Grenzen verleggen met blended learning
Sylvia Peters
docent Onderwijskunde UU en directeur Eduseries bij Eduseries
Geraadpleegd op 10-11-2024,
van https://wij-leren.nl/blended-learning-professionalisering.php
Dit artikel is samen geschreven met Anneleen Post
Versterking en flexibilisering van nascholing
Welke mogelijkheden voor professionalisering biedt e-learning en hoe kunnen besturen en leraren hiermee omgaan? Dit artikel gaat in op de mogelijkheden én valkuilen die blendend learning biedt en beschrijft een voorbeeld van de toepassing van blended learning binnen een schoolbestuur.
Hogescholen en universiteiten zetten steeds duidelijker in op nieuwe technologische toepassingen voor hun onderwijs, zoals het gebruik van MOOCs (massive open online courses) en videolessen in allerlei vormen. Ook steeds meer bedrijven ontwikkelen modules voor e-learning en blended learning.
Dit biedt perspectief voor onderwijsbesturen om duurzame en aantrekkelijke nascholing te bieden, en aan leerkrachten om hun kennisbasis te vergroten. En dat is, nu registratie van opleiding vanaf 2017 verplicht lijkt te gaan worden, een goede zaak.
Binnen diverse beroepsgroepen is het inmiddels gebruikelijk om online scholing te volgen. Zij wisselen dit af met conferenties en contactbijeenkomsten: een vorm van blended learning dus. Opvallend is dat in Nederland leraren, de onderwijsexperts bij uitstek, slechts beperkt gebruik maken van de nieuwe mogelijkheden.
Nascholing binnen het onderwijs krijgt nog steeds vaak vorm als een gestandaardiseerde training door een externe deskundige, die ingaat op een vastgesteld thema. Terwijl een analyse van het onderwijs en de behoeften met het team, voorafgaand aan de scholing, effectiever is en bovendien tot meer onderlinge betrokkenheid en samenwerking leidt.
Binnen schoolbesturen lopen steeds meer experts met een masteropleiding rond, zoals LC- en LD-leraren. Blended learning kan een kansrijk model zijn voor onderwijsbesturen om met de kennis en expertise van deze mensen, maar ook met de praktijkkennis uit lerarenteams binnen het schoolbestuur, nascholing vorm te geven, te ontwikkelen en aan te bieden. Niet alleen omdat blended learning tijd- en kostenbesparend is, maar ook doordat het nascholing flexibel en dus toegankelijker maakt.
Flexibiliteit versus zelfdiscipline
Online scholing is op elk gewenst moment, vanaf elke computer met internet beschikbaar. Dit maakt leren flexibeler en individueler. Het is bovendien kostenbesparend, want er zijn geen reis-, verblijf- en oppaskosten. Daarnaast is individuele feedback en dus gepersonaliseerd leren mogelijk, bijvoorbeeld naar aanleiding van een zelftoets of opdrachten.
Videoclips van wetenschappers over actuele onderwerpen en inzichten (EduTalks) zijn te integreren binnen in het centrale thema, waarmee de inhoudelijke beschikbare kennis breder is dan die van één trainer. In een blended toepassing kunnen teams of secties voorafgaand aan een studiebijeenkomst bijvoorbeeld een videolecture bekijken, waarop zij tijdens de bijeenkomst systematisch reflecteren.
Deze aanpak noemen we ook wel flipping the classroom en het kan de discussie tijdens de bijeenkomst verdiepen en verbreden (zie de EduTalk van Arnoud Kuijpers, 2015).
Opvallend is dat in Nederland leraren, de onderwijsexperts bij uitstek, slechts beperkt gebruik maken van de nieuwe mogelijkheden
Ten slotte nemen de ict-competenties toe omdat leraren via online scholing werken met ict. Mogelijk bieden de ervaringen met blended learning hen inspiratie en handvatten om ook binnen het onderwijs aan de leerlingen (meer) met technologische mogelijkheden aan de slag te gaan.
