Leerlingen betrekken, hoe doe je dat? Met visualisaties!
Noëlle Pameijer
School-, GZ- en kinderpsycholoog NIP bij HGW Noëlle Pameijer
Geraadpleegd op 04-12-2024,
van https://wij-leren.nl/visualisaties-voor-leerlingen.php/.
Dit artikel is het derde deel van een drieluik over visualiseren ter ondersteuning van gesprekken in de leerlingenzorg en is geschreven samen met Petra de Waard, Debora van den Heuvel, Eugenie van Dijck, Noëlle Pameijer, Ghislaine Rootlieb, Corine Vos (Stichting Elan en Samenwerkingsverband Unita). Hier vind je het eerste en tweede deel.
Een praatje met een plaatje
Een constructieve samenwerking tussen leerkrachten, ouders, leerlingen en interne en externe begeleiders bevordert het schoolsucces en schoolplezier van leerlingen. Om deze samenwerking te optimaliseren is er binnen Stichting Elan en Samenwerkingsverband Unita de afgelopen jaren geëxperimenteerd met het visualiseren van begeleidingstrajecten. We ontwikkelden schema’s en plaatjes, ter ondersteuning van onze gesprekken met leerkrachten, begeleiders, ouders en leerlingen. Intern begeleiders en leerkrachten passen steeds vaker deze tekeningen toe in hun gesprekken met elkaar, ouders en leerlingen. Dit blijkt goed te werken en wordt enthousiast ontvangen. We schreven hierover het afgelopen jaar al twee keer. Als laatste van dit drieluik bespreken we hoe we visualisaties inzetten om de betrokkenheid van leerlingen binnen het proces van handelingsgericht werken te vergroten. In dit artikel praten we over de leerling in de hij vorm. Vanzelfsprekend kan hiervoor ook zij gelezen worden.
Figuur 1 (bron: Myrthe Drexhage voor Elan/Unita)
Handelingsgericht werken (HGW): de positie van leerlingen
Leerlingen weten dingen die hun leerkrachten en ouders niet weten. Zij zijn de enigen die ons kunnen vertellen hoe ze school ervaren, wat ze prettig vinden, waar ze bang voor zijn, wat hen boos of verdrietig maakt en wat ze anders zouden willen en hoe. Dit bepaalt hun gedrag, inzet en leerontwikkeling. Toch praten we nog steeds meer óver en tegen leerlingen dan echt mét hen. Een gemiste kans, want ze hebben vaak een heel andere kijk op de zaak en kunnen ons attenderen op dingen die wij anders over het hoofd zouden zien. Hun oplossingen blinken bovendien vaak uit in eenvoud. En zij behoeden ons voor tunnelvisie, valkuilen en missers. HGW ziet leerlingen daarom als mede-regisseurs van hun ontwikkeling en als partners in de samenwerking (Pameijer, 2017; 2021). Daarnaast zal een leerling dingen die hij zelf (mee)bedacht heeft makkelijker kunnen veranderen dan dingen die hem “opgelegd” worden door anderen. Het eigenaarschap van de leerling voor zijn leerproces wordt hiermee vergroot. In de motivatie voor verandering spelen immers: relatie (we doen het samen), competentie (je kunt het) en autonomie (het geven van keuzes in veranderingsprocessen) een cruciale rol (Ryan & Deci, 2000).
Waarom visualiseren met leerlingen?
Je bent als begeleider samen met de leerling bezig om kernachtig en concreet dat wat gezegd wordt samen te vatten en weer te geven. Hierdoor heb je beide letterlijk zicht op waar het over gaat en wat ertoe doet. Leerlingen praten bovendien makkelijker met een volwassene als je samen iets aan het doen bent. Ook helpt het om later terug te halen wat er gezegd is. Vooralsnog gebruiken we visualisaties vooral bij individuele leerling-gesprekken. In aangepaste vorm zijn bepaalde visualisaties ook in een groepssituatie te benutten.
Welke visualisatie en wanneer?
Welke visualisatie je gebruikt hangt af van het doel dat je hebt met het gesprek. Ook de leeftijd en de voorkeur van de leerling of van jouzelf spelen hierbij een rol. Tevens is de vraag waarvoor je de visualisatie wilt gebruiken. Is het om een leerling voor te bereiden op je komst of om de uitkomsten van een observatie of onderzoek te delen? Wil je met de leerling meer overzicht krijgen over wat al goed gaat en wat nog beter kan op school? Wil je samen op zoek naar mogelijke verklaringen (inzicht) of zoek je naar oplossingen (uitzicht)? De ene visualisatie leent zich meer voor overzicht en inzicht; de andere meer voor uitzicht. Maar met enige creativiteit zijn de meeste visualisatie voor verschillende doelen te gebruiken. Hieronder werken we per handelingsgerichte fase een paar visualisaties uit en geven hier en daar wat kanttekeningen aan.
In gesprek met de leerling over zijn situatie en mogelijke verklaringen (overzicht en inzicht).
