Het belang van attitudes in Passend Onderwijs
Anke de Boer
Universitair docent - onderzoeker bij Rijksuniversiteit Groningen
Geraadpleegd op 07-12-2024,
van https://wij-leren.nl/attitude-sociogram.php
Worden LGF leerlingen geaccepteerd in het regulier onderwijs?
Met de invoering van Passend Onderwijs zijn leerlingen met beperkingen in de toekomst niet meer weg te denken uit het reguliere (basis)onderwijs. Het is daarom belangrijk om deze leerlingen te accepteren en een positieve attitude te hebben om deze leerlingen op te vangen in de reguliere klas. Maar is dat ook zo? Worden leerlingen met beperkingen inderdaad geaccepteerd in de reguliere klas en wat is de attitude van leerkrachten, ouders en klasgenoten? In dit artikel wordt ingegaan op deze thema’s.
Achtergrond inclusief onderwijs
Een belangrijke gedachte achter ‘inclusief onderwijs’ is de acceptatie van leerlingen met een beperking in de reguliere klas. Er wordt verondersteld dat leerlingen met een beperking meer mogelijkheden hebben voor sociale contacten op een reguliere school dan in het speciaal onderwijs. Speciale scholen staan immers vaak niet in de buurt, waardoor deze leerlingen meer moeten reizen en het contact met buurtgenoten verliezen. De grote meerderheid leerlingen met beperkingen wordt inderdaad geaccepteerd en heeft vriendjes in de reguliere klas. Voor deze leerlingen lijkt inclusief onderwijs een succes te zijn. Toch wordt een deel van de leerlingen met beperkingen niet goed geaccepteerd door klasgenoten. Dit is zorgelijk, want afwijzing door klasgenoten kan leiden tot aanpassingsproblemen, lage leerprestaties en psychische problemen op lange termijn.
Acceptatie of afwijzing?
Leerlingen met beperkingen worden niet zomaar geaccepteerd in een reguliere klas. Om dit in kaart te brengen wordt er in onderzoek vaak gebruik gemaakt van de nominatieprocedure. De onderzoeker of leerkracht stelt een schriftelijke vraag aan alle leerlingen in de klas, bijvoorbeeld: wie zijn je beste vrienden/vriendinnen in de klas? Door deze vraag kan er een sociogram worden gemaakt wat de sociale relaties in de klas zichtbaar maakt . In de klas van het voorbeeldsociogram is Paul een populaire leerling. Hij is vaak gekozen als vriend. Dennis (leerling met cluster 4 indicatie en Leerlinggebonden Financiering (LGF)) is geen enkele keer gekozen als vriend. Dit betekent dat Dennis niet geaccepteerd is in de klas. We zien dat tenminste 20 procent van de leerlingen met LGF niet wordt geaccepteerd in de reguliere klas. Voor leerlingen zonder LGF is dit 10 procent.
Voorbeeldsociogram
(klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster)
Attitudes van leerkrachten, ouders en klasgenoten
Leerkrachten hebben een neutrale tot positieve attitude ten opzichte van leerlingen met een cluster 4 indicatie in hun reguliere klas. zijn Leerkrachten voelen zich doorgaans niet competent in het onderwijzen van leerlingen met gedragsproblemen en vinden dat ze onvoldoende kennis hebben over gedragsproblemen. Leerkrachten met ervaring met leerlingen met beperkingen zijn positiever dan leerkrachten zonder deze ervaring. Daarnaast wordt hun attitude beïnvloed door kennis over beperkingen: hoe meer kennis, hoe positiever de attitude van leerkrachten is.
Ouders
Ook ouders hebben een neutrale attitude. Ouders vinden het goed dat leerlingen met beperkingen en zonder beperkingen naar dezelfde school gaan en denken dat de opname van leerlingen met beperkingen in het reguliere onderwijs zorgt voor meer acceptatie van mensen met beperkingen in de maatschappij. Maar, als het gaat om contact tussen hun eigen kind (zonder beperking) en een leerling met een gedragsprobleem zijn ouders negatiever. Zo heeft een grote groep ouders er moeite mee als hun kind een klasgenoot met ADHD zou uitnodigen voor zijn/haar verjaardagsfeestje. Ouders zijn ook bezorgd over de hoeveelheid aandacht die de leerkracht kan geven als er leerlingen met gedragsproblemen in de klas zitten en denken dat de leerkracht niet bekwaam is om onderwijs te geven aan leerlingen met beperkingen.
