Aan de slag met handschriftonderwijs - Over het belang van leren schrijven met de hand
Marleen Legemaat
Redactielid bij Kennisplatform Wij-leren.nl
Geraadpleegd op 04-12-2024,
van https://wij-leren.nl/aan-de-slag-met-handschriftonderwijs.php
Heeft schrijven nog zin? Een goed handschrift is toch niet meer nodig in dit digitale tijdperk? Over deze vragen gaat het boek Aan de slag met handschriftonderwijs van Anneloes Overvelde en Ria Nijhuis - van der Sanden. Het boek toont met wetenschappelijk onderzoek aan dat schrijven goed is voor je brein en geeft tips en handvatten om met schrijven serieus aan de slag te gaan.
In deze samenvattende bespreking komen de acht hoofdstukken langs waaruit dit boek is opgebouwd. Maar natuurlijk eerst de inleiding die antwoord geeft op een belangrijke vraag: Waarom is schrijven belangrijk?
Schrijven is het op papier zetten van een boodschap, het is communicatie. In dit boek ligt het accent op de motorische uitvoering van het schrijven.
Onderzoek toont aan dat je beter leert lezen wanneer je de letters en woorden met de hand leert schrijven.
Dit geldt ook voor rekenen. Breinstudies laten zien dat bij een koppeling van schrijven aan activiteiten als lezen, spellen en rekenen, er intensivering van de activiteit in meerdere hersengebieden optreedt. Dus: wie schrijft, die leert!
1. Schrijfonderwijs nu
In Nederland wordt handschriftonderwijs gezien als taak van de school, maar een leerlijn met heldere aanwijzingen hoe het leerproces vormgegeven moet worden ontbreekt. Schrijven wordt gezien als onderdeel van taal, terwijl de motorische vaardigheid juist ook aandacht vraagt. Einddoelen ontbreken en de voortgang van het leren schrijven wordt niet gemonitord. Handschriftonderwijs wordt zo een ondergeschoven kindje omdat er toch al zoveel te doen is in de klas. Er komen meer kinderen die moeite hebben met schrijven door:
- Onvoldoende instructie
- Onvoldoende oefening
- Afname van fijnmotorische vaardigheden.
Kinderen die niet goed kunnen schrijven, lopen daar op school voortdurend tegen aan. Dit vermindert hun zelfvertrouwen.
2. Basiskennis over schrijven
Er zijn verschillende studies gedaan naar het verschil tussen leren schrijven met de hand en typen. Uit onderzoeken komt naar voren dat:
- Kinderen uit groep 3 spellen woorden beter als zij ze geschreven hebben, dan als zij ze geleerd hebben via kaartjes en computer.
- Kinderen uit groep 1 en 2 die letters geschreven hebben, leren beter lezen dan kinderen die de letters geleerd hebben op een computer.
- Bij schrijven met de hand zijn er meer verschillende hersengebieden actief dan bij typen: vorm, klank en gevoel van de beweging worden in het geheugen opgeslagen als één eenheid.
Bij typen is het brein minder actief dan bij schrijven.
Het is beter om bij het leren herkennen van letters kinderen meerdere varianten van letters aan te bieden, dus drukletters door elkaar met schrijfletters. Daardoor blijven kinderen voortdurend actief.
Tussen kind, schrijftaak en omgeving is er interactie, die de variatie in handschrift beïnvloeden.
Kinderen leren nieuwe vaardigheden in drie fasen:
- De cognitieve fase: de aandacht ligt op de handeling zelf, op de schrijfbeweging.
- De associatieve fase: in deze fase oefent het kind het letterspoor, er komen nog regelmatig foutjes voor.
- De automatische fase: steeds minder aandacht is nodig voor de motorische uitvoering, de bewegingen verlopen automatischer.
De discussie over voor- en nadelen van verbonden schrift en blokschrift is al heel oud. Wetenschappelijk onderzoek om beide schrijfmethoden te vergelijken dateren al van vóór de Tweede Wereldoorlog. Onderzoeken laten zien dat verbonden schrift bij de meest spontane bewegingsrichting van kinderen past. Het schrijfgerei houdt bij verbonden schrijven voortdurend contact met de onderlaag. Dit helpt het goede spoor te voelen en geeft houvast. Blokletters vragen een minder natuurlijke beweging. Feitelijk zijn het allemaal rondjes en stokjes en kent het veel meer optil- en stopmomenten. De begin-en eindpunten zijn bij blokschrift precies aan te wijzen, maar dit maakt het schrijven in motorisch opzicht moeilijk en kost extra tijd en aandacht.
3. Zithouding, pengreep, schriftligging, schrijfmaterialen en linkshandigheid
Zithouding, pengreep, schrift ligging, schrijfmaterialen en linkshandigheid zijn aandachtspunten die voor alle groepen belangrijk zijn. De driepuntsgreep geeft de meeste mogelijkheden voor bewegingen van duim en vingers, maar enkele andere grepen zijn ook acceptabel zolang duim en vingers maar kunnen bewegen. Belangrijk is het schrijfgerei:
- Bij kleuters wasco en dikke stiften
- Groep 3: een potlood (HB)
- Groep 4 (halverwege) een goede vulpen, of als tussenstap een gel- bal- of rollerpen.
4. Schrijfvoorwaarden groep 1 en 2
In groep 1 en 2 wordt gewerkt aan de voorbereidende fase voor het leren schrijven. Uitgebreid wordt beschreven welke doelen en tussendoelen er nodig zijn om functioneel te leren schrijven. Belangrijk in deze fase is ook het aanleren van een juiste zithouding en een goede pengreep. Het natekenen van bepaalde vormen is eveneens een voorwaarde voor het schrijven, bijvoorbeeld lijnen of cirkels.
