Vijf invalshoeken van leesbevordering bij vrij lezen
Anneke Bemer
Taal- en leesspecialist bij CED-Groep | onderwijsadvies en -ontwikkeling
Geraadpleegd op 04-12-2024,
van https://wij-leren.nl/vijf-invalshoeken-van-leesbevordering.php
Vrij lezen staat gelukkig op bijna alle basisscholen in Nederland wekelijks meerdere keren op het rooster. Over het nut hiervan is geen discussie, toch valt er nog veel meer uit dit moment te halen dan nu op veel scholen gebeurt. Uit onderzoek van Van der Sande et al. (2019) lijkt vrij lezen nu vooral gunstig voor leerlingen die al een leesroutine hebben. Vrij lezen kan echter beschouwd worden als een vak, waarin aan kinderen veel te leren valt. Door vanuit dit perspectief naar vrij lezen te kijken, kan de leerkracht die herkent waar de kansen liggen, bij álle leerlingen de leesontwikkeling bevorderen. In dit artikel de handvatten om invalshoeken te herkennen en benutten die belangrijk zijn bij leesbevordering in het vrij lezen.
In de rapportage Sturen op begrip (2021) waarin de problemen van Nederlandse leerlingen met begrijpend lezen ontleed worden, wordt gesteld dat het verdiepend begrip van teksten het grote struikelblok is voor de Nederlandse jeugd. In de Oproep tot een leesoffensief (Onderwijsraad, 2019) wordt eveneens gesteld dat de ‘diepe’ vorm van lezen van met name lange verhalende teksten te weinig gestimuleerd wordt. Het lezen van jeugdromans biedt leerlingen bij uitstek gelegenheid om tot diep lezen te komen. Een leerling die een boek in gezogen wordt, doet zonder het te merken een schat aan nieuwe woorden en achtergrondkennis op en legt bovendien continu verbanden binnen de tekst en tussen tekst en achtergrondkennis. Dit zorgt ervoor dat de leerling voldoening haalt uit hetgeen hij leest en ongemerkt een stevig fundament legt voor het begrijpend lezen.
Om van het vrij lezen de gamechanger te maken die het wellicht zou kunnen zijn, is een beredeneerde aanpak op schoolniveau van belang.
Een aanpak waarbij het er niet alleen toe doet dát kinderen lezen, maar ook wát kinderen lezen. Waarin in het aanbod sprake is van een doorgaande leerlijn. Een aanpak waarbij leerlingen die het niet goed lukt zich te verdiepen in een boek, hierin stapsgewijs ondersteund worden. Dit artikel bespreekt invalshoeken om met de klas meer uit het vrij-leesmoment te halen en de leerlingen door gerichte leesbevorderingsactiviteiten te enthousiasmeren voor, laten nadenken over en reflecteren op boeken. Ongetwijfeld bestaan er nog meer invalshoeken, maar met deze vijf invalshoeken, die in leesbevorderende activiteiten vaak met elkaar verweven zijn, kan gericht gewerkt worden aan het bevorderen van de leesontwikkeling bij het vrij lezen.
1. Boekpromotie
Met boekpromotie wordt bedoeld het aanprijzen van boeken door een leerkracht of medeleerling die dit boek al (gedeeltelijk) gelezen heeft. Een geschikt moment hiervoor is als een boek net uitgelezen is of als de leerkracht beschikt over een vers aanbod van boeken.
Uit onderzoek van Merke et al. (2022) blijkt dat het afbakenen van het boekenaanbod leidt tot meer en aandachtiger lezen, met name bij zwakke lezers.
Zij hebben er baat bij als ze de keus hebben uit een voorgekaderd en beperkt aanbod. Het verversen van dit aanbod, bijvoorbeeld doordat de leerkracht een nieuwe selectie maakt uit het aanbod van de schoolbieb, is bij uitstek een moment dat geschikt is voor boekpromotie. Werkvormen als Boekensushi, Op de stip en Raad de beginzin zijn geschikt voor de promotie van boeken.
