Kennisplatform
Nieuw: Let op! Wij-leren.nl lanceert nieuwe website

Gesprekken met leerlingen

Karen van Kooten
Onderwijsadviseur | (team)coach | Waarnemend directeur bij Karen van Kooten  

Van Kooten, K. (2023). Gesprekken met leerlingen.
Geraadpleegd op 19-09-2024,
van https://wij-leren.nl/gesprekken-met-leerlingen.php/.
Geplaatst op 22 september 2023
Gesprekken met leerlingen

Als leerkracht heb je de hele dag door gesprekken met leerlingen. Veel van deze gesprekken gaan over de leerstof of het corrigeren van ongewenst gedrag. In dit artikel staan de gesprekken centraal die over de mening en beleving van de leerling zelf gaan. 

Zowel de leerkracht als de leerling is gewend om leerstofgerichte gesprekken te voeren. In ons onderwijs komen deze vragen immers het meeste voor. In leerstofgerichte gesprekken stellen leerkrachten gesloten vragen en weet de leerling dat het antwoord goed of fout kan zijn. Gesprekken over de mening en beleving van de leerling worden gebruikt om de onderwijsbehoeften van de leerling beter te begrijpen door de leerling daarover zelf te laten vertellen. Deze gesprekken kunnen met alle leerlingen van alle leeftijden gevoerd worden, maar zijn met name van belang bij leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.

Gesprekken over onderwijsbehoeften vragen om een hele andere houding en gespreksvaardigheden bij zowel de leerkracht als de leerling. Als leerkracht moet je vooral open vragen stellen en echt luisteren naar het antwoord. De leerling moet geen sociaal wenselijk antwoord geven, maar zijn eigen mening en ideeën onder woorden brengen. Voor beiden geldt dat ze deze vaardigheden moeten leren. Om die reden is het belangrijk om deze gesprekken systematisch te voeren en ze op schoolniveau een plaats te geven in de cyclus Handelingsgericht werken. 

Luisteren naar leerlingen

Als je aan kinderen vraagt of volwassenen goed kunnen luisteren is het antwoord meestal ‘nee’ (Delfos, 2020). Echt luisteren is niet eenvoudig. In het hoofd van de persoon die luistert, gebeurt van alles: we oordelen over hetgeen verteld wordt, we leggen verbanden met eigen vergelijkbare ervaringen, we bedenken adviezen of geven tips voordat de ander is uitverteld. 

Er zijn volgens Covey (2008) vier niveaus van luisteren: 

Luisterniveau 1: Doen alsof je luistert

Je zegt ‘ja, ja’ en knikt wellicht met je hoofd, maar in feite zit je met je gedachten ergens anders.

Luisterniveau 2: Selectief luisteren

Dit is een zeer veelvoorkomend luisterniveau. Vanuit ons eigen referentiekader selecteren we onbewust de informatie die we ontvangen. Wat past in ons referentiekader onthouden we, de andere informatie gaat langs ons heen. Daarom is het belangrijk om te checken, heb ik je goed begrepen? Klopt het dat…?

Luisterniveau 3: Luisteren met aandacht

Wanneer we luisteren met aandacht zijn we volledig met onze aandacht bij het verhaal van de  leerling. Er is geen goed of fout, geen waar of niet waar. We hoeven geen oordeel te hebben en gaan er vanuit dat de waarheid niet bestaat. Belangrijkste zin is dan: wat fijn dat je me dit vertelt. 

Luisterniveau 4: Empathisch luisteren

Empathisch luisteren gaat nog een stap verder dan het niveau Luisteren met aandacht. Behalve dat je luistert naar wát iemand zegt (inhoud), luister je ook naar hóe iemand zijn verhaal vertelt. Je maakt verbinding op gevoelsniveau en verplaatst je echt in de ander. Je realiseert je dat de ander jou iets kan leren, je eigen wereld wordt groter als je luistert naar wat je nog niet weet of begrijpt. Een kind kan iets heel anders opvatten dan dat jij het hebt bedoeld. 

Het is belangrijk dat leerkrachten zich bewust zijn van het niveau waarop ze luisteren naar hun leerlingen. Als een leerkracht luistert op niveau 1 of 2 dan levert een gesprek meestal niet veel op. Jonge leerlingen geven dan vaak een sociaal wenselijk antwoord. Ze voelen dat de leerkracht niet echt kan horen wat ze zeggen. De kans dat een gesprek met een leerling veel informatie oplevert is veel groter als een leerkracht op niveau 3 of 4 kan luisteren. De leerkracht geeft de leerling dan het gevoel ‘Jij bent de moeite waard om naar te luisteren’ en dat komt de relatie ten goede.

Voorbereiding

Leerlingen gaan in het algemeen graag in gesprek met hun leerkracht. Voor een goed gesprek is het belangrijk dat de leerling zich kan voorbereiden. Het voorbereidingsformulier is vooral geschikt voor leerlingen in de bovenbouw. De leerkracht geeft op het voorbereidingsformulier van de leerling aan wat het doel van het gesprek is en doet een voorstel voor een dag en tijd. Geef het formulier een aantal dagen voor het gesprek aan de leerling. De leerling kan de vragen samen met zijn ouders of medeleerlingen bespreken en de antwoorden in kernwoorden opschrijven. De verantwoordelijkheid voor het gesprek wordt bij de leerling neergelegd, want ‘de leerling is deskundig over zichzelf’ (Delfos, 2009). 