Maar er zijn ook nadelen
- Zo is er bij online scholing vaak minder informele uitwisseling omdat er minder contactbijeenkomsten zijn. De behoefte aan deze onderlinge uitwisseling blijkt onder leraren vaak groot te zijn. Het vraagt ook om meer zelfdiscipline om een online cursus goed te doorlopen. In de dagelijkse hectiek van het onderwijs kan dit een uitdaging zijn.
- Daarnaast kan online scholing meer uitnodigen tot een ‘verplichte’ oefening, met een focus op het behalen van punten en certificering, in plaats van op het vergroten van kennis en integratie daarvan in het dagelijkse werk.
- En, niet in de laatste plaats: in de praktijk is het vaak lastig om de tijd voor individueel leren onder werktijd te markeren – er is altijd wel een collega die binnenloopt als je net een live webinar volgt.
Online nascholing vraagt van directie of schoolbestuur dan ook niet alleen een visie op het werken in de eigen tijd of onder schooltijd, maar ook om uitvoering van die visie.
Sturen op onderwijskwaliteit
Uit het voorgaande blijkt dat blended learning als vorm voor nascholing goed doordacht moet worden en niet zomaar te realiseren is. Het vraagt niet alleen om meerjarig beleid en een investering in tijd en middelen door onderwijsbesturen, maar vooral om leiderschap, kennis van wat er speelt binnen het lerarenteam en een visie op het stimuleren van een professionele leergemeenschap.
Onderwijsleiderschap is na het leraarschap de tweede belangrijkste factor in het verklaren van de kwaliteit van onderwijs.
‘In de praktijk van onderwijsleiderschap gaat het altijd enerzijds om een mix van acties van individuele onderwijsgevenden en anderzijds het meer ongrijpbare, organische en holistische van de groep mensen en de omgeving waarin leiderschap zich manifesteert. Leiderschap is een veelvormige, hybride aangelegenheid.’ (F. Geijsel, 2015).
Bestuurders en directeuren kunnen specifieke activiteiten ondernemen om visie en beleid vorm te geven, maar wellicht belangrijker nog is de cultuur van samen leren, de professionele leergemeenschap, binnen het bestuur. Daarbij is de kracht van samenwerking tussen en binnen
scholen die vallen onder een bestuur essentieel. In het kader hieronder een voorbeeld van een schoolbestuur in de regio Den Bosch.
Blended learning kan bijdragen aan het ontstaan van aantrekkelijke en duurzame professionele leergemeenschappen
Tot slot
In dit artikel zijn nieuwe technologische ontwikkelingen beschreven die het mogelijk maken om daadwerkelijk de grenzen te verleggen bij nascholing van leraren. Dat kan letterlijk door deel te nemen aan een MOOC, maar ook door overstijgend binnen een vereniging, onderwijsbestuur of regio samen te werken aan een betere scholingskwaliteit, gebruikmakend van de technologische en onderwijskundige inzichten en aanwezige expertise. Blended learning kan zo bijdragen aan het ontstaan vanaantrekkelijke en duurzame professionele leergemeenschappen.
Stap voor stap naar blended learning
Wat valt er te zeggen over het gebruik van blended learning als vorm van nascholing binnen een bestuur van scholen? Uit de ervaringen bij ATO Scholenkring, uit de kennis over onderwijskwaliteit en -leiderschap en uit de literatuur over effectieve professionalisering, is een aantal conclusies te trekken.
Maak een analyse van de vraag of de problemen en stel prioriteiten bij het bepalen van een of meerdere thema’s. Formuleer concrete doelen per school en veranker deze in een verbeterplan van de school.
- Faciliteer als bestuur een meerjarig project (minimaal een aantal jaren) en biedt hiervoor ruimte en tijd. Start met een kleine pilot.
