Bodemloos bestaan
Arja Kerpel
Redactielid wij-leren.nl l Projectleider bij Wij-spelen.nl
Geraadpleegd op 07-12-2024,
van https://wij-leren.nl/bodemloos-bestaan.php
Affectie, emotionele betrokkenheid, verzorging en voeding zijn voor ieder kind onmisbaar. Vooral in de eerste levensfase. Adoptiekinderen die deze basisbehoeften aan het begin van hun leven gemist hebben, kunnen afwijkend sociaal gedrag vertonen. Geertje van Egmond, auteur van Bodemloos bestaan, ziet dit gedrag als een emotionele handicap. Ze noemt dit het ‘Geen-bodem-syndroom’.
Het boek Bodemloos bestaan bestaat uit twee delen. Het eerste deel is een aangrijpend verhaal over Isabel, het adoptiekind van Geertje van Egmond. Het goed leesbare verhaal gaat over de lange, zware weg die het gezin met Isabel heeft.
Het is ongetwijfeld herkenbaar voor adoptiegezinnen die met deze problematiek worstelen. En kan een eye-opener zijn voor de omgeving, die zich soms weinig bewust is van de problemen waar deze gezinnen - vaak in stilte - mee worstelen.
In het tweede deel schrijft de auteur over hechtingsproblematiek.
De auteur geeft een hierbij een voorbeeld. Stel je voor dat een gave persoonlijkheid een cirkel is. Bij kinderen met hechtingsproblematiek ontbreekt er dan een segment. Welk segment ontbreekt? Het vermogen tot ‘tweezaamheid’. Dat wil zeggen: Het onderhouden van een duurzame, wederkerige, liefdevolle relatie met een ander.
10 kenmerken
Geertje van Egmond beschrijft tien kenmerken:
1. Geen bodem in het bestaan.
Het kind heeft geen affectieve banden gelegd in de eerste levensfase. Ouders ervaren dit vaak als een bodemloze put. Ze stoppen er veel liefde, aandacht en zorg in, maar er komt nooit iets terug.
2. Geen lijn in het leven.
Het kind ervaart de wereld als ongestructureerd en heeft weinig gevoel voor tijd en ruimte. Hierdoor kunnen leerproblemen ontstaan, zoals:
- Geen / weinig getalbegrip
- Geen / beperkt vermogen om te abstraheren.
- Slecht woordbeeld.
- De leerstof beklijft niet.
3. Geen gewetensontwikkeling.
Na een conflict is het kind (bijna) niet kunt bereiken. Niets schijnt indruk te maken. Het kind toont geen spijt of berouw. En korte tijd later kan het dezelfde overtreding begaan, of zelfs nog erger. Dit is voor de opvoeders erg frustrerend.
4. Geen ‘ik’ en geen basaal vertrouwen in volwassenen.
Het ‘ik’ is niet ontwikkeld, door het ontbreken van de liefhebbende en verzorgende ander. Het kind heeft veel gemist en heeft vaak wreedheden gezien (die door volwassenen begaan zijn). Het gevolg hiervan is het onvermogen en/of een diepgewortelde angst om duurzame relaties aan te gaan.
5. Neiging tot het leggen van oppervlakkige contacten.
Het kind maakt heel gemakkelijk contact met anderen. Het probleem is dat het kind zich naar buiten toe anders voordoet dan in het gezin. De omgeving ziet een openhartig en vrolijk kind. Daardoor hebben buitenstaanders en soms ook hulpverleners er geen idee van er in het gezin speelt.
6. Survivorsgedrag
Het kind vertoont survivorsgedrag. Het kind probeert zich staande te houden door de wereld onder controle te houden. Het kind is keigoed in het observeren, taxeren en manipuleren van de mensen om hem heen. Hier gaat erg veel energie heen, waardoor leerprestaties achterblijven.
7. Intieme emotionele banden zijn bedreigend.
Het kind ervaart de intieme emotionele banden in het gezin als bedreigend. Het adoptiekind ervaart de plotselinge overgang van het kindertehuis naar een hecht gezin als een verstikkende deken van gevoelens, waar het geen raad mee weet.
8. Het vroegste ervaren van ongewenst zijn is ongelooflijk vernietigend.
Deze vroege afwijzing leidt tot een intense, basale pijn bij het kind. Deze pijn zoekt een uitweg in vernietigingsdrang. Dit kan internaliserend zijn, gericht tegen zichzelf. Het kind pijnigt zichzelf, dit heet ook wel automutilatie. Het is ook vaak externaliserend, gericht tegen de omgeving. Deze agressie kan zich uiten in fysiek geweld tegen mensen en dieren, maar het kind kan ook gaan stelen, liegen, vreten, vernielen en weglopen. Of provocerend seksueel gedrag vertonen, zelfs al op jonge leeftijd. Het kind heeft een onverzadigbare honger naar aandacht.