Als leerkracht kun je een boekpromotieactiviteit ook goed benutten voor het in het zonnetje zetten van rijke boeken waar leerlingen zelf niet snel naar grijpen. Door juist de jeugdromans van kwaliteit uit het aanbod eerst zelf te lezen, kan de leerkracht deze goed promoten en ook gericht aanbevelen aan bepaalde leerlingen. Zet na het promoten van een boek het boek letterlijk op een voetstuk of bombardeer het tot ‘boek van de week’ en richt hier een plek voor in. Ook leerlingen kunnen het aanbevelen van boeken aan elkaar zichtbaar maken, bijvoorbeeld door een tipwand in de klas in te richten.
2. Leessmaak ontwikkelen
In de middenbouw van het basisonderwijs hebben leerlingen vaak een duidelijke voorkeur voor een bepaald soort boeken of een bepaalde serie, niet zelden passend bij hun hobby. Interesses zijn één aspect waarop je een boek kunt uitkiezen, maar ook bijv. genre, soort boek, schrijfstijl en vormgeving zijn van invloed op de mate waarop iemand een boek weet te waarderen. Als leerkracht speel je hierop in door leerlingen aan te leren hoe ze een nieuw boek kunnen uitkiezen aan de hand van het bekijken van kaft, titel en genre, het lezen van de achterkant en door even door het boek te bladeren.
In activiteiten rondom het leesmoment kan de leerkracht gericht aandacht besteden aan het laten ontdekken van voorkeuren en het ontwikkelen van leessmaak. Dit vergroot de kans dat leerlingen een boek kiezen dat bij hen past en het geeft de leerkracht gelegenheid leerlingen nieuwe ‘smaken’ te laten proeven en hun interesses uit te breiden. Hierbij is het belangrijk dat leerlingen kennis hebben over de verschillende aspecten die ertoe doen bij boekkeuze.
Stel dus eens verschillende genres centraal, zoals avonturenboeken of historische romans, of een schrijver, en bespreek met leerlingen waar hun voorkeuren liggen.
Een werkvorm als Boekvoice is heel geschikt om leerlingen op een leuke manier te laten nadenken over hun voorkeuren.
3. Leesbeleving verdiepen
Bij leesbeleving gaat het over het stilstaan bij de emoties die leerlingen ervaren bij het lezen van hun boek. Hoe beleven ze de gedragingen van de hoofdpersonen en de gebeurtenissen in het boek? De leerkracht kan de leerlingen bijvoorbeeld vragen wie hun favoriete personage in het boek is en waarom. Coöperatieve werkvormen als binnenkring-buitenkring of denken-delen-uitwisselen zijn heel geschikt om leerlingen aan de hand van een of meerdere belevingsvragen met elkaar te laten uitwisselen hoe zij bepaalde aspecten in hun leesboek beleven.
De leerkracht kan er ook voor kiezen om zelf een kort fragment voor te lezen uit een boek en hier een belevingsvraag bij te stellen.
Een vraag als ‘Wat vind je van het handelen van het personage en zou jij hetzelfde gedaan hebben? leent zich goed voor verdiepende leesbeleving en uitwisseling. Aidan Chambers heeft vrij downloadbare vertelkaartjes ontwikkeld met veel vragen die inspelen op de beleving van de leerlingen. Met deze kaartjes zijn verschillende werkvormen uit te voeren die vooral ingezet worden als leerlingen een boek (bijna) uitgelezen hebben.
4. Leesattitude en leesgedrag ontwikkelen
Onder leesattitude wordt de houding tegenover lezen verstaan. Een leesattitude is niet aangeboren, maar aangeleerd (Ros et al., 2021) en dat betekent dus dat deze te beïnvloeden is. Positieve leeservaringen zijn belangrijk om de leesattitude positief te beïnvloeden en daarnaast zijn onder andere overtuigingen over de opbrengst van lezen van belang. Een belangrijke belemmering bij vrij lezen is dat over het algemeen geen verantwoording afgelegd hoeft te worden over het gelezene waardoor betrokkenheid en motivatie bij een deel van de leerlingen ontbreekt (Merke et al. 2022). De leerkracht bevordert het lezen ook door structureel aandacht te besteden aan randvoorwaarden die het vrij lezen meer betekenisvol maken.
