Kennisplatform
Nieuw: Let op! Wij-leren.nl lanceert nieuwe website

Ruimte voor maatwerk vraagt om ruimte voor leraren

Boogaard, J. van den (2016) Ruimte voor maatwerk vraagt om ruimte voor leraren.
Geraadpleegd op 04-12-2024,
van https://wij-leren.nl/ruimte-maatwerk-leraren.php
Geplaatst op 1 juni 2016
Ruimte voor leraren

Het voortgezet onderwijs heeft te maken met een veranderende en veeleisende omgeving. In het sectorakkoord VO wordt het belang onderstreept dat een kloof moet worden voorkomen tussen het voortgezet onderwijs en de wereld van straks.

Dat vraagt  van scholen lef en het nemen van de ruimte om eigen accenten te leggen in het onderwijsaanbod, onderwijsinhoud te vernieuwen en om adequaat te anticiperen op veranderingen.1

Maatschappelijke veranderingen

Maatschappelijke veranderingen hebben effect op de inrichting van het onderwijs.

  • Zo willen we bijvoorbeeld meer tegemoet komen aan individuele wensen omdat mensen meer bewust worden van hun eigen individuele identiteit en hun plaats in de samenleving.
  • Zo wordt men binnen arbeidsorganisaties steeds vaker aangesproken op hun individuele capaciteiten.

Daarnaast leiden de vele toepassing van ICT ertoe dat het mogelijk wordt zowel veel individueler te werken als producten en diensten beter toe te snijden op individuele wensen en behoeften van mensen.

Gepersonaliseerd leren en maatwerk zijn daarom ontwikkelingen waar nu veel over gesproken wordt. Beide begrippen gaan over het bieden van unieke, op individuele leerlingen toegespitste leerprocessen. 

De basis van gepersonaliseerd leren en maatwerk is een persoonlijk profiel waarin wordt vastgelegd:

  • het leertempo;
  • het niveau;
  • de sterke en zwakke punten van de leerling.

Op basis daarvan kunnen instructies en opdrachten aangepast worden voor die specifieke leerling. Gepersonaliseerd leren of maatwerk betekent niet ‘individueel leren’. Het is van belang dat deze individuele ontplooiing hand in hand gaat met ‘sociaal leren’, want leren van en met elkaar levert hogere leeropbrengsten op.2

Naast deze veranderingen leiden ook de gestelde ambities uit het VO akkoord er toe dat scholen uitgedaagd worden om in te spelen op deze ontwikkelingen. Daarnaast geven leerlingen aan dat ze zich niet genoeg uitgedaagd voelen of zelfs vervelen en dat veel taken niet op hen zijn afgestemd. 3 4

Het betekent dat scholen in toenemende mate gaan aansluiten bij de persoonlijke behoeften van leerlingen en hun talenten. We zien daarom scholen zoeken naar en experimenteren met flexibele vormen van onderwijs met passende leerarrangementen voor elk profiel.

Uitdagend onderwijs betekent voor leraren en leerlingen in de basis hetzelfde:

  • met nieuwsgierigheid en plezier nieuwe inzichten opdoen;
  • deze kunnen toepassen in wisselende situaties en daardoor ‘rijker’ worden.

Scholen schrijven ‘uitdagend onderwijs’ als doelstelling in hun beleidsplannen en willen daarmee maatwerk bieden en dus aansluiten bij de verschillende profielen van leerlingen (met profiel wordt de leerstijl, persoonlijke voorkeuren en het specifieke niveau aangeduid).

Veel scholen blijken nog zoekend naar manieren om het onderwijsontwerp zo vorm te geven dat het ook daadwerkelijk beter aansluit bij de profielen van leerlingen én gericht is op het bevorderen van de motivatie van leerlingen. Bovendien moet gepersonaliseerd leren en maatwerk minstens even goede leerprestaties en beheersing van vaardigheden opleveren als meer groepsgewijze onderwijsvormen.

Passende leerarrangementen ontwikkelen

Passende leerarrangementen kunnen de bouwsteen vormen om te komen tot maatwerk, gepersonaliseerd leren en uitdagend onderwijs.

  • Hoe zien passende leerarrangementen er dan uit in de praktijk?
  • Hoe motiveren we leerlingen en zorgen we voor meer wisselende situaties?
  • Hoe kunnen we leerlingen meer prikkelen en inspireren?

