Bewegend leren: profiteren jongens en meisjes er evenveel van?
Geplaatst op 13 augustus 2024
De laatste jaren is er in het onderwijs steeds meer aandacht voor bewegend leren. Deze onderwijsmethode, waarbij fysieke activiteit wordt geïntegreerd in het leerproces, heeft als doel om de leerprestaties van leerlingen te verbeteren en hen meer te betrekken bij de lesstof. Er zijn echter vragen over of bewegend leren jongens en meisjes op dezelfde manier beïnvloedt. Dit artikel onderzoekt of beide geslachten evenveel profiteren van bewegend leren en verkent de implicaties van deze bevindingen voor het onderwijs.
Wat is Bewegend Leren?
Bewegend leren combineert fysieke activiteit met leeractiviteiten om de betrokkenheid van leerlingen te vergroten en hun leerresultaten te verbeteren. Dit kan variëren van eenvoudige bewegingen, zoals het wisselen van werkplekken of staan tijdens het leren, tot complexe activiteiten zoals het combineren van sport en spel met academische opdrachten.
De voordelen van bewegend leren zijn goed gedocumenteerd. Fysieke activiteit kan de cognitieve functies verbeteren, zoals aandacht, geheugen en probleemoplossend vermogen. Bovendien kan het stress verminderen en het welzijn van leerlingen bevorderen, wat hun motivatie en betrokkenheid bij het leren kan vergroten.
Het Verschil Tussen Jongens en Meisjes
Er is enige discussie over of jongens en meisjes verschillend reageren op bewegend leren. Deze verschillen kunnen voortkomen uit zowel biologische als sociaal-culturele factoren.
Biologische Factoren
Biologische verschillen tussen jongens en meisjes kunnen van invloed zijn op hoe zij reageren op bewegend leren. Onderzoek heeft aangetoond dat fysieke activiteit verschillende neurologische effecten kan hebben op de hersenen van jongens en meisjes. Jongens hebben bijvoorbeeld vaak meer behoefte aan beweging en fysieke activiteit dan meisjes, wat kan betekenen dat zij meer baat hebben bij bewegend leren.
Sociaal-culturele Factoren
Daarnaast spelen sociaal-culturele factoren een rol. Maatschappelijke verwachtingen en gendernormen kunnen van invloed zijn op hoe jongens en meisjes zich gedragen en wat van hen verwacht wordt in een leersituatie. Dit kan betekenen dat jongens meer aangemoedigd worden om actief en fysiek te zijn, terwijl meisjes vaak worden gestimuleerd om zich te concentreren op rustige en cognitieve activiteiten.
Onderzoek naar Bewegend Leren
Er zijn diverse onderzoeken uitgevoerd om te begrijpen hoe bewegend leren jongens en meisjes beïnvloedt. Veel studies tonen aan dat zowel jongens als meisjes profiteren van bewegend leren, maar er zijn enkele verschillen in de mate en aard van de voordelen.
Cognitieve Voordelen
Onderzoek wijst uit dat bewegend leren kan leiden tot verbeteringen in cognitieve prestaties voor zowel jongens als meisjes. Beide geslachten laten verbeteringen zien in aandacht en werkgeheugen, wat kan bijdragen aan betere academische prestaties. Jongens lijken echter vaak meer te profiteren van de directe fysieke component van bewegend leren, wat hen helpt om hun energie kwijt te kunnen en zich beter te concentreren op de lesstof.
Betrokkenheid en Motivatie
Bewegend leren kan de betrokkenheid en motivatie van leerlingen verhogen. Jongens en meisjes reageren over het algemeen positief op de integratie van beweging in hun leerproces, maar de manier waarop ze betrokken raken, kan verschillen. Jongens kunnen meer gemotiveerd zijn door competitieve elementen en fysieke uitdagingen, terwijl meisjes vaak meer betrokken raken door samenwerkingsgerichte activiteiten en creatieve bewegingstaken.
Sociale Vaardigheden
Bewegend leren biedt ook kansen om sociale vaardigheden te ontwikkelen. Activiteiten die samenwerking en communicatie bevorderen, kunnen zowel jongens als meisjes helpen om beter samen te werken en sociale banden te versterken. Echter, jongens hebben vaak baat bij fysieke activiteiten die teamwerk en competitie combineren, terwijl meisjes meer geneigd zijn om te profiteren van activiteiten die de nadruk leggen op samenwerking en empathie.
Implicaties voor het Onderwijs
De bevindingen over de effecten van bewegend leren op jongens en meisjes hebben belangrijke implicaties voor het onderwijs. Leerkrachten en onderwijsprofessionals kunnen deze inzichten gebruiken om hun aanpak van bewegend leren aan te passen en te optimaliseren, zodat beide geslachten er maximaal van profiteren.
Differentiatie en Aanpassing
Het is essentieel om bewegend leren aan te passen aan de behoeften en voorkeuren van zowel jongens als meisjes. Dit betekent dat leerkrachten activiteiten moeten differentiëren en variëren om aan de diverse leerstijlen en interesses van hun leerlingen tegemoet te komen. Het aanbieden van een mix van competitieve, samenwerkingsgerichte en creatieve activiteiten kan helpen om zowel jongens als meisjes te betrekken en te motiveren.
Creëren van een Inclusieve Leeromgeving
Een inclusieve leeromgeving die recht doet aan de behoeften van beide geslachten is cruciaal. Leerkrachten moeten ervoor zorgen dat zowel jongens als meisjes gelijke kansen hebben om deel te nemen aan bewegend leren en dat ze worden aangemoedigd om actief deel te nemen aan fysieke en cognitieve activiteiten. Het doorbreken van stereotypen en gendernormen in de klas kan helpen om een omgeving te creëren waarin alle leerlingen zich comfortabel voelen en kunnen excelleren.