Een aantal aspecten zijn hierbij van belang. In de eerste plaats het uitspreken van hoge verwachtingen en het stellen van een standaard waar het vrij-leesmoment aan voldoet. Te denken valt aan afspraken rondom het (niet) uitlezen van boeken en het bereiken van de benodigde leesrust tijdens het leesmoment. Samen nadenken en afspraken maken zorgt voor betrokkenheid en eigenaarschap. Voor of na het leesmoment is een goede gelegenheid om de afspraken samen te evalueren. Een middel als een leeslogboek zorgt ervoor dat leerlingen een zekere mate van verantwoording afleggen over wat ze gelezen hebben. Door hierover met leerlingen in gesprek te gaan, monitort de leerkracht de leesontwikkeling van de leerling en kan deze desgewenst bijsturen.
Leesattitude en leesontwikkeling hebben niet alleen te maken met óf kinderen lezen, maar ook met welke boeken ze lezen en hoe ze tegenover het verbreden van hun leeshorizon staan.
Inzicht van leerkracht en leerling over een doorgaande lijn en dimensies in het aanbod, geeft de leerkracht gelegenheid de leerling zich te laten ontwikkelen op leesgebied. Leerlingen gaan hierdoor merken wat lezen hen brengt en krijgen de mogelijkheid voldoening uit het vrij lezen te halen.
5. Literatuureducatie
Bij ontwikkeling van literaire competentie gaat het om aandacht voor de vorm van het verhaal. De leerling krijgt bijvoorbeeld inzicht in verhaalstructuur, diepere lagen in een boek en taalgebruik dat een schrijver hanteert. Hierdoor verdiept de leesbeleving van leerlingen zich en leert een leerling ook de meer gelaagde boeken onder de jeugdromans te lezen en te waarderen. Het is zeker geen hogere letterkunde om hier als leerkracht aandacht aan te besteden rondom het vrij-leesmoment.
Het stellen van een reflectievraag bij een voorleesfragment is een uitstekende gelegenheid om met de leerlingen stil te staan bij de vorm van de tekst. Vraag bijvoorbeeld eens of het fragment typisch is voor het genre of bij wie het perspectief ligt. In het begin zullen dit soort vragen waarschijnlijk wat extra uitleg vragen. Maar hoe meer kennis leerlingen opbouwen over literaire kenmerken, hoe meer ze hierover met de leerkracht en met elkaar in discussie kunnen. De vertelkaartjes van Aidan Chambers bevatten ook vragen die leerlingen laten reflecteren op de vorm van het verhaal.
Anneke Bemer MSc is als taal- en leesspecialist verbonden aan de CED-Groep
Literatuur
- Merke, S., Ganushchak, L., & Van Steensel, R. (2022). Verrijkt vrij lezen: Een meta-analyse van de effecten van toevoegingen aan vrij lezen. Amsterdam: Stichting Lezen.
- Raad van Cultuur, Onderwijsraad. (juni 2019). ‘Lees! Een oproep tot een leesoffensief’.
- Ros, B., Van Gelderen, A., De Glopper, K., & Van Steensel, R. (2021). Leer ze lezen. Praktische inzichten uit onderzoek voor leraren basisonderwijs. Meppel, Nederland: Ten Brink Uitgevers.
- Van den Broek, P., Helder, A., Espin, C., & Van der Liende, M. (2021).
- Sturen op Begrip: Effectief Leesonderwijs in Nederland. Rapportage aan de Vaste 2e Kamer Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (Referentienummer UTP/8000435). Universiteit Leiden.
- Van der Sande, L., Wildeman, I., Bus, A., & Van Steensel, R. (2019). Lezen stimuleren via vrij lezen, boekgesprekken en appberichten: Effecten van leesbevorderingsactiviteiten in het basisonderwijs en vmbo. Eburon.