Theorie hierover wordt afgewisseld met praktijk/ lesvoorbeelden uit de kleuterklas. En tips, zoals:
Werkbladen met schrijfpatronen duwen kinderen in een stramien: geef grote vellen papier en verschillende materialen om hen de bewegingen te laten ervaren.
5. Groep 3 en 4 Aanleren van schrijfbeweging
In groep 3 wordt er ontzettend veel geleerd:
- Schrijfletters, verbindingen, cijfers, leestekens;
- Koppeling klank/teken;
- Enkelvoudige letters, klankgroepen en tenslotte woorden.
Om tot een leesbaar en vlot handschrift te komen zijn veel ‘schrijfkilometers’ nodig. Ook in dit hoofdstuk wisselen theorie en praktische tips zich af bijvoorbeeld:
- Als kinderen letters leren schrijven, is het belangrijk om steeds klank, teken en motoriek aan elkaar te koppelen: een vorm van multimodaal leren.
- Het is belangrijk dat leerlingen de verschillende vormen van letters leren herkennen, kleine letters, hoofdletters, en cursieve letters.
In een uitgebreid overzicht staan tips om extra ondersteuning te bieden bij het aanleren van letter(sverbindingen). Ook wordt er ingegaan op het signaleren van diverse schrijfproblemen met tenslotte de vraag: kun je niet beter overstappen op een andere schrijfmethode als er problemen zijn? Niet doen, is het antwoord: het veranderen van schrijfmethode zet de leerling weer helemaal terug naar het begin. Kijk met een expert naar aanpassingen in de bestaande methode en overweeg anders om (op z’n vroegst na groep 5) aanvullend typen in te zetten.
6. Groep 5 en 6: vlot en soepel handschrift
In de groepen 5 en 6 wordt de aandacht verlegd naar spelling en tekst. Het accent ligt op het verhogen van schrijftempo met behoud van de leesbaarheid. Veel leerlingen vinden het moeilijk om én op het schrijven én op de spelling te letten.
Als de leesbaarheid van het handschrift slecht is, komt dat vaak door vijf tot acht letters. Het loont om met de leerling na te gaan welke letters dat zijn en aan die letters gericht te werken.
Enkele tips uit dit hoofdstuk die kunnen helpen om de leerling te ondersteunen:
- Geef positieve feedback: vraag aan de leerlingen wat goed gaat;
- Geef progressiefeedback: vraag wat er verbeterd kan worden;
- Geef specifieke feedback: benoem wat je ziet en vraag of de leerling het ook ziet. Dus geen algemene opmerkingen als: dit kan netter! Maar gerichte aandacht voor
- Zijn de lusletters allemaal even lang?
- Zijn de rompletters allemaal even groot?
- Staan er puntjes op de i en j?
- Is de ruimte tussen de woorden allemaal even breed als jouw letter o?
7. Groep 7 en 8: eigen handschrift, leren typen
Het ontwikkelen van een vlot, persoonlijk en leesbaar handschrift is kerndoel van het handschriftonderwijs in de bovenbouw. Ook is het belangrijk dat leerlingen typevaardig worden.
Vooral naar het voortgezet onderwijs toe is het belangrijk dat leerlingen vlot kunnen schrijven. Hun persoonlijk handschrift ontwikkelt zich vaak in de richting van een mix van verbonden schrift en blokschrift. Leerlingen kunnen aan de hand van aandachtspunten zelf beoordelen of ze een leesbaar handschrift hebben, eventueel in tweetallen zodat ze gericht feedback kunnen geven op elkaars handschrift.
8. Extra begeleiding voor zwakke schrijvers
In een laatste hoofdstuk wordt ingegaan op het signaleren van schrijfproblemen. Besproken worden verschillende onderzoeken en tests die behulpzaam kunnen zijn om problemen vast te stellen, zoals:
- Writing Readiness Inventor Tool In Context (WRITIC)
- Movement Assessment Battery for Children (Movement AB-2 NL)
- Developmental Test of Visual-Motor Integration (Beery VMI)
- Schoolvragenlijst voor leerkrachten voor het opsporen van schrijfproblemen (SQT)
- Systematische Opsporing van Schrijfproblemen (SOS-2-NL), een meetinstrument voor leerkrachten.
Recensie
Aan het boek Aan de slag met handschriftonderwijs hebben verschillende experts op het gebied van schrijven meegewerkt. Het boek geeft praktische tips om een goed handschrift te bevorderen, oefeningen voor individueel en klassikaal gebruik en draagt oplossingen aan voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben bij het schrijven. Het leest prettig weg en is qua indeling ook goed te gebruiken als naslagwerk: de groepen 1/2, 3/4, 5,6, 7/8 worden in aparte hoofdstukken besproken zodat je gericht kunt zoeken naar wat bij jou en je groep past.
'Wat je met de hand schrijft, onthoud en begrijp je beter'. Deze kernzin uit de achterflaptekst zou voor elke leerkracht een motivatieprikkel moeten zijn om volop te gaan voor goed handschriftonderwijs. In dit boek vinden we naast de praktische insteek ook een gedegen onderbouwing waarom schrijven en een goed schrift onmisbaar zijn - zelfs in ons digitale tijdperk.
Door het lezen van dit boek raak je gemotiveerd om energie en tijd te steken in goed handschriftonderwijs!
N.a.v. Anneloes Overvelde en Ria Nijhuis-van der Sanden, Aan de slag met handschriftonderwijs, Over het belang van leren schrijven met de hand, Boom Uitgevers Amsterdam, 2019, 222 pag., ISBN 9789024401598
Bestellen
Het boek Aan de slag met handschriftonderwijs is te bestellen via: