Kennisplatform
Nieuw: Let op! Wij-leren.nl lanceert nieuwe website

DCD - Tips voor de leerkracht

Anton Horeweg
Leerkracht, gedragsspecialist (M SEN) bij Gedragsproblemenindeklas.nl   

Horeweg, A. (2017). DCD, tips voor de leerkracht.
Geraadpleegd op 07-12-2024,
van https://wij-leren.nl/tips-gedragsproblemindeklas-dcd.php
Geplaatst op 22 juni 2017
Tips in de klas - dcd

DCD (Developmental Coördination Disorder) is een Coördinatie-ontwikkelingsstoornis. Vroeger werd dit (ontwikkelings)dyspraxie genoemd. Kenmerken zijn moeite met het aanleren en uitvoeren van motorische taken, zoals zich aan- en uitkleden, fietsen, zwemmen, tekenen, knippen en schrijven.

De stoornis is relatief onbekend en men vermoedt dat ongeveer 5 % van de kinderen DCD heeft. Het komt veel vaker voor bij jongens dan bij meisjes. Als je een beetje onhandig bent, wil dat nog niet zeggen dat je DCD hebt. Bovendien is DCD voor een deel een rijpingsprobleem van het centrale zenuwstelsel, waardoor de problemen uiteindelijk wel minder worden.

Omdat er geen eenduidige manier van diagnosticeren is, zijn cijfers niet heel betrouwbaar. De movement ABC checklist is bruikbaar om een indicatie te krijgen van de problemen als je een vermoeden hebt van DCD bij een kind, maar dit kan uiteindelijk alleen vastgesteld worden door een fysiotherapeut eventueel in combinatie met een orthopedagoog of kinderpsycholoog.

Wat je kunt doen in je klas om deze kinderen te ondersteunen

Zorg er vooral voor, dat het kind zich competent voelt. Het voortdurende falen op motorisch gebied, zal vrijwel zeker gevolgen hebben voor het zelfbeeld en dit niet in positieve zin. Geef veel complimenten.
Kinderen met DCD hebben er baat bij, als ze niet alles hoeven te schrijven. Je kunt eventueel het dagelijks werk gedeeltelijk als fotokopie geven, waarop ze alleen de antwoorden hoeven te schrijven. Een kind met DCD doet globaal gezien 66% van het werk in de tijd waarin de andere kinderen alles hebben gemaakt. Het kost deze kinderen wel veel meer inspanning. Zorg voor vaste routine, een vast dagritme; plotselinge veranderingen geven soms problemen voor deze kinderen.

  •  Als er werk van het bord moet worden overgeschreven, geef het kind dan de uitgewerkte aantekeningen van jezelf of één van de kinderen.
  • Laat het kind schrijven met een stabilo pen.
  • Laat bij verbeteren alleen de echte fout verbeteren en niet de hele zin als dit niet strikt noodzakelijk is.
  • Schrijven kan soms pijn doen (verkramping). Beperk het daarom.
  • Leer het kind werken op de computer, daar kan het veel schrijftijd mee besparen. Het kan zijn dat een “gewone computermuis” voor dit kind niet werkt. Schaf dan een track Ball aan.
  • Zet de no-repeat-functie aan als het kind vaak teveel letters aanslaat. (configuratiescherm-toegankelijkheidopties-tabblad toetsenbord-filtertoetsen- instellingen-herhaalde toetsaanslag negeren)
  • Een vergroot toetsenbord kan ook een goed hulpmiddel zijn. (Clevy)

Instructie:

  • De instructie kun je het best opdelen in kleine stapjes. Eén probleem per stap, want ordenen van opeenvolgende handelingen is vaak een probleem.
  • Probeer vaste routines aan te houden.
  • Heb geduld en maak gebruik van meerdere vormen om informatie aan te bieden, zodat verschillende zintuigen worden gebruikt.
  • Stimuleer het geheugen met veelvuldig herhalen tot dat wat al geleerd is, kan worden gereproduceerd.

De taak:

  • Als het kind een taak moet maken, controleer dan goed of het kind weet waarmee het moet beginnen. Laat hem dat herhalen.
  • Houd in de gaten of het kind op het goede spoor blijft. Omdat het niet kan ordenen kan het ineens met de verkeerde dingen aan de gang gaan.
  • Werk eventueel met behulp van een stappenplan.
  • Geef het kind meer tijd voor de taak, pas de hoeveelheid werk eventueel aan.
  • Geef van te voren aan wanneer gestopt moet worden met een taak. ”Nog vijf minuutjes en we gaan stoppen.”

Welke vakken kunnen problematisch zijn?

(Aanvankelijk) lezen:

  • Het gebruik van de letterdoos kan problemen opleveren. Een magneetletterdoos kan uitkomst bieden. Ook een vilten antislipmatje kan een steun zijn. Een tafel met opstaande randjes, een dienblad o.i.d. kan helpen voorkomen dat de letters constant op de grond liggen.
  • Een afdekkaartje verschuiven kan problemen opleveren.
  • Het leren lezen zelf geeft problemen bij bijna 70% van deze kinderen.

Taal/Spelling:

  • De problemen bij spelling zijn voor een deel indirect: omdat het kind al zijn aandacht nodig heeft voor het inspannende schrijven, heeft het geen aandacht over voor de juiste schrijfwijze. Werken op de pc (eventueel met vergrote toetsen) kan uitkomst bieden.
  • Daarnaast heeft het moeilijk kunnen ordenen ook gevolgen voor het ontstaan van een goed woordbeeld.
  • Geef het kind eventueel meer tijd of beperk het te maken werk. Maak gebruik van invulbladen als het kan.
  • Laat bij een dictee eventueel alleen de woorden waar het om gaat opschrijven.

Rekenen:

  • De helft van de kinderen met DCD heeft visueel-ruimtelijke problemen. De sommen goed onder elkaar zetten, blokjes bekijken, figuren snappen, enz. geeft dus problemen.
  • De tafels leren gaat vaak trager
  • Getalbegrip, verminderen of vermeerderen, berekeningen toepassen, enz. kosten meer moeite.
  • Het gebruik van liniaal, passer of gradenboog geeft problemen. Bekijk hun werk dus met de nodige tolerantie. Een “bijna” rechte lijn is al heel wat. Geef eventueel een liniaal met antislipstrookje. Een liniaal met handgreep is niet handig. Geef een platte liniaal, zodat hun hand erop kan steunen.
  • Een rekenschrift met extra grote ruitjes (wiskundeschrift) kan helpen om de cijfers beter onder elkaar te krijgen.
  • Soms is er een gebrek aan flexibiliteit in denken. Deze kinderen kunnen dan niet variëren in oplossingsmethoden.
  • Klokkijken: Sommige kinderen hebben ernstige moeilijkheden met plaatsbepaling in cirkelvormige volgorde. Gebruik daarom gedurende alle leerjaren vaste termen. Gebruik eventueel alleen een digitale klok voor deze kinderen.
  • Redactiesommen: Het gelijktijdig verwerken van meerdere gegevens, de volgorde bepalen van de rekenhandelingen is lastig voor deze kinderen. Geef stap voor stap uitleg.
  • Volgorde van bewerking onthouden kan problemen geven. Geef een ondersteuningskaartje.

Schrijven:

  • Bij lezen leren kinderen de klankwaarde (foneem) en de letterwaarde (grafeem). Bij het schrijven komt daar het leren van een “motorisch plan” bij. Dit plan slaat het kind op in zijn geheugen. Eerst “tekent” het de letters. Na automatisering kan het kind de letters “schrijven”. Bij kinderen met DCD duurt dit veel langer dan bij andere kinderen.
  • Deze kinderen hebben baat bij veel oefenen. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld de letterpatronen van het voorbereidend schrijven.
  • De hoofdletters, die na de kleine letters aan bod komen, geven wéér moeilijkheden. Dat kan behoorlijk ontmoedigend zijn. Je kunt besluiten de hoofdletters (voorlopig) niet aan te leren.
  • Gebruik een schrift met liniatuur zoals in het schrijfschrift. De hulplijnen geven namelijk goede steun.
  • Soms kan een kruisje waar ze moeten beginnen hulp bieden.
  • De volgorde van werken kun je visueel maken door op de tafel een groene stip links te plakken en een rode stip rechts. Dat is de werkrichting.
  • Als het kind moeite heeft met ruimte tussen de woorden laten, leer ze dan die ruimte af te meten met hun vinger. “Sla één vingerbreedte over.”
  • Als het handschrift moeilijk leesbaar is, laat dan telkens een regel overslaan. Er is zo  ruimte om iets te verbeteren.
  • Na de vakantie zijn deze kinderen soms het “motorisch plan” weer vergeten. Het kan raadzaam zijn in de vakantie te blijven oefenen.
  • Lichaams- en zithouding is altijd belangrijk, maar bij deze kinderen kan het goed zitten een extra steun zijn. Recht voor het bord, goede verhouding tussen tafel en stoel. Knieën in een hoek van 90 graden, voeten plat op de grond, hoofd 20 tot 30 cm van de tafel, licht gebogen. Deze kinderen mogen met hun buik tegen de tafel leunen voor extra steun. Let extra op zithouding en pengreep.
  • Pas schrijfmateriaal eventueel aan.