- Selecteer positieve expertleraren en leraren die de kar gaan trekken. Stel een project- of stuurgroep samen bestaande uit deze interne experts; zij hebben een centrale rol bij de coördinatie van het project.
- Laat leraren (in teams) nadenken over hun behoefte aan scholing op het thema, relevante invulling en de mate van verdieping. Geef leraren en scholen ook werkelijk tijd en professionele ruimte om te besluiten om mee te doen en laat hen leerdoelen stellen binnen het vastgestelde thema.
- Maak een vertaalslag naar blended learning. Dit vraagt om een gezamenlijke visieontwikkeling, eventueel samen met een externe partij. Kies voor verschillende werkvormen: flipped studiedagen, flipped teambesprekingen. Wissel bijvoorbeeld ook praktijkvoorbeelden uit binnen het bestuur. Zo heeft het Vakcollege in Amersfoort een eigen youtube kanaal dat voortdurend aangevuld wordt met videovoorbeelden uit de eigen praktijk.
- Maak een planning en rooster voor de uitwerking van een train-de-trainopzet, eventueel in samenwerking met externe experts: experts binnen de school (leraren) geven de scholing aan hun collega’s.
- Neem de scholing op in het het HR-beleid en stel dit aan de orde bij het POP-gesprek.
- Vraag certificering aan bij registerleraar, dat kan ook voor ‘informele’ scholing.
Onderwijsleiderschap in de praktijk: ATO Scholenkring
Binnen ATO Scholenkring besloot men professionalisering rond taal centraal aan te pakken. De leerkrachten Mieke Jansen en Nel van den Boer hebben de afgelopen jaren, samen met twee directeuren, een model voor interne nascholing gerealiseerd: het Deltaplan Taal. Een inhoudelijk expert ontwikkelde hiervoor een inhoudelijk, meerjarig beleidsplan.
Onderwijsexperts ondersteunden bij de uitvoering van het plan; onder andere door het geven van trainingen. De projectgroep was verantwoordelijk voor de continuering van de scholing op alle achttien scholen van het bestuur. Het College van Bestuur speelde een doorslaggevende rol. Van den Boer: “Zonder hen was het Deltaplan Taal er niet gekomen. Zij erkenden de successen van het gezamenlijk scholen en wilden hierop voortborduren. Ook de directies zijn een ongelofelijk belangrijke schakel: ze moeten niet alleen betrokken zijn bij het veranderingsproces, maar eigenlijk ook faciliteren. Zij moeten er bijvoorbeeld voor zorgen dat de taalcoördinator ook werkelijk tijd en ruimte krijgt om zijn collega’s te scholen en te coachen.”
Drietrapsmodel
Het afgelopen jaar is naast scholingsbijeenkomsten ook online scholing ontwikkeld. Dit was mogelijk doordat het Collega van Bestuur duidelijk heeft gekozen voor blended learning om de kennis breder beschikbaar te maken en te verdiepen. De binnen het Deltaplan Taal ontwikkelde nascholing bestaat uit een mix van studie- en netwerkbijeenkomsten. Van den Boer: “Ieders agenda zit bomvol en soms is het erg handig om dingen
nog eens terug te kunnen zien. Of om beeld te gebruiken om impulsen te geven als taalgroep binnen je school. Video kun je ook samen bekijken, om er vervolgens op in te gaan en te reflecteren: wat vinden wij er nu van?” Bij de ontwikkeling van de blended aanpak is gekozen voor een drietrapsmodel: expert – trainer – leerkracht. Van den Boer: “Eerst laten we een EduTalk (videoclip) zien van een wetenschappelijk expert, die vertelt over de laatste inzichten uit onderzoek. Wij hebben nu bijvoorbeeld een opname van Kees Vernooy tot onze beschikking. Dat biedt zowel kennis als inspiratie.” Daarna komt de trainer aan het woord, die bepaald zaken uit
de cursus toelicht. Zo vertelt trainer Barbara in een EduTalk wat hardop denkend lezen inhoudt, hoe je strategieën toepast zoals ‘de 4 V’s’, en hoe dit in de praktijk bij de instructie is in te zetten. ‘De derde stap, waar mensen ook altijd heel nieuwsgierig naar zijn, is een voorbeeld uit de klassenpraktijk: in een EduTalk vertelt juf Marlies over hoe zij omgaat met hetgeen ze heeft geleerd en we zien haar aan het werk in de groep. Die praktijkvoorbeelden vinden mensen interessant om te zien. Je ziet dan ook de principes uit de training terug in de klas. Collega’s kunnen kijken en reflecteren op deze ‘good practices’ in hun eigen tijd en wanneer zij daar behoefte aan hebben.’
