Kennisplatform
Nieuw: Let op! Wij-leren.nl lanceert nieuwe website

Werkt Schoolwide Positive Behaviour Support op VO scholen?

Marjoke Hinnen
Adviseur/docent bij ViaJezelf   

Hinnen, M. (2016) Werkt Schoolwide Positive Behaviour Support op VO scholen?
Geraadpleegd op 04-12-2024,
van https://wij-leren.nl/swpbs-complimenten-belonen-adolescenten.php
Geplaatst op 1 juni 2016
Complimenten en belonen

Het op de juiste wijze invoeren van de methode Schoolwide Positive Behaviour Support vergroot het leerrendement bij leerlingen en zorgt voor minder ordeproblemen in de klas. Dat maakt de weg vrij voor het geven van complimenten!

Hersenonderzoek en neuromythen

Onlangs werd er op een lezing over hersenonderzoek dit plaatje getoond. De discrepantie die de dia laat zien tussen het verschil waarop kinderen en adolescenten leren (van overwegend positieve naar overwegend negatieve feedback) vond ik fascinerend. Leren jongeren echt meer van negatieve feedback?

En zo ja, wat kan ons onderwijs met resultaten uit hersenonderzoek? Eenmaal thuis las ik in ‘Het puberende brein’ van Crone dat resultaten vanuit hersenonderzoek niet bedoeld zijn als leidraad om lesprogramma’s of pedagogische benaderingswijze mee vorm te geven, maar wel meer inzicht kunnen verschaffen in het brein van pubers en adolescenten zodat het onderwijs beter kan aansluiten bij de ontwikkeling van de hersenen van haar leerlingen.

Interesse voor resultaten van hersenonderzoek is begrijpelijk, maar kunnen leiden tot ‘neuromythen’. Een neuromythe is gebaseerd op verkeerd geïnterpreteerde bevindingen uit hersenonderzoek. Oorzaak is dat hersenonderzoek voornamelijk plaats vindt in een ‘laboratoriumsetting’ en zodoende gespeend is van sociale context.

Schoolwide Positive Behaviour Support

Ok, terug naar de dia. Ik kan mij voorstellen dat de puberteit ervoor zorgt dat adolescenten meer negatieve feedback ontvangen omdat ze risicovoller gedrag vertonen, maar of ze daar meer van leren?

Thuisgekomen vroeg ik achteloos aan mijn 15e jarige zoon wat hem meer motiveerde: kritiek of een compliment. Of hij daar echt antwoord op geven moest? Een compliment natuurlijk.

Uit hersenonderzoek blijkt dat adolescenten risicogedrag vertonen doordat het emotiesysteem, dat reageert op beloningen, extra gevoelig is. Je zou dus kunnen zeggen dat adolescenten ook op zoek zijn naar positieve feedback, al zien ouders en/of docenten dat soms anders.

SWPBS (Schoolwide Positive Behaviour Support) is een methode om leerlingen tijdens hun leerproces, gerichter, van positieve feedback te voorzien. SWPBS is een schoolbrede aanpak van gedrag, gericht op het expliciet maken en stimuleren van gewenst gedrag bij leerlingen in het onderwijs.

Het doel van SWPBS is om de leerprestaties te verbeteren door vanuit gedeelde waarden een sociale omgeving te scheppen die het leren bevordert en gedragsproblemen voorkomt. Niet door het aanspreken van leerlingen op ongewenst of gewenst gedrag, maar door de omgeving zo vorm te geven dat positief gedrag vanzelf wordt getoond.

Kunnen de resultaten vanuit hersenonderzoek bijdragen aan het succesvol implementeren van SWPBS op scholen?

Het flexibele brein vraagt om uitdaging

In de puberteit worden de gebieden van de hersenen van jongeren die belangrijk zijn voor het verwerken van emoties extra gevoelig. Hierdoor vormen de mogelijk gunstige gevolgen van het nemen van risico’s een positieve stimulans waardoor het aantrekkelijk wordt deze risico’s te nemen.

Het emotiesysteem vertoont, bij een in het verschiet liggende beloning, veel meer activiteit dan bij kinderen of volwassenen. Dit verklaart waarom adolescenten vaak op zoek gaan naar nieuwe en uitdagende situaties; bij succes veroorzaakt het een ‘kick’ in het emotiesysteem.

Zo is het zwemmen met haaien natuurlijk gevaarlijk, maar het kan ook leuk zijn. Net zoals kinderen zijn adolescenten op zoek naar een beloningsgevoel, maar waar kinderen nog vertrouwen op de goedkeuring van de ouder of leerkracht omdat hun emotionele hersengebieden zich nog koest houden, zijn de hersenen van adolescenten ‘flexibel’ en worden geleid door het emotiesysteem en de sociale omgeving.

"De mate waarin het emotiesysteem geprikkeld wordt speelt een belangrijke rol bij de motivatie om te leren." 

Adolescenten kunnen wel zelfstandig werken, mits ze daartoe op de juiste wijze gemotiveerd (lees beloond) worden. SWPBS gaat uit van aandacht voor het positieve gedrag. De meeste scholen steken veel tijd en energie in enkele leerlingen die regelmatig voor probleemsituaties zorgen.