De start: Kennismakingsbrief
We komen als trajectbegeleiders van Unita op scholen voor een gesprek, observatie en/of onderzoek. Als we leerlingen ophalen uit de klas merken we dat hen dit soms overvalt. Daarom experimenteren we op dit moment met het sturen van een kennismakingsbrief voorafgaand aan ons bezoek. Leerlingen weten daardoor wie we zijn (foto van onszelf in de brief), wat ze van ons kunnen verwachten en wat er van hen wordt verwacht. Ook kunnen ze vast nadenken over de vragen die we hen stellen in de brief. Hierdoor zijn de gesprekken effectiever, ze hebben namelijk al zelf – of met hun ouders, de leraar, begeleider of een andere leerling – bedacht wat ze ons willen vertellen en vragen.
Figuur 2: een kennismakingsbrief (bron: Myrthe Drexhage voor Elan/Unita)
De drie cirkels
Bij elk traject willen we graag weten hoe een leerling zelf tegen de situatie aan kijkt. Dit levert waardevolle informatie voor het overzicht en inzicht en soms ook al ideeën voor oplossingen (uitzicht). Aan de hand van vragen die je voorafgaand aan het gesprek aan de leerling kunt voorleggen (zie bijvoorbeeld de vragen in de kennismakingsbrief) kun je samen in gesprek gaan en antwoorden op papier zetten. Daarbij kun je ook de drie cirkels die in artikel 2 al ter sprake kwamen met het leerling invullen. De drie cirkels helpen bij het samen zoeken naar verbanden tussen verschillende factoren die van invloed zijn op schoolsucces (leerling-school-thuis) en voor het stellen van open vragen, ook in gesprekken met leerlingen. Er is hierbij de mogelijkheid om inzicht te krijgen in de situatie en de leerling mee te laten denken over oplossingen van lastige situaties. Je kunt met verschillende kleuren werken en kleine tekeningen toevoegen. Het model vergt van de begeleider een sterke HGW-attitude en gespreksvaardigheden (zie hoofdstuk 4, Pameijer, 2017).
Figuur 3: de drie cirkels (bron: Elan en Unita)
Samen in gesprek over mogelijkheden en groei (inzicht en uitzicht).
Het Mickey Mouse Model (inzicht en uitzicht)
Zie artikel 1 en 2 voor uitleg.
Aan de hand van deze figuur (zie ook artikel 1) kun je samen met de leerling de sterke kanten van de leerling in kaart brengen en waar nog extra ondersteuning nodig is. Mogelijk heeft de leerling extra instructie nodig voor rekenen, maar juist uitdaging op het gebied van lezen. Op deze manier kun je de leerling helpen een genuanceerd beeld te vormen van zijn mogelijkheden en plek in de groep. Daarnaast kun je er ook andere vaardigheden die voor de leerling van belang zijn in opnemen, zoals sport of tekenen. Door dit overzicht en inzicht werk je met dit model naar uitzicht toe Nadeel van dit model kan zijn dat de leerling zich niet met zichzelf maar met het gemiddelde of de groep vergelijkt (dit kan demotiveren) en/of dat hij de verdeling als vaststaande waarheid aanneemt en het daarmee een “fixed mindset” in de hand werkt. Het is daarom belangrijk om aan te geven dat zo'n verdeling een momentopname is en zal veranderen met extra hulp en inzet. Je kunt bijvoorbeeld het doel stellen om voor rekenen van de linker oorbel naar het linkeroor van de Mickey Mouse te gaan en die verandermogelijkheid met pijlen weergeven. Daarmee creëer je perspectief voor de leerling. Onderstaand een voorbeeld uitgewerkt met een leerling.
Figuur 4: Mickey Mouse Model (bron: Elan en Unita)
Normaalverdeling
De normaalverdeling kun je gebruiken als je de resultaten van bijvoorbeeld een intelligentieonderzoek met de leerling wilt bespreken. Ook het niveau van vaardigheden en talenten op het gebied van rekenen, lezen, werkhouding en zelfs niet-schoolse vaardigheden zijn erin weer te geven, zoals in onderstaand voorbeeld, waarin vaardigheden van de begeleider en de leerling naast elkaar zijn gezet. Zodoende beperk je het beeld van de leerling niet tot cognitieve prestaties en laat je zien dat iedereen bepaalde sterke en zwakke kanten heeft. Het voordeel van deze curve ten opzichte van het Mickey Mouse Model is dat het een leerling niet heel specifiek in een “hokje” plaatst, maar op een lijn, die genuanceerd ingevuld kan worden. Ook hierbij is het van belang om de groeimogelijkheden te bespreken en te voorkomen dat een leerling denkt dat hij op een vast punt zit ten opzichte van andere leerlingen.
Figuur 5: de normaalverdeling (bron: Elan en Unita)
OPP-trap (inzicht en uitzicht)
Wanneer je met de leerling vooral wilt kijken naar zijn eigen vooruitgang op schoolse vakken (inzicht) en het werken naar een uitzicht (uitstroomniveau) dan is de OPP trap heel geschikt. (www.opptrap.nl). Hiermee kun je de groei in (Cito)leerresultaten laten zien, zodat de leerling zich met zichzelf vergelijkt (i.p.v. met de groep): hier was ik, nu ben ik al hier en straks wil ik daar zijn. Zo kun je samen duidelijke doelen stellen voor de korte termijn (midden of einde schooljaar) en de lange termijn (uitstroom naar voortgezet onderwijs). Het voordeel van dit figuur ten opzichte van het Mickey Mouse Model is dat de leerling heel duidelijk kan zien welke groei hij al door heeft gemaakt per vakgebied, hetgeen motiverend kan werken voor de toekomst. Bovendien past de OPP-trap goed bij effectieve feedback en groeitaal (Pameijer, 2021): waar wil ik heen, wat is mijn doel?; hoever ben ik al?; wat moet ik nog leren?
Een leerling met een grillige ontwikkeling of met Cito’s die weinig groei tonen, kan echter gedemotiveerd raken bij de aanblik van een lage, rechte of dalende lijn (“ik kan het dus niet”). Het bespreken van de OPP trap zoals in onderstaande figuur is het meest geschikt voor leerlingen vanaf groep 6 die al toe gaan werken naar een uitstroomniveau.
Figuur 6: OPP-trap (bron: Elan en Unita)
Voor jonge leerlingen is een zelf getekende trap met doelen vaak meer passend.
De kindbrief (overzicht, inzicht en uitzicht)
Na een observatie en/of een onderzoek van de leerling, schrijven we naast een beknopt verslag voor de leerkrachten en ouders (waarin we ingaan op hun vragen), ook een samenvattende brief voor de leerling. Deze kan dan door de ouders en/of school met de leerling worden doorgesproken. Een dergelijke brief dient vaak als psycho-educatie. Wanneer je als begeleider een traject evalueert met ouders en de school kun je hierover ook een brief voor het leerling schrijven. We laten de leerling op die manier zien dat we hem serieus nemen als samenwerkingspartner in het traject. Daarmee verhogen we de betrokkenheid van de leerling bij zijn eigen proces en de samenwerking tussen leerling, ouders en school.
Figuur 7: voorbeeld kindbrief (Elan/Unita)
Ter afronding: enkele overwegingen
Wie tekent?
We hebben bij de diverse visualisaties bepaalde voor- en nadelen besproken. Voor alle visualisaties geldt dat het goed is om af te wegen of je zelf tekent en schrijft (en daarmee de regie behoudt) of de leerling laat tekenen (en hem daarmee meer autonomie en betrokkenheid geeft). Je kunt het ook combineren en samen tekenen, bijvoorbeeld met vragen als: “Hoe zullen we dit tekenen?”, “Welke kleur kiezen we hiervoor?”. “Wat vind jij een goede manier om dit op te schrijven of te tekenen?”, “Wat helpt jou om dit goed te onthouden?”.
Maatwerk?
Hoewel de herkenbaarheid van de visualisatie de leerling (en de professional!) vertrouwen en houvast geven, is maatwerk wenselijk. Er zijn vele publicaties die helpen om vormen te kiezen die passen bij jouw traject (Corry Wolters, 2011; Adinda de Vreede, 2015; Brand, 2020 (=visueel werken, Het Betekenboek).
Privacy van de leerling?
Hoewel het vanzelfsprekend lijkt dat je informatie van een leerling deelt met direct betrokkenen, is het altijd belangrijk om de privacy van de leerling te bewaken. Bespreek met de leerling wat je wel en niet mag delen met school en ouders, waarom en hoe. Mocht blijken dat een leerling er bezwaar tegen heeft dat je informatie deelt, dan is het goed hier rekening mee te houden. Voor meer informatie hierover, zie “wat als leerling niet wil dat je iets deelt?” (par. 4.7, Pameijer, 2017).
Tot slot
Heb je ervaringen met/ideeën over visualiseren met leerlingen? We vinden het fijn als je ze met ons deelt! Mail naar Eugenie van Dijck.
Bronnen
- Brand, W. (2020). Visueel werken. Effectiever samenwerken door zakelijk tekenen. BISPublishers.
- De Vreede, A. (2018). Teken je gesprek (4e dr.). Pica.
- Pameijer, N. (2017). Handelingsgericht werken: samenwerken aan schoolsucces. Acco.
- Pameijer, N. (2021). Met plezier naar school. Over de onmisbare rol van ouders in het succes van kinderen. Pica.
- Ryan, R., & Deci, E. (2000). Intrinsic and extrinsic motivations: Classic definitions and new directions. Contemporary Educational Psychology, 25, 54–67. https://doi.org/10.1006/ceps.1999.1020.
-
Wolters, C. (2011). Oplossingsgericht aan het werk met kinderen en jongeren. Pica.