Aardrijkskunde:

Bij dit vak hebben deze kinderen wat extra hulp nodig. Hieronder een (niet volledig) lijstje met problemen waar ze tegenaan kunnen lopen.

  • Omdat veel kinderen met DCD ook problemen hebben met ruimtelijk inzicht, is de oriëntatie op de kaart of plattegrond vaak lastig. Probeer een vaste zoekwijze aan te leren; van linksboven naar rechts beneden, zoals bij het lezen van een bladzijde.
  • Reliëfkaarten en – voorstellingen geven dikwijls problemen.
  • Kaartlezen en schematische kaarten zijn heel lastig.
  • Oriëntatie op de windstreken a.d.h.v. een windroos en die dan overbrengen op de wereldbol, de begrippen lengte en breedte, kunnen allemaal veel problemen geven.
  • Gebruik maken van coördinaten geeft dezelfde problemen.

Tekenen en handvaardigheid:

Dat hier problemen ontstaan mag duidelijk zijn. Wees niet te kritisch over de resultaten. Kijk vooral naar inzet van het kind en stel geen onmogelijk hoge eisen. Geef zo mogelijk extra hulp.

Gym:

Uiteraard kost ook dit vak veel moeite. Oefeningen met snelle opeenvolgende bewegingen zijn waarschijnlijk te moeilijk.

  • Evenwichtsoefeningen kunnen het best onder begeleiding gedaan worden. Laat iemand meelopen en ondersteuning geven.
  • Reageren op een naderende bal, zal veel moeite kosten. De oog-handcoördinatie is namelijk niet goed.
  • Dwing geen oefeningen af en vereenvoudig de oefeningen eventueel.
  • Als het kind echt niet mee kan komen bij groepssportactiviteiten, laat het dan bijvoorbeeld scheidsrechter zijn.
  • Als het kind “gewoon” meedoet, laat dan de kinderen niet zelf de groepjes kiezen. Het is heel erg voor een kind om altijd als laatste gekozen te worden. Dat geldt overigens voor alle kinderen.
  • Voor en na gym: uit- en aankleden, wassen en douchen, schoenveters strikken, ritsen dichtmaken, knoopjes los of vastmaken, kunnen allemaal problemen geven.

Afnemen van toetsen:

  • Kinderen met DCD hebben vaak moeite met opnemen en ordenen van de vragen. Geef eventueel mondeling extra informatie.
  • Besluit indien nodig om de toets geheel mondeling af te nemen.
  • Geef eventueel aan hoeveel tijd ze ongeveer per vraag kunnen gebruiken of geef gewoon alle tijd die ze nodig hebben.
  • Probeer ook hier het schrijfwerk zoveel mogelijk te beperken. Het gaat immers om de antwoorden? Teveel schrijfwerk slokt alle aandacht op die eigenlijk naar het bedenken van de antwoorden moet gaan.
  • Houd goed in de gaten of de vragen goed zijn overgenomen door het kind.
  • Als het kind onleesbaar heeft geschreven, vraag dan of het kind wil vertellen wat er staat. Het slechte schrijven is geen onwil!

Huiswerk:

  • Als je moeite hebt met ordenen en informatie verwerken, kan huiswerk noteren ook een probleem zijn. Controleer samen of het huiswerk goed in de agenda staat of laat een ander kind dat doen.
  • Controleer of het kind al het benodigde mee naar huis neemt.
  • Beperk eventueel het huiswerk als blijkt dat de hoeveelheid tot problemen leidt. Bedenk dat het geen onwil is van het kind.

Mogelijke gevolgen van DCD

  • Kinderen met DCD merken zelf heel goed dat ze op motorisch gebied ver achterlopen en niet kunnen wat andere kinderen wel kunnen. Dit zorgt vaak voor een heel laag zelfbeeld.
  • Ze kunnen zich niet geaccepteerd door klasgenoten voelen.
  • Ze worden vaak buitengesloten bij sport en spelactiviteiten in vrije momenten.
  • Deze kinderen trekken zich als reactie hierop vaak terug uit sociale situaties, waarschijnlijk uit angst weer te falen.
  • Andere kinderen verbergen hun problemen met clownesk of agressief gedrag.
  • Er is grote kans dat deze kinderen gepest worden. Wees daar extra alert op.
  • Door alle problemen ontstaat er gemakkelijk een negatieve spiraal.

DCD is voor een deel een rijpingsprobleem van het centrale zenuwstelsel, waardoor de problemen uiteindelijk wel minder worden.

 

 

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.