In het laatste deel van dit artikel wordt besproken hoe je passende leerarrangementen kunt ontwikkelen binnen een uitdagende leeromgeving aan de hand van vier pijlers. Met deze vier pijlers wordt een juiste balans gecreëerd tussen:

  1. instructie;
  2. oefening;
  3. uitdagende en betekenisvolle taken;
  4. beoordeling/reflectie.

De combinatie van deze vier pijlers zorgen ervoor dat een leraar meer ruimte heeft voor persoonlijke coaching en meer ruimte voor differentiatie.

1. Instructie

In een passend leerarrangement is het van belang dat er een duidelijke instructie wordt aangeboden die afgeleid is van de leerlijnen en de kerndoelen. In deze doelen is beschreven wat leerlingen moeten kennen, kunnen en bereiken, of waar ze minimaal ervaring in moeten hebben opgedaan aan het einde van het schooljaar of aan het einde van het voortgezet onderwijs.

Nog steeds zien we dat scholen vooral veel aandacht besteden aan (de kwaliteit van de) instructie.5 In een passend leerarrangement is de instructie voor een groot deel ingekort en wordt de kennis opgedaan aan de hand van onderzoekend leren (zie pijler 3). Diversiteit in leren is van belang, maar een goede instructie mag nimmer ontbreken.

2. Oefening en directe feedback

Binnen deze pijler staan oefeningen centraal die directe feedback bevatten. Denk aan inoefenopdrachten, tussentijdse checks en korte verwerkingsopdrachten. De verwerkingsopdrachten moeten aansluiten bij de kennis en vaardigheden van de eerste pijler.

Door de snelle technologische ontwikkelingen in de afgelopen decennia hoeven we onderwijs niet meer alleen in een fysiek leerplatform van het klaslokaal te organiseren, maar kunnen we gebruik maken van online leerplatformen. Hierdoor kunnen oefeningen op maat aangeboden worden waarbij directe feedback aanwezig is. Daarnaast bevat het de volgende voordelen:

  • leeractiviteiten en vorderingen van leerlingen beter volgen;
  • nieuwe vormen van evaluatie mogelijk, denk aan digitale portfolio’s;
  • het onderwijs aantrekkelijker maken (rijkere leeromgeving);
  • intensievere communicatie tussen leraar en leerling en leerlingen onderling.

3. Betekenisvol leren

Leerlingen krijgen  doorgaans veel instructie, plenair uitleg over wat ze gaan doen en hoe ze geacht worden daarbij te handelen.  Dit is doorgaans niet de meest effectieve manier van leren. Onderzoek laat zien dat sociaal- interactief leren leidt tot meer uitdaging, motivatie en betere leerprestaties.6

Binnen passende leerarrangementen moet daarom meer ruimte komen voor open, sociaal- interactieve en realistische taken.

Het is essentieel dat deze taken als betekenisvol worden ervaren en dat de taken relatief open en uitdagend zijn. Dat wil zeggen dat de antwoorden niet van te voren vast staan en dat de zelf gestuurde informatieverwerking, het kritisch denken, de creativiteit en het probleemoplossende vermogen van de leerlingen wordt gewaardeerd.

Uitdagende taken omvatten de volgende kenmerken:

  • samenwerking in kleine groepen;
  • het creëren van nieuwe vragen;
  • plezier hebben en kennis delen met elkaar;
  • doet een beroep op de creativiteit van leerlingen;
  • bevat open opdrachten;
  • hebben een hoog abstractieniveau en een hoge mate van complexiteit;
  • doen een beroep op de zelfstandigheid van leerlingen;
  • lokken een reflectieve houding uit;
  • doen een beroep op de metacognitieve vaardigheden;
  • lokken interactie uit.

De manier om aan deze criteria te voldoen, is door vragen en opdrachten op te nemen die een beroep doen op de hogere orde denkvaardigheden.7 Dit zijn opdrachten waarbij de vaardigheden analyseren, evalueren of creëren nodig zijn.

Door het inzetten van hogere orde denkvaardigheden worden leerlingen gestimuleerd om kritisch en probleemoplossend na te denken. Dit lokt discussie uit en leerlingen gaan zelfstandig op zoek naar informatie.8

De rol van de leraar is bij het onderzoekend leren anders dan tijdens de meeste lessen. De leerkracht heeft niet de rol van kennisbron maar vooral van procesbegeleider. De leerlingen doorlopen het onderzoekend leerproces waarbij ze zelf keuzes maken om op zoek te kunnen gaan naar informatie om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden.

