Lapbook maken
Arja Kerpel
Redactielid wij-leren.nl l Projectleider bij Wij-spelen.nl
Geraadpleegd op 07-12-2024,
van https://wij-leren.nl/lapbook-maken-verrijking.php
Dit artikel gaat in op het maken van een lapbook oudere kinderen (groep 4 - 8). Wil je een lapbook maken met jonge kinderen (groep 1 t/m 3), kijk dan bij dit artikel. Voor praktische voorbeelden, zie ons Pinterestbord Een lapbook maken.
Wat is een lapbook?
Het maken van een ‘lapbook’ is overgewaaid uit Amerika. Letterlijk betekent lapbook: schootboek, omdat het mooi in de schoot van een kind past. Het ziet er uit als een grote kaft die je van binnen en buiten vult met miniboekjes, flapboekjes en andere werkjes. Alle informatie die in en op die kaft wordt geplakt heeft een informatief en creatief karakter. Door het lapbook uit te vouwen, opent het een wereld aan informatie.
Dit artikel gaat in op de volgende vragen:
- Welke thema’s zijn geschikt voor een lapbook?
- Hoe kun je dit het beste aanpakken?
- Hoeveel tijd kost het maken van een lapbook?
- Hoe kan ik dit goed begeleiden?
Welke thema’s zijn geschikt voor een lapbook?
Het meest geschikt zijn afgebakende thema’s binnen wereldoriëntatie en kunst / cultuur. Een thema dat verschillende mogelijkheden biedt, maar tegelijk niet té breed is. Je kunt het als verwerkingsopdracht geven bij het onderwerp wat in de klas aan bod komt, maar een lapbook maken kan ook heel goed als verrijkingsopdracht.
Enkele voorbeelden:
- Geschiedenis: oude beschavingen (Egypte, Inca’s), Western.
- Aardrijkskunde: een land, cartografie.
- Natuur: bedreigde dieren, de oceanen.
- Kunst: Hollandse meesters, bijzondere architectuur.
- Favoriete thema’s bij pluskinderen: vulkanisme, de ruimte, dinosauriërs.
Voorbeeld Lapbook Schilderkunst. Kijk verder voor detailfoto's.
Hoe kun je dit het beste aanpakken?
- Stap 1: Vertel wat een lapbook is. De meeste kinderen zullen het nog niet kennen. Laat een aantal voorbeelden zien en benoem de verschillende manieren om er informatie op te verwerken. Laat de verschillende werkvormen zien: vouwen, knippen, muizentrappetje, flapjesboekje, etc. Dan hebben de leerlingen helder hoe een lapbook eruit ziet en wat er allemaal mogelijk is.
- Stap 2: Stel samen succescriteria op. Waar moet een goed lapbook aan voldoen, vinden jullie? Denk bijvoorbeeld aan hoeveel verschillende verwerkingsvormen de kinderen erin gebruiken. Denk aan grafieken, infographics, tabellen, etc. Of voor de jongere kinderen: de verschillende manieren van vouwen zie hieronder) en manieren van weergeven: met een draaischijf met splitpen, flapjes, of vouwboekjes. Je kunt aan dit project natuurlijk ook vaardigheidsdoelen voor samenwerken koppelen.
- Stap 3: Maak een woordspin. Dit kan tweeledig zijn: kinderen kunnen hier alle ideeën van verwerkingsvormen opschrijven, maar het kan ook gaan over de verschillende aspecten van het thema. Je kunt ervoor kiezen om vorm en inhoud te scheiden, maar je kunt het ook in één woordspin aan elkaar verbinden. Bijvoorbeeld door stippellijnen of kleurgebruik. De kinderen kiezen de beste ideeën uit om mee verder te gaan.
- Stap 4. Maak een vragenlijst. Hierop noteren de kinderen minstens tien vragen die ze nog hebben. Bijvoorbeeld: Welke verwerking past goed bij welk onderdeel? Welke materialen hebben we nodig? Welke kleuren gebruiken we? Gaan we schrijven, of typen? Welk soort grafieken (bijv. in word) willen we gebruiken? De vragen kunnen ook gaan over de inhoud. Als de vragen over de inhoud gaan, kunnen ze de antwoorden opzoeken in interessante informatieboeken of anders op internet.
- Stap 5. Maak een schets. Dit gaat om een grove indeling van wat er allemaal in het lapbook komt, en op welke plek.
- Stap 6. Maak een planning. Daarop komen de volgende onderdelen: tijd / activiteit / wie doet wat. (bij samenwerken).