Klasgenoten
Klasgenoten zijn, net als leerkrachten en ouders, niet uitgesproken negatief of positief over leerlingen met ADHD of PDD-NOS. Klasgenoten zijn wel meer terughoudend als het gaat om direct contact met een leerling met een beperking. Zo zou het merendeel van de klasgenoten liever geen leerling met ADHD uitnodigen voor zijn/haar verjaardagsfeestje. Meisjes lijken meer sympathie te hebben voor leerlingen met beperkingen, want hun attitude is positiever dan de attitude van jongens. Klasgenoten worden beïnvloedt door hun ouders, zo blijkt uit het onderzoek. Dit is een belangrijke uitkomst, omdat het aangeeft dat een positieve attitude van ouders belangrijk is voor de attitudevorming van reguliere basisschoolleerlingen.
Klasfactoren en acceptatie
Leerlingen met ADHD lijken de meeste moeilijkheden te ervaren in het reguliere basisonderwijs. Zij worden het minst geaccepteerd door klasgenoten en de attitude van ouders en klasgenoten is het meest negatief over deze groep leerlingen. Inmiddels is er de nodige kennis over factoren die een rol spelen in de acceptatie van cluster 4 leerlingen.
Impact klas-assistent
De attitude van klasgenoten blijkt belangrijk te zijn in de acceptatie van leerlingen met een cluster 4 indicatie. Hoe positiever de attitude van klasgenoten, hoe meer kans een leerling met een beperking heeft om geaccepteerd te worden in de klas. Daarnaast is het bekend dat de aanwezigheid van een klas-assistent een negatieve effect heeft op de acceptatie van leerlingen met een cluster 4 indicatie. Want, zo blijkt uit onderzoek, LGF-leerlingen hebben minder kans om geaccepteerd te worden in klassen met een klas-assistent. Hoewel het misschien een onverwachte uitkomst is, komt het overeen met internationaal onderzoek waarin de effecten van de klas-assistent onderzocht zijn. Waarschijnlijk krijgt de LGF-leerling een uitzonderingspositie als de klas-assistent veel tijd en aandacht aan hem/haar besteedt. Hierdoor valt de leerling, naast het vaak al opvallende gedrag, nog meer op. Dit leidt vervolgens tot minder acceptatie.
Tips rond acceptatie in de klas
• Breng de sociale relaties in de klas in kaart als er twijfels zijn over de acceptatie van bepaalde leerlingen in uw klas.
• Bespreek in de klas dat iedereen anders is en leerlingen met beperkingen gelijkwaardig zijn.
• Benadruk de positieve kanten van iemands beperking, bijvoorbeeld: kinderen met ADHD hebben veel energie.
• Voer interventies in om de sociale relaties van leerlingen te versterken, zoals coöperatief leren.
• Zorg ervoor dat de klas-assistent niet alleen aandacht geeft aan de leerling met de beperking, maar betrek ook andere leerlingen.
• Betrek ouders bij de problemen in de klas.
• Geef ouders uitleg over het type beperking van de leerling en benadruk dat een positieve attitude belangrijk is voor de attitudevorming van hun kind.
Verder kijken
Dit artikel is gebaseerd op de uitkomsten van het promotieonderzoek van Anke de Boer, afdeling Orthopedagogiek (RuG). Meer informatie is te vinden op: http://www.rug.nl/staff/anke.de.boer/.
Via de websites http://www.sociogram.nl/ zijn eenvoudig vergelijkbare sociogrammen te maken. Ook in het leerlingvolgsysteem ParnasSys is het mogelijk om een sociogram te maken.
Samenvatting
Dit artikel onderzoekt de acceptatie van leerlingen met beperkingen, met een focus op leerlingen met Leerlinggebonden Financiering (LGF) in het regulier onderwijs. Het benadrukt het belang van inclusief onderwijs en bespreekt attitudes van leerkrachten, ouders en klasgenoten. Onderzoek toont aan dat ongeveer 20% van de LGF-leerlingen niet wordt geaccepteerd in reguliere klassen. Leerkrachten hebben over het algemeen een neutrale tot positieve houding, beïnvloed door ervaring en kennis. Ouders tonen een positieve houding richting inclusief onderwijs, maar kunnen terughoudender zijn als het gaat om persoonlijk contact tussen hun kind en een leerling met beperking. Klasgenoten hebben over het algemeen een gematigde houding, met meisjes die meer sympathie tonen dan jongens. Het artikel biedt tips voor het bevorderen van acceptatie in de klas, zoals het in kaart brengen van sociale relaties en het benadrukken van positieve aspecten van beperkingen.