Veel lestijd aan pubers en adolescenten gaat verloren aan ordeherstellende interventies (laat je telefoon met rust, doe je jas uit, let op) hetgeen niet leidt tot een taakgerichte werksfeer die de leerlingen uitdaagt. Leerlingen ervaren dergelijke lessen overigens vaak als saai. En, zo constateert Sander Dekker in het Parool, als leerlingen zich gaan vervelen kunnen ze ook echt vervelend worden.

De invoering van SWPBS op scholen laat een significante daling zien in het aantal disciplinaire maatregelen en schorsingen, en tegelijkertijd wordt er beduidend meer tijd besteed aan leren en doceren. Op het moment dat er in binnen een school minder nadruk wordt gelegd op probleemgedrag dan ligt de weg open om na te denken over manieren om adolescenten te motiveren om te leren.

Sociale leeromgeving

Leidend voor de invulling van het SWPBS traject, is het schoolbreed formuleren, het liefst in samenspraak met de leerlingen en eventueel ouders, van gemeenschappelijk gedeelde en gevoelde waarden. Deze schoolwaarden zijn het startpunt voor het vormgeven van de sociale omgeving waarbinnen leren voorop staat.

Een schoolbrede aanpak gericht op de behoeften van de leerling. Kinderen vertonen minder risicovol gedrag en doen ook nog een beroep op ouders of leerkrachten bij de vraag welk gedrag gepast is of niet. In de puberteit wordt dit systeem uit balans gebracht.

De interventies dienen dus afgestemd te zijn op het niveau van gedragsindicatoren die de leerlingen laten zien zodat de sociale omgeving aansluit bij de leer -en beloningsbehoefte van de leerling.

Valkuilen voor succesvol implementeren van SWPBS

Een school brede aanpak gebaseerd op gedeelde waarden betekent dat het noodzakelijk is dat het voltallige personeelsbestand zich positief en bewust uitspreekt voor het werken met SWPBS.

Voor de meeste teams blijkt het ontwikkelen van een breed gedragen schoolcultuur waarin overeenstemming bestaat over de wijze waarop schoolregels, betrokkenheid en gezamenlijke verantwoordelijkheid worden uitgedragen lastig genoeg.

"SWPBS komt niet van de grond op het moment dat slechts 70% van het personeel aan de werkwijze gecommitteerd is."

Het vergt daarom toewijding van alle medewerkers. MBO en VO scholen kennen een extra belemmerende factor voor het werken met SWPBS doordat er per les een verschil in benaderingswijze en of handelingswijze bestaat tussen de verschillende docenten.

Ook al spreken docenten zich uit voor positief belonen, het hoe en waarom een positieve beloning tot stand komt kan per docent en per lesuur verschillen. In de praktijk is het lastig hier een heldere lijn in te brengen.

Tot slot

Kunnen de resultaten uit hersenonderzoek ertoe bijdrage SWPBS succesvol te implementeren? Naast het grondig begeleiden van het hele team is het belangrijk, in samenwerking met de leerlingen, na te denken hoe de waarden vertaald kunnen worden naar de behoeftes van de leerlingen.

Waar worden leerlingen door geprikkeld en hoe zijn ze te motiveren? Het is kenmerkend voor adolescenten om korte termijnkeuzes te maken. De snelle winst wint het meestal van de veilige keuze. Zo vinden veel docenten het telefoongebruik bij leerlingen ergerlijk. Maar het simpel verbieden van de telefoon, een beloningsapparaat pur sang, lijkt in het kader van SWPBS niet erg handig.

Wat docenten als positief ervaren wordt niet altijd door de leerlingen gedeeld. Een belangrijke vraag is dus wat positief gedrag is en hoe leerlingen het kunnen laten zien.

Daarnaast valt of staat het succes van SWPBS met het begrijpen van de methodiek. Kennis over de werking van het adolescentenbrein kan een bijdrage leveren voor het welslagen van het werken met SWPBS als de schoolbrede waarden doelgroep specifiek worden geconcretiseerd. Het invoeren van SWPBS vereist tijd, inzet en kennis over zowel de methodiek als over de doelgroep waarvoor het bestemd is.

  • Crone, E. (2008). Het puberende brein (3e druk). Amsterdam: Bert Bakker.
  • Muscot, S., & Mann, L. (2008). Journal of Positive Behavior Interventions. Effects of Large-Scale Implementation of Schoolwide Positive Behavior Support on Student Discipline and Academic Achievement. Volume 10, Number 3. July 2008 190-205 2008 Hammill Institute on Disabilities.
  • Kuijk, J. van & C. van Rens (2013). Positief met en over PBS. Op weg van een aparte aanpak naar integratie. Nijmegen / Amsterdam, ITS Radboud Universiteit. Kohnstasmm Instituut.
  • Wienke, D.,& Messing, C.(2013). Omgaan met grensoverschrijdend pubergedrag in het onderwijs. Jeugd en Co Kennis. October 2010, Volume 4, Issue 3, pp 8-18.
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.