- Stap 7: Aan de slag! Tijdens het werken evalueren kinderen steeds.
- Stap 8: Presenteren.
Ik gebruik deze werkwijze van woordspin tot presentatie al bijna tien jaar in de plusklas en het werkt goed om diepgang in projecten te krijgen. Als kinderen gelijk hun eerste idee gaan doen, weten ze nog helemaal niet of dat het beste idee is. Deze manier van werken is losjes gebaseerd op het TASC-model: Thinking Actively in a Social Context. Daarbij staan tijdens het proces de volgende vragen centraal:
- Wat weet ik er al van?
- Wat is de opdracht?
- Hoeveel ideeën kan ik bedenken?
- Wat is het beste idee?
- Uitwerken. Aan de slag!
- Wat vind ik van het resultaat?
- Presenteren.
- Wat heb ik geleerd?
Een lapbook is een combinatie van informatie verwerken en creativiteit
Hoeveel tijd kost het maken van een lapbook?
Om goede kwaliteit te leveren, hebben kinderen er ook de tijd voor nodig: ga gerust uit van 10 – 12 uur. Als kinderen samenwerken en de taken effectief verdelen, kan het wellicht in minder tijd. Persoonlijk vind ik het belangrijk dat kinderen het niet afraffelen. Ik heb liever dat ze de diepte induiken, ook al kost dat dan meer tijd.
Hoe kan ik dit goed begeleiden?
Bij het maken van een lapbook is het handig om zelf heel scherp te houden: Hoe kan de informatie het best weergegeven worden? Als je het antwoord hierop helder hebt, kun je daar de leerlingen goed op bevragen. Want de combi van informatie en passende weergave kan een lapbook maken of breken.
Lapbook Schilderkunst: Een tijdlijn van de geschiedenis kun je goed weergeven als een harmonica.
Verder is het bij het begeleiden in de klas handig om kennis te hebben van de SOLO-taxonomie. De SOLO-taxonomie is nuttig om de ontwikkeling van het denken van leerlingen beter te begrijpen. Ook kun je de leerlingen helpen bij het doorgroeien naar een hoger niveau van de taxonomie. Daarnaast is het een mooi hulpmiddel bij het evalueren en het geven van de juiste feedback.
De niveaus van de SOLO-taxonomie zijn:
- Geen idee. De leerling kan niet bedenken hoe hij de taak moet beginnen. Dit heet ook wel prestructureel niveau.
- Één idee. De leerling ziet losse stukken informatie. Ook wel: unistructureel niveau.
- Meerdere ideeën. De leerling ziet meerdere stukken informatie over een bepaald onderwerp, maar heeft geen zinvol idee hoe de stukken samenhangen. Dit is het multistructureel niveau.
- Verbanden leggen tussen ideeën. De leerling kan uitleggen hoe de feiten samenhangen. Ook wel: relationeel niveau.
- Ideeën samenvoegen en evalueren. De leerling kan wat hij geleerd heeft toepassen in een andere context. Hij kan de transfer maken. Dit is het uitgebreid abstract niveau.
Tips voor feedback geven tijdens het werken
Weten wanneer je het beste feedback kunt geven, is bepalend voor het succes. In de recensie van Feedback om leren zichtbaar te maken, staan onder andere de volgende tips:
- Luister naar gesprekken tussen leerlingen en stel onderzoekende vragen. Dit legt hun begripsniveau bloot.
- Doe geen aannames wanneer je een leerling vragen stelt over zijn werk.
- Vraag om feedback van de leerling over wat hij denkt wat er gebeurt.
- Zet leerlingen in als leerbronnen voor elkaar.
- Zorg voor time-outs tijdens de les, waarbij het werk van een leerling wordt getoond om door de klas te worden geanalyseerd op goede punten en verbeterpunten en specifieke voorstellen voor verbetering worden gedaan. Dat is een krachtig middel om a) directe feedback voor iedereen mogelijk te maken en b) het proces te modelen zodat de leerlingen het daarna in tweetallen kunnen uitvoeren.
Lapbook Schilderkunst: Door het maken van een woordspin zie je of alle onderdelen van het thema aan bod komen.
Tot slot
Het maken van een lapbook is momenteel één van de meest populaire projecten in de plusklas. Ik denk door de combinatie van diepgang en ruimte voor creativiteit. Er is zóveel mogelijk om er een eigen twist aan te geven, dat elk lapbook weer heel anders is. Het is echt genieten om kinderen op deze manier aan de slag te zien: enthousiast en betrokken. Zij merken dat (en spiegelen). Dat draagt bij aan een positieve flow.