Kennisplatform
Nieuw: Let op! Wij-leren.nl lanceert nieuwe website

Klassen en kansen, wat te doen aan kansenongelijkheid?

Peter de Vries
Expert ouderbetrokkenheid bij PeterdeVries.nu   

de Vries, P. (2020). Klassen en kansen, wat te doen aan kansenongelijkheid?.
Geraadpleegd op 19-09-2024,
van https://wij-leren.nl/klassen-en-kansen.php
Geplaatst op 6 januari 2021
Klassen en kansen

De nieuwe documentaireserie Klassen gaat over de strijd voor gelijke kansen in het onderwijs. Achtstegroepers worden vlak voor het eindadvies voor het voortgezet onderwijs gevolgd. Sommige kinderen worstelen met hun thuissituatie, anderen gaan gebukt onder prestatiedrang. We zien soms ontroerende beelden van zeer betrokken leraren, de mentor, de bestuurder en de wethouder. Ook betrokken ouders en grootouders komen in de documentaire voor. Zij bemoedigen hun (klein)kinderen, maar zijn soms kennelijk niet in staat om hun kind te beschermen tegen een te laag schooladvies. Maar wat is eigenlijk kansenongelijkheid? Het lijkt vooral te maken te hebben met taalachterstand, het gezin waarin je opgroeit en de wijk waarin je woont.

Alles is taal

In onze samenleving wordt vooral de nadruk gelegd op kennis, met name op het beheersen van de Nederlandse taal. We leven immers in een land waarin taal een belangrijke voorwaarde is om mee te kunnen draaien in onze samenleving. Taal is zo belangrijk dat we niet alleen bij kinderen maar ook bij volwassenen spreken over ‘taalachterstand’ en ‘laaggeletterdheid’. Ook kennen we het overheidsproject ‘Tel mee met Taal’ voor jong en oud. Als je de Nederlandse taal goed beheerst, tel je kennelijk mee.

Op onze arbeidsmarkt worden tekorten aan technici voorzien. Desondanks spreken we niet over ‘timmerachterstand’ of ‘laaggeklustheid’ wanneer iemand niet zo handig is, en we hebben ook geen programma ‘Tel mee met je handen’. Terwijl wij handige mensen (die misschien niet zo goed kunnen lezen) ook keihard nodig hebben. Als we zoveel nadruk leggen op het beheersen van taal voelen veel mensen zich al gauw iemand met minder kansen.

Zou er niet veel meer gevoel van kansengelijkheid ontstaan wanneer we ieders unieke talenten meer openlijk waarderen?

Ik schrijf gemakkelijk, maar mijn buurman verderop heeft dezelfde capaciteiten op het gebied van timmeren. Waar ik met woorden een tekst kan bouwen, bouwt hij met hout de mooiste tuinbanken en kasten, we waarderen elkaar en helpen elkaar waar nodig. Ik ontmoette een leerkracht die voor elk kind een zonnetje in de klas ophing met daaronder geschreven waar elk kind goed in was. Zo voelden alle kinderen zich kansrijk.

Het gezin

Kansenongelijkheid is al sinds het begin van de 19de eeuw meestal de aanleiding geweest om meer aandacht te geven aan de rol van ouders in het onderwijs, ook wel ’ouderbetrokkenheid’ genoemd. Wanneer ouders hun steentje bijdragen zouden we de ontwikkelingsachterstand bij leerlingen uit lagere socialere milieus sneller en beter kunnen ‘repareren’. Ouders kunnen thuis met hun kinderen bijvoorbeeld woordjes oefenen, helpen bij het huiswerk enzovoort. In dat opzicht was het thuisonderwijs tijdens de volledige lockdown eerder dit jaar ‘ouderbetrokkenheid optima forma’ zou je zeggen: ouders werden immers door de situatie gedwongen om hun kinderen te helpen bij het schoolwerk.

Maar het tegendeel bleek waar: het verschil tussen gezinnen en ouders werd soms pijnlijk duidelijk. Sommige ouders hielpen hun kinderen volop met het schoolwerk, andere niet of nauwelijks. Kinderen bleken vanwege de verschillende thuissituaties ongelijke kansen te hebben. Oftewel: je hebt geluk of pech met het gezin waarin je opgroeit. Het hangt er namelijk vanaf of je ouders je wel of niet kunnen helpen, er wel of geen tijd voor hebben, van financiële middelen of je ouders je naar CITO-training kunnen sturen of bij ‘Heutink voor thuis’ leermiddelen kunnen kopen om thuis te kunnen oefenen voor school. Een schoolleider schreef mij in een mail: “We merken dat leren/ontwikkelen niet altijd hoog op de agenda staat bij ouders thuis.”

Wanneer we ouders vooral inzetten om het schoolwerk thuis te ondersteunen, creëren we steeds meer kansenongelijkheid.

Het effect van ouderbetrokkenheid zit ‘m niet zozeer in het thuis veel oefenen van leerstof, maar het gaat veel meer over het thuis aanmoedigen van kinderen, hoge verwachtingen hebben van je kind, vertrouwen geven in plaats van cijfers controleren en trots zijn op elk talent van je kind. Niet het streven naar het hoogste schoolniveau is het ultieme doel, maar het zoeken hoe een kind het beste tot zijn recht komt. Als ouders hebben we bij drie van onze vier kinderen een lager niveau van voortgezet onderwijs gekozen dan de cito-eindtoets aangaf. Omdat we wisten dat dit beter voor hen was en dat is, zo beamen ze zelf achteraf, goed uitgepakt.

De wijk

Ten slotte kun je ook de pech hebben dat je in een wijk woont waardoor de school misschien te lage verwachtingen van je heeft. Een Turkse moeder op Rotterdam Zuid zei eens tegen me: “Hier op school beginnen ze in groep 4 al te zeggen dat kapper ook een leuk beroep is.” Het zit ‘m al in de terminologie die we gebruiken: wonen in een ‘achterstandswijk’ klinkt al net zo vernederend als ‘laaggeletterd’ zijn. Ik ben zelf opgegroeid in Delfzijl Noord, een wijk die men nu waarschijnlijk een ‘achterstandswijk’ zou hebben genoemd (de wijk is afgebroken): een wijk met ‘sociale huurwoningen’ en veel fabrieksarbeiders. Een wijk met minder kansen? Ik heb het als een ‘voorsprongwijk’ ervaren, groeide op tussen de eerste Marokkaanse en Turkse immigranten terwijl de rest van Nederland ze soms schuwde, onbekend maakt immers onbemind.

Als puber zag ik hoe de Turkse buurman in de flat naast ons een schaap op zijn balkon slachtte en dat maakte me nieuwsgierig naar andere culturen. De wijk waarin ik ben opgegroeid had ik niet willen missen omdat ik de kans kreeg belangrijke levenslessen te leren.
Kansenongelijkheid stelt ons voor de vraag welke eisen we als maatschappij stellen aan kinderen en volwassenen, wat belangrijk is in het leven: een zo hoog mogelijk kennisniveau of het laten bloeien van ieders talenten.

Laten we sowieso stoppen met kansloze termen als ‘laaggeletterdheid’ en ‘achterstandswijk’, want elk talent en elke wijk biedt specifieke kansen.

 

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.