Kinderen met messen
Kees van Overveld
Gedragsdeskundige; eigenaar bij Trainingsbureau voor het onderwijs
Geraadpleegd op 07-12-2024,
van https://wij-leren.nl/kinderen-met-messen.php
Jongeren zijn regelmatig in het nieuws vanwege hun betrokkenheid bij steekincidenten. Het is zorgelijk dat ook kinderen in de basisschoolleeftijd messen bij zich dragen. En dat ze niet aarzelen om deze te gebruiken...
Het is 1974, ik ben elf jaar oud. Ik speel met mijn vrienden ‘landjepik’. We werpen ons zakmes behendig tussen de in het zand getrokken lijnen. Wie het goed doet, pikt een stuk land van de tegenstander in.
Het is 2021. Er lopen elf- en twaalfjarigen door de wijk. De Rambo knives, nekmessen en machetes zijn diep weggestoken in de zwarte trainingsbroeken. Wie die groep ziet, loopt een blokje om.
Het beeld uit 2021 is verontrustend en niet langer een ver-van-mijn-bed-show. Wie nieuwsberichten uit 2019 en 2020 doorzoekt op steekincidenten, stuit op een serie gebeurtenissen waarbij ook leerlingen van de basisschool zijn betrokken; als dader of als slachtoffer.
In dit artikel krijg je meer inzicht in de messenproblematiek onder de jeugd. Daarnaast geef ik suggesties voor een aanpak binnen het primair onderwijs.
Het messenprobleem
Sinds het najaar van 2019 zien we een toename van steekincidenten onder jongeren tussen de 11 en 17 jaar. Publicaties leggen vaak een relatie met zogenaamde drill-raps. Deze muzieksoort is via Chicago en Londen naar Nederland overgewaaid. Op YouTube zien we rappers die het rauwe verhaal van de straat vertellen.
In de video’s zwaaien gemaskerde jongemannen met grote messen terwijl ze tegenstanders uitdagen of beschimpen.
De beledigingen in de video’s roepen wraakgevoelens op en leiden tot confrontaties met rivaliserende jeugdgroepen in andere postcodegebieden. Sommigen denken dat het messenprobleem een Randstedelijk verschijnsel is. Maar dat is niet zo. Naast incidenten in Rotterdam IJsselmonde en Amsterdam Zuidoost, zien we ook confrontaties tussen jongeren in Hoorn, Sneek, Hoogezand en Vlissingen.
We kunnen drie groepen jongeren onderscheiden:
- Influencers: de rolmodellen (rappers bijvoorbeeld) die anderen, bedoeld of onbedoeld, inspireren om messen aan te schaffen dan wel te gebruiken;
- Bewonderaars: kinderen en jongeren die zich laten inspireren door video’s en de vriendengroep. In deze groep is het stoer om een mes te bezitten (en daarmee ‘te prikken’);
- Verdedigers: zij kopen een mes om zich te kunnen verdedigen tegen anderen. Angst om slachtoffer van geweld te worden speelt vaak een rol.
‘Er lopen elf- en twaalfjarigen door de wijk met Rambo knives, nekmessen en machetes.’
Hoe zijn leerlingen van 11 en 12 jaar betrokken?
Gelukkig is slechts een kleine groep jonge kinderen bij de messenproblematiek betrokken. Direct of indirect. Kinderen die direct betrokken zijn, laten zich ophitsen door de (vaak oudere) vriendengroep. Deze beïnvloedbare groep kinderen behoren meestal tot de bewonderaars. Ze dragen een mes bij zich omdat ze bijvoorbeeld uit zijn op de waardering van de groep. De grootste groep elf- en twaalfjarigen komt op indirecte wijze met de problematiek in aanraking. Deze groep ziet de criminele gedragingen van jongeren in de wijk en/of hebben een familielid (broer of zus) die pocht over messengebruik. Het is niet uitgesloten dat deze groep op termijn ook naar een mes zal grijpen. Of omdat ze geïnspireerd zijn óf omdat ze zich willen verdedigen.
Wat kunnen we doen?
Moeten we snel nieuwe lespakketten ontwikkelen? Nee. Ik denk dat scholen niet zitten te wachten op het zoveelste project dat zorgt voor een nog verdere fragmentatie van gedragsaanpakken binnen de school.
Ik vind dat we binnen het basisonderwijs sterk op een preventieve aanpak moeten inzetten en dat we binnen de lessen over sociaal-emotioneel leren ruimte moeten maken om het probleem te bespreken.
Het blijkt dat jongeren die betrokken zijn bij steekincidenten veelal impulsief gedrag vertonen en moeite hebben om te reflecteren op het eigen gedrag. Dat pleit voor nog meer aandacht voor de competentie Zelfmanagement. Laat leerlingen nadenken over factoren die gedrag in werking stellen. Stel de vraag: ‘Wat is jouw trigger? Wat maakt jou zo boos, gefrustreerd, gestrest of bang?’ En als je weet wat jouw trigger is: ‘Hoe word je dan weer rustig? Wat zorgt ervoor dat je met een “kalm hoofd” goede beslissingen kunt nemen?’ Iemand die zichzelf kan kalmeren, zal in escalerende situaties hopelijk minder snel geneigd zijn om te kiezen voor onverstandige oplossingen (zoals het trekken van een mes).
Ik denk dat we ook veel aandacht moeten geven aan mediawijsheid.
Die heeft alles te maken met de competentie Keuzes maken.
Laat jij je beïnvloeden door de stoere personen die je in drillvideo’s ziet? In gesprekken met de leerlingen kun je vragen stellen als:
- Is wat je ziet de werkelijkheid?
- Waarom zouden die rappers hun gezichten bedekken?
- Wat vind jij van dat zwaaien met messen?
- Gaat het om imago, om stoerheid? Of is het iets anders?
Keuzes maken gaat altijd over waarden en normen. Het is interessant om met leerlingen te bespreken voor welke oplossing je kiest als je in een (potentieel) bedreigende situatie verkeert.
En als je iets kiest, weet je dan waarom je voor die oplossing kiest? Is dat omdat de vriendengroep druk uitoefent? Of sta je zo sterk in je schoenen dat je een vrije keuze kunt maken?
Tot slot
In een eerder artikel 1) over deze problematiek schreef ik dat een deel van de jeugd te maken heeft met een ongewenste stapeling van risicofactoren in hun leven zoals armoede en een ongunstige sociaaleconomische status.
De school moet geen probleemeigenaar worden van de messenproblematiek. Het gebruik van messen door kinderen en jongeren is een maatschappelijk probleem. De oplossing is een samenwerking tussen een groot aantal partijen zoals onderwijs, politie, jeugdzorg, gemeenten en ouders. Laat het de volwassenen zijn die hier het heft in handen nemen.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in Kwink Magazine, nr. 2, 2021.