vraag aan de leerkracht de lees- en taalboeken. Dan kun je thuis de tekst al eens doorlezen voor de volgende dag. Of vraag je ouders het voor te lezen.
- Kijk op erbijhoren.nl voor nog meer tips.
- Kijk op de poster van fodok.nl: Hé, ik wil je wat zeggen.