9. Weinig remmen.
Het kind handelt meestal vanuit het lustprincipe, het heeft nauwelijks remmen en drempels. Ouders en verzorgers moeten het kind tegen zichzelf beschermen.
10. Uitingen zijn niet gebonden aan de culturele achtergrond.
Het is niet zo dat kinderen uit bijvoorbeeld Azië emotioneel moeilijker te benaderen zijn. Of dat de vijandige houding ten opzichte van de moeder komt door een cultuurbepaald beeld van vrouwen. Dit heeft niet te maken met het land van herkomst, de huidskleur en de culturele achtergrond.
En verder...
De auteur behandelt verder:
- Het ideale adoptiegezin?
- Adoptieouders, wat zijn dat voor mensen?
- Ouder en/of therapeut
- Biologisch eigen en geadopteerde kinderen in één gezin
- Machteloze woede
- Identiteitscrisis?
Voor hulpverleners
Het is voor hulpverleners best lastig, want het verhaal dat ouders vertellen is vaak heel anders dan het beeld dat het kind laat zien. Dat komt omdat het kind buitenshuis anders is dan thuis. Vaak hebben hulpverleners het idee dat het allemaal wel meevalt; ze zien een vriendelijk, openhartig kind. Ouders voelen zich vaak niet serieus genomen. Een tip voor hulpverleners: Leer echt luisteren.
Het is goed om de gesprekken te voeren met alle partijen erbij. Anders kan het kind het idee hebben dat ze achter zijn rug om samenspannen. Voor het kind is het veilig om te weten:
- Wat er precies besproken is.
- Dat het serieus genomen wordt.
- Dat alle partijen weten wat afgesproken is.
Toch kan het daarnaast soms nodig zijn dat ouders buiten het kind om met de hulpverlener praten, al is het maar om stoom af te blazen. Het is beter als het kind hier niet van weet, zodat het daar niet mee belast wordt. Uit zo’n gesprek mogen ouders en hulpverleners absoluut niet citeren.
Voor leerkrachten
Het is enorm belangrijk dat je consequent bent. Dus niet ‘voor één keertje dan’. Want daar maken ze de volgende keer misbruik van.
Mogelijk probleemgebieden op school zijn:
- Inzet: Het kind heeft een wisselvallige inzet en heeft erg veel aanmoediging nodig.
- Concentratie: Het kind heeft een zwakke concentratie en een korte spanningsboog.
- ‘Schijndomheid’: Het kind kan doen alsof het dom is, terwijl het last heeft van negatieve faalangst.
- Rekenen: Het kind heeft een slecht ruimtelijk inzicht en vaak problemen met hoofdrekenen. Hij/zij kan moeilijk abstraheren en heeft moeite met redactiesommen.
- Taal: Het kind heeft moeite met spelling en een slecht woordbeeld.
- Geschiedenis: Het kind heeft weinig gevoel voor tijd en tijdlijnen.
- Aardrijkskunde: Het kind heeft moeite met topografie.
Sterke kanten zijn:
- Vaak kan het kind zich verbaal goed uiten. Het kind kan goed anekdotisch vertellen.
- Vaak heeft het kind een praktische intelligentie.
- Vaak heeft het kind leiderschapskwaliteiten en kan het goed organiseren.
Voor ouders
De auteur heeft een dringend advies aan ouders, die met deze problematiek tobben. Ze adviseert om hulp te zoeken. Allereerst door je aan te melden bij een oudergroep van adoptiekinderen met problemen. Het helpt als je er met gelijkgestemden over kunt praten. Ook kun je daar tips en suggesties krijgen. Als het ernstig is, zoek dan een goede psycholoog of psychiater, die veel adoptiegezinnen heeft begeleid. Hoe jonger een kind deskundige begeleiding krijgt, hoe groter de kans op verbetering is.
Recensie
Bodemloos bestaan is een aangrijpend boek om te lezen. Dit boek heeft sinds het verschijnen al veel losgemaakt. Het boek roept bij een deel herkenning op, maar anderen vinden het erg negatief. En dat laatste is het zeker, gezien de ervaring die de auteur heeft gehad. Het kan gelukkig ook anders. Voor die nuancering is weinig aandacht.
Persoonlijk heb ik altijd moeite met in het leven roepen van diagnoses. Het lijkt me dan ook beter om de gangbare termen hechtingsproblematiek en hechtingsstoornis te gebruiken.
Wat ik sterk vind aan het boek, is dat het heel duidelijk laat zien dat hechtingsprobematiek twee gezichten kan hebben: buitenshuis en binnenshuis. Het boek leest vlot.
Als je dit boek wilt aanschaffen, zou ik wel adviseren om breder te lezen over hechtingsproblematiek. Er is meer over te zeggen.
Bestellen
N.a.v. Geertje van Egmond, Bodemloos bestaan, Ambo Amsterdam, Tiende druk 2014, ISBN 978 90 263 1999 0, € 17, 95.