Enkele begrippen uitgelegd
Blended learning
Blended learning betekent een combinatie van contactonderwijs (scholingsbijeenkomsten op locatie) en online onderwijs. Een breed palet aan mogelijkheden en maatwerk biedt een aantrekkelijke manier van scholing. Zo zijn bijvoorbeeld video’s, live-sessies, educatieve games (ook wel applied games en serious games genoemd) en simulatieprogramma’s in te zetten. Maar ook zijn er veel innovatieve mogelijkheden beschikbaar om kennis en vaardigheden te oefenen, te herhalen en te toetsen, bijvoorbeeld via online quizzen en testen.
Uit een overzichtsstudie naar de onderwijsopbrengsten en de effectiviteit van blended learning blijkt dat het gebruik van online toetsen, zelftesten
en quizzen, en de bijbehorende feedback, het onderwijs effectiever maakt. Leerlingen oefenen beter en spreiden het leren over de tijd, wat het leereffect verhoogt (Spanjers, Könings, Leppink & van Merriënboer, 2014).
E-learning
De term e-learning is een verzamelnaam voor leeractiviteiten die via internet worden aangeboden en die variëren in interactiviteit met de gebruikers. Een andere benaming is afstandsonderwijs. E-learning bestaat vaak uit modules met zowel kennisoverdracht als opdrachten, die de deelnemers online volgen. Ter afronding van de cursus is er veelal een toets en bij een voldoende prestatie of participatie ontvangen de cursisten een certificaat. Veel bedrijven bieden specifiek ontwikkelde e-learning
programma’s aan voor hun medewerkers, soms ondergebracht in een learning management system (LMS), ofwel een elektronische leeromgeving (ELO).
MOOCs
Een MOOC is een grootschalige online cursus, vaak aangeboden door een universiteit, die via internet vrij beschikbaar is. Wereldwijd kunnen wel 1.000 tot 100.000 mensen deelnemen. Behalve online materialen zoals video’s en opgenomen lezingen, bieden MOOCs vaak ook live sessies en interactieve tools voor interactie met andere deelnemers en zijn social media geïntegreerd. Deelnemers kunnen bijvoorbeeld via twitter vragen stellen, maar ook interactieve netwerken vormen met hun medestudenten. Zo ontstaat de mogelijkheid tot peer coaching: coaching door professionals
onderling. Bronnen met artikelen, multimediale informatie, links, blogs en wiki’s kunnen deel uitmaken van een MOOC.
Bronnen
- Geijsel, F. (2015). Praktijken en praktijkwijsheden van onderwijsleiders.
[Oratie]. Nederlandse School voor Onderwijsmanagement,
Universiteit van Amsterdam.
- Spanjers, I., Könings, K., Leppink, J. & Merriënboer, J. van (2014),
Blended learning effectiever met regelmatig online toetsen. 4W,
Weten Wat Werkt en Waarom, 3(4), 22-29..
- EduTalk Interview Nel van den Boer
Links naar MOOCs:
Coursera (www.coursera.org)
edX (www.edx.org)
Links naar EduTalks
Kuijpers, A. (2015) Flipping the Classroom. Eduseries: EduTalk
Flipping_the_classroom