De leraar waarborgt dit proces en naar gelang de ervaring van de groep hebben ze meer of minder begeleiding nodig.

4. Beoordeling en reflectie

Om leerlingen aan passende leerdoelen te laten werken, moet de leraar een goed beeld hebben van (het niveau van) de leerling. Een van de krachtigste middelen waarmee leraren invloed kunnen uitoefenen op de manier waarop studenten leren is beoordeling.

Dit kan door continue informatie te verzamelen over de leerling en zijn leerresultaten. De leraar weet zo waar de leerling staat ten opzichte van het gewenste niveau, waardoor het onderwijsaanbod zo goed mogelijk afgestemd kan worden op het niveau en het profiel van de leerling.

Echter het is van belang dat tijdens het verzamelen van informatie niet alleen gekeken wordt naar de cognitieve ontwikkeling, maar ook naar de belangstelling, de leerstijl en de sociaal- emotionele ontwikkeling, waaronder de motivatie.

Beoordeling van leerproces en leerresultaat zou verder moeten gaan dan meten of leerlingen de basisstof kunnen reproduceren en toepassen. Om inzicht te krijgen in het beheersingsniveau van de leerling kunnen diverse leerlingprestaties kritisch worden bekeken.

Het gaat om beoordeling en waardering van kennis, het proces, het product, de vaardigheden en het gedrag; beoordeeld en gewaardeerd vanuit de leerling, maar ook andere actoren zoals de docent en de medeleerling.

Beoordelen gebeurt in de regel met behulp van vragen. Deze vragen hebben bij voorkeur de volgende kenmerken:

  • vragen hebben een herkenbare relatie met de beroepspraktijk. Het gaat om situaties, handelingen, contexten die reëel voorkomen in de praktijk;
  • vragen zijn voor zowel de beoordeelde als de beoordelaar betekenisvol. Het gaat om situaties die er toe doen;
  • de vragen zijn voldoende complex om hogere cognitieve vaardigheden te kunnen vooronderstellen;
  • de vragen hebben als gevolg dat het een positief effect heeft op het verdere verloop van de studie.

Maatwerk gaat niet alleen over lesgeven, leren en beoordelen, maar ook over feedback en reflectie. Maatwerk verliest zijn kracht als leraren niet de tijd nemen om samen met de leerling te reflecteren.

De leerling kan zich niet bewust worden van een aantal zaken die belangrijk zijn voor het vak als niet met regelmaat aan hem/haar feedback wordt gegeven. Onderzoek toont aan dat feedback, mits goed gegeven, een sterke invloed heeft op de leerresultaten.9

Tijd om te herontwerpen!

Bij het herontwerpen van leerarrangementen kun je deze 4 pijlers gebruiken tijdens het ontwerpproces. Daarbij is het belangrijk dat je een juiste balans gaat vinden tussen

  1. instructie;
  2. oefening;
  3. betekenisvol leren;
  4. beoordeling.

Als je gepersonaliseerd leren en uitdagender onderwijs voor ogen hebt, zouden betekenisvolle taken meer ruimte moeten krijgen binnen het leerarrangement. Voor dit ontwerpproces is een ambitieuze leercultuur nodig op niveau van leerlingen, leraren en schoolleiding. Om deze ambitie waar te maken is ruimte voor leraren nodig in hun rol als “onderwijs maker en regievoerder”.10


Sectorakkoord VO (2014-2017)
Hattie, J. A. C. (2009). Visible learning: A synthesis of over 800 meta-analyses relating to achievement. London, UK: Routledge.
Kamerbrief over toptalent in het funderend onderwijs (2013)
Inspectie van het onderwijs, onderwijsverslag (2012-2013)
Inspectie van het onderwijs, onderwijsverslag (2012-2013)
Hattie, J. A. C. (2009). Visible learning: A synthesis of over 800 meta-analyses relating to achievement. London, UK: Routledge.
Bloom, B. S. (Ed). (1956). Taxonomy of educational objectives. Handbook I: Cognitive domain. New York: McKay
Merrill, M. D. (2002). First principles of instruction. Educational Technology Research and Development, 50(3), 43-59.
Hattie, J., & Timperley H. (2007) The power of feedback. Review of educational research, march 2007, 77(1), 81-112.
10 VO raad: actieplan voor het voortgezet onderwijs, maart 2016

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.