Professionele Ontwikkeling voor Leerkrachten
Het is belangrijk dat leerkrachten worden ondersteund en getraind in het effectief implementeren van bewegend leren. Professionele ontwikkeling kan hen voorzien van de kennis en vaardigheden die nodig zijn om bewegingsactiviteiten te integreren in hun lessen en om te gaan met de diverse behoeften van hun leerlingen. Training kan ook helpen om bewustzijn te vergroten over de mogelijke verschillen tussen jongens en meisjes en hoe deze effectief kunnen worden aangepakt.
Conclusie
Bewegend leren biedt een waardevolle benadering om de leerervaring van zowel jongens als meisjes te verbeteren. Hoewel beide geslachten profiteren van deze onderwijsmethode, zijn er enkele verschillen in hoe ze reageren op fysieke en cognitieve uitdagingen. Door rekening te houden met deze verschillen en de leeromgeving aan te passen, kunnen leerkrachten en scholen ervoor zorgen dat alle leerlingen de voordelen van bewegend leren ten volle benutten.
Het doel van bewegend leren is om een dynamische en inclusieve leeromgeving te creëren die de betrokkenheid, motivatie en prestaties van leerlingen bevordert. Door aandacht te besteden aan de unieke behoeften van jongens en meisjes, kunnen onderwijsprofessionals bewegend leren effectief inzetten om een positieve impact te hebben op het leerproces en de algehele ontwikkeling van hun leerlingen.
Geraadpleegde bronnen
- Carlson, S.A., Fulton J.E., Lee S.M., Maynard, M., Brown, D.R., Kohl, H.W., et al. (2008). PE and academic achievement in elementary school: data from early childhood longitudinal study. Journal of public health, 98 (4). 712-727.
- Collard, D.C.M., Boutkan, S., Grimberg, L., Lucassen, J.M.H., & Breedveld, K. (2014). Effecten van sport en bewegen op de basisschool : voorstudie naar de relatie tussen sport en bewegen op school en schoolprestaties. Utrecht: Mulier Instituut. Op 27 – 10 - 2017 verkregen van: http://beheer.nisb.nl/cogito/modules/uploads/docs/75291414765620.pdf
- Diamond, A., & Lee, K. (2011). Interventions shown to aid executive function development in children 4 to 12 years old. Science, 333. 959-964.
- Donnelly, J.E., Greene, J.L., Gibson, C.A., Smith, B.K., Washburn, R.A., Sullivan, D.K., ... Williams, S.L. (2009). Physical Activity Across the Curriculum (PAAC): a randomized controlled trial to promote physical activity and diminish overweight and obesity in elementary school children. Preventive medicine, 49(4), 336-341.
- Hermens, N., Los, V., & Aussems, C. (2016). Uit de schulp door onderwijs in een topsportomgeving. Drie jaar onderzoek bij Playing for Success Rotterdam. Op 10-11 -2017 verkregen van: http://www.playingforsuccess.nl/wp-content/uploads/bsk-pdf-manager/2017/04/Uit-de-schulp-door-onderwijs-in-een-topsportomgeving_web.pdf.
- Kennisrotonde (2016). Gitta Snijders en Anne Luc van de Vegt. Is het waar dat leerlingen die bewegend leren beter presteren? Zo ja: Hoe is dit te verklaren? Voor welke leeftijdsgroep(en) en bij welke leerinhouden werkt bewegend leren? Den Haag: NRO. Op 27 oktober 2017 verkregen van: https://www.nro.nl/wp-content/uploads/2016/05/002-Antwoord-Presteren-kinderen-die-bewegen-beter-2016.pdf
- Linder, K.J. (1999). Sport participation and perceived academic performance of school children and youth. Pediatric Exercise Science, 11, 129-143.
- Oberon. (2012). Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling: Playing for Success. 2012. Oberon: Utrecht. Vindplaats: http://www.playingforsuccess.nl/wp-content/uploads/bsk-pdf-manager/2017/04/Rapportage-sociaal-emotionele-ontwikkeling-Playing-for-Success-2012.pdf.
- Rietveld, M., Beijsterveldt, C., & Boomsma, D. (2011). Sekse van de leerkracht en probleemgedrag bij leerlingen. Pedagogische Studiën, 2011 (89) 59-72.
- Stegeman H. (2007). Effecten van sport en bewegen op school: een literatuuronderzoek naar de relatie van fysieke activiteit met de cognitieve, affectieve en sociale ontwikkeling. 2007. 's-Hertogenbosch: W.J.H. Mulier Instituut
Meer weten?
- Bewegend leren in de klas. Door: Marijke Mullender-Wijnsma, Esther Hartman, Marck de Greeff & Chris Visscher. Centrum voor Bewegingswetenschappen, UMCG/Rijksuniversiteit Groningen https://www.fitenvaardigopschool.nl/downloads/Mullender-Wijnsma-2015-Bewegend_leren_in_de_klas_4W-2.pdf
- Beter leren door bewegen op film: Vindplaats: http://www.rug.nl/about-us/news-and-events/video/archive/unifocus/0118-unifocusmullenderwijnsma
- Mullender-Wijnsma, M.J., Hartman, E., Greeff, J.W. de, Bosker, R.J., Doolaard, S., & Visscher, C. (2015). Improving Academic Performance of School-Age Children by Physical Activity in the Classroom: 1-Year Program Evaluation. Journal of School Health, 85(6), 365-371.
- Mullender-Wijnsma, M.J., Hartman, E., Greeff, J.W. de, Bosker, R.J., Doolaard, S., & Visscher, C. (2015). Moderate-to-vigorous physically active academic lessons and academic engagement in children with and without a social disadvantage: a within subject experimental design. BMC public health, 15(1), 404.