Voorbereidingsformulier voor de leerling

Beste .....................................Ik wil ik graag een gesprek met je. Het valt me op dat….Ik wil graag weten hoe jij daar over denkt. Als jij me jouw ideeën vertelt dan kunnen we samen afspraken maken. Daarom wil ik dat je van te voren over de volgende vragen nadenkt. Je kan er ook met je ouders of medeleerlingen over praten.

Voorbereiding

Vind je het goed om met mij in gesprek te gaan over….? Wanneer wil je met mij hierover praten? Wat moet ik tijdens het gesprek wel en juist niet doen? 

De moeilijke situatie

Wat maakt het voor jou moeilijk om …..............................? Hoe zou dat kunnen komen? Wat doe jij dan? Wat doe ik als leerkracht dan? Wat doen je medeleerlingen en je ouders? 

De situatie waarin het goed gaat

Wanneer gaat het juist wel goed? Wanneer lukt het wel om …..............................? Hoe zou dat kunnen komen? Wat doe jij dan? Wat doe ik als leerkracht dan? Wat doen je medeleerlingen en je ouders? 

 

Voorbereidingsformulier voor de leerkracht 

Doel

Wat is het doel van het gesprek? Wat wil je de leerling leren? Wat hoor en zie je dan? 

De moeilijke situatie

Wat is moeilijk voor de leerling? Hoe komt dat? Wat is de rol van de leerling, medeleerlingen, de leerkracht of de ouders? 

De situatie waarin het goed gaat

Wanneer is het probleem er niet? Wat is dan de rol van de leerling, medeleerlingen, de leerkracht of de ouders? 

Onderwijsbehoefte

Wat kan de leerling helpen om de doelen te bereiken? (Deze oplossingen alleen als keuzemogelijkheid noemen als de leerling geen eigen oplossing kan bedenken). 

De leerkracht gaat open het gesprek in en is nieuwsgierig naar wat de leerling gaat vertellen. 

Gespreksformulier

Tijdens het gesprek geeft de leerkracht aan wat ze gezien heeft: vaak ruzie op het plein, moeite met het afmaken van de weektaak, tijdens de instructie niet opletten. Doel van het gesprek is om samen een oplossing of plan te bedenken. Dit doel voorkomt dat de leerkracht de leerling gaat overtuigen dat hij een probleem heeft. Veel gedrag is meer een probleem voor de leerkracht dan voor de leerling zelf. Over het doel zijn de leerling en leerkracht het vaak wel snel eens: iedere leerling wil zich immers ontwikkelen. Daarna vraagt de leerkracht naar de situatie waarin het (nog) niet en wel goed gaat. Er wordt niet alleen over de leerling zelf gesproken, maar ook over omgevingsfactoren die gedrag veroorzaken of in stand houden. 

Het stellen van open vragen is bij dit soort gesprekken een essentiële vaardigheid. Hoewel de meeste leerkrachten dit wel weten, zie je in de praktijk dat er toch vooral gesloten vragen gesteld worden. Het levert veel op als leerkrachten zich hier bewust van zijn. Tijdens het gesprek kunnen de gesloten vragen dan geherformuleerd worden in open vragen: ‘Ik vroeg net of het moeilijk is voor je om je te kunnen concentreren, dat is eigenlijk niet zo’n goede vraag. Daarom stel ik de vraag nog een keer, maar dan anders: “Vertel eens, wat maakt dat het moeilijk voor je is om je goed concentreren in de klas?”.’ Ook voor leerkrachten is het een leerproces en dat mogen de leerlingen best weten. 

Het concreet beschrijven van het gewenste gedrag doen de leerkracht en leerling samen. Het probleemgedrag wordt vertaald in gewenst gedrag: samen spelen op het plein, de weektaak afkrijgen, opletten tijdens de instructie. Dat is het doel waar de leerkracht en leerling samen aan gaan werken. Een positief geformuleerd haalbaar doel werkt motiverend. Het doel is belangrijk voor de leerling, maar ook voor de leerkracht om gerichte positieve feedback te kunnen geven. 

De leerling wordt expliciet gevraagd naar zijn onderwijsbehoefte: wie en wat kan jou helpen? Wat kun je zelf doen? De betrokkenheid van leerlingen neemt enorm toe als ze hier zelf hun mening over kunnen geven. Ze worden hiermee meer ‘eigenaar’ van hun eigen leren. Er worden concrete afspraken gemaakt over hoe en wanneer nagegaan wordt of het doel bereikt is. De verantwoordelijkheid hiervoor wordt ook bij de leerling gelegd: hij gaat laten zien dat hij het kan! De laatste stap is het evalueren van het gesprek. Vind de leerling dat je goed geluisterd hebt?

Bronnen

  • Delfos, M. (herziene druk 2020). Luister je wel naar mij?. SWP, Uitgeverij B.V.
  • Pameijer, N., Beukering, T. van & Lange, S. de (2009). Handelingsgericht werken: een handreiking voor het schoolteam. Acco.
  • Covey, S.R. (2010). De zeven eigenschappen van effectief leiderschap. Business Contact
 
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.