Kennisplatform
Nieuw: Let op! Wij-leren.nl lanceert nieuwe website

Coöperatieve leerstrategieën - Handboek coöperatief leren

Machiel Karels
Directeur Wij-leren.nl | onderwijsadviseur bij Wij-leren.nl   

Karels, M. (2022). Coöperatieve leerstrategieën - Handboek coöperatief leren.
Geraadpleegd op 06-12-2024,
van https://wij-leren.nl/cooperatieve-leerstrategieen-handboek-kagan.php
Geplaatst op 19 januari 2022
Coöperatieve leerstrategieën

Het gebruikt van coöperatieve leerstrategieën is wetenschappelijk goed onderbouwd en stimuleert zowel de cognitieve als de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen.

Recensie

Veel scholen lopen weg met EDI c.q. het directe instructiemodel om hun didactiek te verbeteren. Op zich is daar weinig mis mee, maar het is eenzijdig gericht op cognitieve leeropbrengsten. Het gebruik van coöperatieve leerstrategieën is daarentegen zowel gericht op cognitieve leeropbrengsten als op groei in persoonlijke en sociale vaardigheden. Deze didactische werkvormen zijn dus een belangrijk, zo niet onmisbaar onderdeel van het handelingsrepertoire van leraren die hun vak serieus nemen.

Dit handboek voor coöperatief leren is echt een must-have voor leraren in basis- en voortgezet onderwijs. Het boek staat boordevol met praktische tips en direct inzetbare coöperatieve werkvormen.

Er staan bijvoorbeeld uiterst handige overzichten in van welke werkvormen welke sociale vaardigheden stimuleren. Komt er uit een analyse van je groep naar voren dat bepaalde sociale vaardigheden extra gestimuleerd moeten worden, dan kan je eenvoudig kijken welke coöperatieve leerstrategieën hiervoor inzetbaar zijn.

Van harte aanbevolen voor iedere leraar die gericht is op de brede ontwikkeling van leerlingen en die de groei van eigen pedagogische en didactische vaardigheden serieus neemt.

Samenvatting van Coöperatieve leerstrategieën - Handboek coöperatief leren

Hieronder volgt een samenvatting per hoofdstuk.

Wat zegt onderwijskundig onderzoek over coöperatieve leerstrategieën?

Als onderzoek alleen indrukwekkende verbeteringen zou aantonen op het gebied van de leerresultaten, was dat al genoeg om coöperatief leren te omarmen en de wijdverbreide toepassing te recht vaardigen. Maar er is meer. Onderzoek wijst ook uit dat de prestatiekloof afneemt door coöperatief te leren, dat er een verbetering optreedt in de relaties tussen leerlingen uit verschillende culturen en dat de interpersoonlijke vaardigheden verbeteren.

Wetenschappers en onderwijsgevenden trekken één en dezelfde conclusie: werken met coöpera tieve leerstrategieën resulteert in opmerkelijke verbeteringen in al deze domeinen, en meer. De vraag is niet: 'Is het werken met coöperatieve leerstrategieën een op onderzoek gebaseerde aanpak?' De vraag is: 'Waarom zouden onderwijsgevenden of scholen die zichzelf serieus nemen de meest veelbelovende en bewezen onderwijsstrategie die ooit is bestudeerd, negeren?'

Coöperatieve leerstrategieën geven volgens onderzoek een positief, beproefd antwoord op de meest dringende knelpunten waarmee onze wereld vandaag de dag te maken heeft.

Wat zijn voordelen van coöperatieve leerstrategieën?

Het is onmogelijk om een verklaring te kiezen uit de vele verklaringen van de positieve invloed van werken met coöperatieve leerstrategieën op zoveel verschillende dimensies. Als leerlingen consequent op een positieve manier met elkaar omgaan, heeft dat invloed op tal van variabelen. Het volgende overzicht laat zien dat de voordelen van coöperatieve leerstrategieën voortvloeien uit de volgende kenmerken:

  • Onmiddellijke en frequente bekrachtiging
  • Sterke en aantrekkelijke beloningen
  • Ondersteunende feedback van leeftijdsgenoten
  • Meer voedseltoevoer voor de hersenen
  • Creëren van episodisch geheugen
  • Balans tussen nieuwe dingen en voorspelbaarheid
  • Onderwijs gericht op de behoeften van de individuele leerling
  • Hogere verwachtingen
  • Verbeterde eigenwaarde en zelfbeeld
  • Meer keuze voor de leerlingen
  • Verhoogde motivatie
  • Meer betrokkenheid, beter onthouden
  • Verschuiving in houding en gedrag van de leraar
  • De kracht van positieve situaties gebruiken
  • Minder stress
  • Veelsoortige input
  • Feedback tijdens het uitvoeren van de taak
  • Meer taakgerichte tijd
  • Veel oefeningen om te herhalen en te verbaliseren
  • Complimenten, tutoring, observerend leren en voordoen van leeftijdsgenoten
  • Onderwijs in de zone van de naaste ontwikkeling
  • Meer gelegenheid om betekenis op te bouwen
  • Verminderde overdrachtskloof
  • Gelijke kansen voor alle leerlingen

Welke 7 sleutels zijn er?

Een compleet nieuwe aanpak van het onderwijs en het leren gaat gepaard met tal van nieuwe uitdagingen. De ervaring leert dat er zeven sleutels zijn om coöperatieve leerstrategieën succesvol te implementeren. Iedere sleutel ontsluit een andere deur naar succes. De sleutels zijn: didactische structuren, teams, klassenmanagement, KlasBouwers, Team Bouwers, sociale vaardigheden en de basiscriteria GIPS.

Misschien lijkt het in eerste instantie eenvoudiger om les te geven zónder interactie in de groep. Maar is het onze bedoeling om leerlingen gehoorzaam te leren luisteren? Willen we niet liever een maatschappij creëren van kritische, creatieve en onafhankelijke denkers? Waar moeten jonge mensen leren samenwerken als dat niet op school gebeurt? Waar leren ze anders leidinggeven of omgaan met diversiteit?

Als je deze zeven sleutels beheerst en er ervaring mee opdoet, gaat het nieuwe en onbekende er vanzelf af. Wat overblijft is een sterke manier om alle leerlingen te betrekken bij het leerproces, om prestaties te verbeteren, ordeproblemen te verminderen en een omvangrijk curriculum aan sociale vaardigheden, karaktervorming en denkvaardigheden aan te bieden.

Wat zijn de didactische structuren?

Didactische structuren zijn stapsgewijze onderwijsstrategieën. Didactische structuren verschillen in veel opzichten van andere vormen van coöperatief leren, maar hebben enkele grondbeginselen met elkaar gemeen; het is aangetoond dat coöperatieve leerstrategieën tot meer successen leiden dan traditioneel onderwijs en ongestructureerd groepswerk.

Als je didactische structuren gebruikt om het reguliere curriculum aan te bieden, verbeteren de leerresultaten van de leerlingen. Tegelijkertijd leren ze teamwerk- en leiderschapsvaardigheden, ze activeren en ontwikkelen tal van sociale vaardigheden, denkvaardigheden en karakterkenmerken. De didactische structuren leveren een omvangrijk, ingebouwd curriculum.

Er zijn veel didactische structuren, om alle verschillende leerlingen te bereiken. De didactische structuren helpen je om verschillende leerdoelen te bereiken. Dankzij het grote aantal didactische structuren kun je de meest geschikte structuur kiezen voor het gewenste leerresultaat.

Omdat didactische structuren inhoudsloos zijn, kun je ze telkens opnieuw gebruiken om een eindeloos aantal activiteiten te creëren. Leraren die bedreven zijn in het gebruik van een groot aantal didactische structuren, kunnen een compleet scala aan actieve leerervaringen creëren.

Wat is coöperatief teamwerk?

Teamwerk is een bepalend kenmerk van coöperatieve leerstrategieën. In de coöperatieve groep zitten de leerlingen bij elkaar in teams en werken ze samen met hun teamgenoten om het curriculum te leren beheersen, hun kennis te verdiepen en gezamenlijke projecten uit te voeren.

Teams van vier

Het ideale team bestaat uit vier leerlingen. Teams van vier zijn groot genoeg om synergie te stimuleren en klein genoeg om de actieve betrokkenheid van iedere leerling te garanderen. Teams van vier bieden meerdere groeperingsmogelijkheden binnen het team, twee keer zoveel als teams van drie. Van belang is dat teams van vier gemakkelijk op te delen zijn in tweetallen, omdat bij de coöperatieve leerstrategieën ook veel in tweetallen wordt gewerkt.

Soorten teams

Er zijn vier belangrijke soorten teams: heterogene teams, willekeurige teams, door leerlingen gekozen teams en homogene teams.

Het wordt aanbevolen om de leerlingen het grootste deel van de tijd in heterogene teams te verdelen. Het heterogene team is een afspiegeling van de diversiteit in de groep en be staat uit jongens en meisjes van verschillende culturele achtergronden en uiteenlopende prestatieniveaus. Heterogene teams bieden ruimte voor onderlinge begeleiding en steun, leiden tot verbeterde prestaties en verhoogde interactie tussen leerlingen van verschil lende achtergronden.

Bij het vormen van willekeurige teams houd je geen rekening met de specifieke eigen schappen van de leerlingen. Willekeurige teams maken het spannend voor de groep. Leer lingen krijgen de kans om met klasgenoten te werken met wie ze niet in het team zitten. Omdat willekeurige teams niet evenwichtig van structuur zijn en in potentie noch het pres tatieniveau, noch de onderlinge verhoudingen verbeteren, adviseren we je om deze teams niet voor langere duur te laten samenwerken.

Door zo nu en dan met door leerlingen gekozen teams te werken, krijgen leerlingen de kans om samen te werken met klasgenoten die ze goed kennen en graag mogen. Het kan een les leuker maken als je met vrienden mag samenwerken. Ook hier adviseren we om door leerlingen gekozen teams uitsluitend te gebruiken voor kortdurende teamactiviteiten en projecten.

Homogene teams zijn opgebouwd uit leerlingen met gelijksoortige eigenschappen of kenmerken. De leerlingen kunnen dezelfde sekse hebben, vergelijkbare niveaus, dezelfde taal spreken of dezelfde interesses delen. Homogene teams op basis van niveau geven leerlingen de kans om samen te werken met anderen van hetzelfde niveau, waardoor je per team kunt differentiëren. Wees hier voorzichtig mee en verdeel de groep niet steeds in teams op basis van niveau, want het is en blijft een verkapte vorm van 'groepsvorming binnen de groep' en dat kan de motivatie van laag en laaggemiddeld presterende leerlin gen ondermijnen. Een andere vorm van homogene teams, het interesseteam, stelt leer lingen in de gelegenheid om zelf te kiezen welk onderwerp ze nader willen bestuderen, op basis van interesse; interesseteams zijn breinvriendelijk en motiverend.

Welke klassenmanagementvaardigheden zijn nodig?

Didactische structuren leiden tot een drastische afname van managementproblemen, omdat de leerlingen precies weten wat ze moeten doen, stapsgewijs. Daardoor zijn ze niet zo snel afgeleid. Bovendien speelt cooperatief leren in op de behoeften van de leerlingen. Ze mogen doen wat ze het liefste doen: bewegen, communiceren en doen.

Coöperatieve leerstrategieën vragen om bijzondere managementvaardigheden. Door interactie tussen de leerlingen toe te staan, komt er veel energie vrij en deze energie moet zorgvuldig ge controleerd worden om het leren te ondersteunen. Aan de hand van de technieken die in dit hoofdstuk zijn behandeld, houd je het geluidsniveau in de hand, vang je snel de aandacht van leerlingen en weet je hoe je je lokaal het beste kunt inrichten.

Coöperatief management is echter veel meer dan een serie technieken. Het is een houding, gericht op de leerlingen. We geven de leerlingen inspraak bij het vaststellen van verwachtingen. De leerlingen kunnen aan de hand van signalen aangeven of het nodig is om het tempo of de moeilijkheidsgraad van de les aan te passen. Coöperatief management is democratisch.

Management is essentieel om les te geven en leerlingen te laten leren. De technieken in dit hoofd stuk zijn krachtige middelen om groepsprocessen en groepsgedrag vorm te geven. Ik heb som mige leraren meer resultaten zien boeken met de managementtechnieken van coöperatieve leerstrategieën dan met enig ander aspect daarvan - voor het eerst krijgen ze het gevoel dat ze de groep onder controle hebben.

Echter: management is niet het doel, maar het middel. We gebruiken managementtechnieken om de juiste omstandigheden te creëren om te leren. In een goed gemanagede groep leren leer lingen zichzelf te managen. Als dat doel bereikt wordt, is de behoefte aan extrinsieke beloningen voor gewenst gedrag verdwenen. De leerlingen in een goed gemanagede groep vinden het intrinsiek lonend om de verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leren en hun sociale ontwikkeling.

Hoe bouw je aan een goede sfeer in de groep?

In dit hoofdstuk zijn twee aanpakken beschreven voor het bouwen aan een goede sfeer in de groep.

Klasbouwers

De eerste aanpak is het gebruik van didactische structuren en activiteiten als KlasBouwers, om een reeks doelen te bereiken:

Leerlingen leren hun groepsgenoten beter kennen, omdat ze persoonlijke voorkeuren en eigenschappen met elkaar bespreken en persoonlijke kwesties met elkaar doornemen. De groep smeedt een unieke identiteit, omdat iedereen in de groep deelneemt aan activiteiten om die identiteit gestalte te geven. Leerlingen ervaren onderlinge steun en krijgen daardoor het gevoel dat ze hun klasgenoten kunnen vertrouwen.

De leerlingen leren elkaar waarderen. Ze geven aan waar hun normen en waarden liggen, terwijl klasgenoten met respect luisteren en leren wat de waarde kan zijn van onderlinge ver schillen.

De groep ontwikkelt synergie: als ieder lid van de groep een bijdrage levert, zullen de leerlingen als groep betere werkstukken en presentaties afleveren dan ieder voor zich had kunnen doen.

Structurering van de groep

De tweede aanpak betreft de structurering van de groep. Bij deze aanpak verlaten we de traditionele manier van lesgeven, waarbij de leraar alle beslissingen neemt, en stappen we over op een meer democratische stijl van lesgeven, waarbij de leerlingen zeggenschap krijgen. De leerlingen mogen meedenken over beslissingen die de groep aangaan. De leraar biedt een prettige omgeving en zorgt voor een positieve toon. 'Dit is onze groep', iedereen heeft tot op zekere hoogte controle over zijn eigen omgeving en omstandigheden.

Al deze veranderingen zijn een wenselijk doel op zichzelf. Ook als KlasBouwers geen positief effect zouden hebben op de leerresultaten, zouden ze de moeite waard zijn, omdat ze een veilig en ondersteunend leerklimaat creëren. Het werken aan een veilig en ondersteunend leerklimaat heeft nog een bijkomend effect: KlasBouwers leiden tot minder spanningen in de groep, werken een positiever zelfbeeld in de hand en verhogen de motivatie. Leerlingen durven onbevangen om hulp te vragen, te laten zien hoeveel ze weten, afwijkende standpunten in te nemen en kennis of vaar digheden te toetsen. KlasBouwers nemen een deel van de angst van de leerlingen weg: de angst om uitgelachen te worden, de angst om er niet bij te horen en de angst om te falen.

Hoewel de twee aanpakken in dit hoofdstuk veel van elkaar verschillen, zijn de uitkomsten voor beide hetzelfde: ze creëren een coöperatieve, zorgzame gemeenschap van lerenden, waarin ieder een zich prettig voelt en wil leren.

Wat zijn TeamBouwers?

TeamBouwers zijn een investering. Je investeert iets van je lestijd in didactische structuren en activiteiten die gericht zijn op teamvorming.

TeamBouwers vinden plaats in de teams; het gaat om samen plezier hebben.

Team Bouwers dienen geen leerstofinhoudelijk doel, het gaat over persoonlijke onderwerpen.

TeamBouwers zijn voor iedereen in het team te doen.

In TeamBouwers zijn ten minste één van de volgende vijf doelstellingen verwerkt: elkaar leren kennen, bouwen aan een teamidentiteit, elkaar ondersteunen, verschillen waarderen en synergie ontwikkelen.

Dankzij TeamBouwers leren de leerlingen hun teamgenoten beter kennen, waarderen en respecte ren; al doende verandert een team dat elkaar amper kende in een krachtig leerteam. Jongens en meisjes met verschillende sociale en culturele achtergronden en van verschillende niveaus gaan samenwerken als team. Ze creëren een gemeenschappelijke identiteit, zodat ze samen een bepaald doel kunnen bereiken en elkaar daarbij kunnen helpen.

Zelfs als leerlingen aanvankelijk teamgenoten treffen die ze zelf nooit hadden uitgekozen, vinden ze het vaak jammer wanneer het tijd is om nieuwe teams te vormen. Met het vormen van leerlin genteams speel je in op enkele van de meest dringende behoeften van je leerlingen: het gevoel erkend, gewaardeerd en geaccepteerd te worden, het gevoel erbij te horen en succesvol te zijn. We voelen ons van nature aangetrokken tot mensen die ons een goed gevoel geven over onszelf en met wie we persoonlijke gebeurtenissen en ervaringen delen. Als er aan die diep gewortelde sociale behoeften van leerlingen wordt voldaan, krijgen ze veel meer ruimte in hun hoofd om zich op de leerstofinhoud te concentreren. Ze leren dan in een onderling ondersteunend, coöperatief team klimaat.

Teamvorming is een investering. Sommige mensen investeren in aandelen of onroerend goed, in de hoop er goed aan te verdienen. Met teamvorming investeer je in je leerlingen. Dat is de zekerste investering die er bestaat.

Hoe wordt er aan sociale vaardigheden gewerkt?

Leerlingen hebben allerlei sociale vaardigheden nodig om goed coöperatief te kunnen leren. Ze dienen te weten hoe ze elkaar het beste kunnen helpen, hoe ze moeten luisteren, meningen uit wisselen, deelnemen en hoe ze verschillen respecteren. Veel van deze vaardigheden zijn niet direct noodzakelijk wanneer leerlingen vooral individueel werken (traditioneel onderwijs). Dat verklaart misschien waarom leerlingen in coöperatieve groepen coöperatiever en zorgzamer zijn. Ze zijn dagelijks getuige van het effectieve gebruik van sociale vaardigheden en oefenen ermee. Door veel en gevarieerde interactie doen leerlingen belangrijke maatschappelijke vaardigheden op. Zo leren ze hoe ze hun materialen moeten delen en hoe ze elkaar ergens bij kunnen betrekken. Ze leren naar elkaar te luisteren en hun deel van de taak uit te voeren. Ze leren beleefd met elkaar van mening te verschillen.

De sociale vaardigheden zijn als een curriculum ingebouwd in de didactische structuren. Dit curriculum van sociale vaardigheden wordt tegelijk met de lesstofinhoud geleverd, zodat er geen aparte tijd voor nodig is.

Vijf strategieën vereenvoudigen het verwerven van sociale vaardigheden:

  1. Structuren en structureren
  2. Sociale rollen en openingszinnen
  3. Model staan
  4. Bekrachtiging
  5. Reflecteren en plannen

Deze vijf strategieën zijn ook heel nuttig bij het oplossen van de meest voorkomende problemen in de groep. Als zich problemen voordoen, is dat een teken dat een bepaald domein op het gebied van de sociale vaardigheden nog niet is verworven.

Coöperatieve leerstrategieën leveren een essentieel curriculum: de sociale vaardigheden die onze leerlingen hard nodig hebben om goed te functioneren in de maatschappij.

Wat zijn de vier GIPS criteria bij coöperatief leren?

Werken met coöperatieve leerstrategieën leidt tot aanzienlijke verbeteringen, mits de vier GIPS criteria geïmplementeerd zijn:

  • Gelijke Deelname
  • Individuele Aanspreekbaarheid
  • Positieve Wederzijdse Afhankelijkheid
  • Simultane Actie

Deze criteria zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en in de praktijk beproefd. In de didac tische structuren zitten de GIPS-criteria ingebouwd. Als je enkele simpele didactische structuren aanleert, kun je erop vertrouwen dat je op een goede manier bezig bent met de implementatie van coöperatieve leerstrategieën.

Een goed begrip van de basiscriteria stelt je in staat om je onderwijspraktijk te evalueren en effec tieve onderwijsstrategieën te implementeren. In plaats van een concurrerende sfeer in de groep te creëren, zorg je voor een ondersteunend, coöperatief groepsklimaat. In plaats van een subgroep de gelegenheid te geven zich afzijdig te houden, bevorder je min of meer gelijke deelname. In plaats van één leerling per keer een beurt te geven en de rest van de groep zich te laten vervelen, zet je alle leerlingen gelijktijdig aan de slag met de leerstofinhoud.

GIPS wijst de weg naar een succesvolle implementatie van coöperatieve leerstrategieën. Als er iets niet soepel verloopt, vertellen de GIPS-criteria wat je moet doen.

Als een aantal leerlingen niet deelneemt, richt je je op de G van GIPS. . Presteert de groep niet voldoende, dan concentreer je je op de I en de P van GIPS.

Werken de leerlingen niet goed samen, dan kijk je naar de P van GIPS. Als de groep totaal afgeleid is of laag in zijn energie zit, richt je je op de S van GIPS.

GIPS is basiskennis; het helpt je om een betere leraar te worden. Zodra je de basiscriteria beheerst, zal de implementatie van coöperatieve leerstrategieën effectiever verlopen.

Constructivistisch onderwijs

Coöperatieve projecten zijn de zuiverste vorm van constructivistisch onderwijs. Als leerlingen samen aan een teamproject werken, verwerven ze diepere inzichten in de leerstofinhoud dan bij de tradi tionele manier van kennisoverdracht. Het is het verschil tussen ergens iets over leren en echt iets leren.

Natuurlijk kunnen leerlingen ook veel leren als ze individueel met de leerstof aan de slag gaan. Maar in dat geval missen ze de belangrijke sociale component van leren. Ze krijgen niet de kans om diepere inzichten op te bouwen door iets uit te leggen aan een teamgenoot of om uitleg te krijgen van een klasgenoot. Bovendien missen ze de kans om hun kennis te bundelen, om te worstelen met een teambeslissing, om een bepaalde stelling te verdedigen en om te oefenen met sociale vaardig heden. Voor het leren gaat er niets boven interactie en samenwerking.

Ook vanuit de hersenwetenschappen bekeken is er een wezenlijk verschil. Instructie via het gehoor prikkelt met name het semantische geheugen (feiten onthouden). De weg naar het semantische geheugen is de meest onnatuurlijke manier waarop de hersenen leren en semantische informatie is het lastigst om te onthouden. Er is meestal extra informatie en bovenal veel oefening en herhaling voor nodig om semantische informatie in het geheugen te verankeren. Leren door iets te doen, liefst met realistische leerstofinhoud, prikkelt het procedureel geheugen lonthouden door te doen) en het episodisch geheugen (onthouden vanuit ervaring). Leerstof die opgeslagen is in het procedureel en episodisch geheugen wordt veel gemakkelijker onthouden.

Coöperatieve projecten zijn geen groepswerk, Door de projecten zorgvuldig te structureren en erop toe te zien dat alle GIPS-criteria van kracht zijn, bevorder je gelijke optimale betrokkenheid. Dat resulteert in versneld leren voor alle leerlingen. De twee krachtigste middelen om projecten te struc tureren, zijn het toewijzen van sociale rollen en het verdelen van hulpmiddelen. Door feedback en reflectie leren leerlingen zichzelf te verbeteren. Dankzij het criterium van Simultane Actie kun je bij werkstukpresentaties in de helft van de tijd twee keer zoveel bereiken.

Toegegeven, niet alles kan of zou geleerd moeten worden op basis van coöperatieve projecten, maar wel veel. Streef ernaar om leerlingen zoveel mogelijk coöperatief en door 'doen' te laten leren. Tijdens het werken aan een coöperatief project krijgen leerlingen de gelegenheid om zelf achter bepaalde feiten en concepten te komen; je lepelt de informatie niet voor ze op. En dat is waar het bij leren om gaat. Leren is meer dan informatie in de hersenen pompen; het is het vuur doen ont branden om de waarheid te ontdekken, betekenis te ontlenen en schoonheid te creëren.

Hoe bereid je een les met coöperatieve structueren voor?

Het voorbereiden van een les met didactische structuren verschilt van andere vormen van coöperatief leren, waarbij leraren complete coöperatieve lessen moeten ontwerpen. Als je daarentegen werkt met coöperatieve leerstrategieën, dan kun je deze werkwijze deel uit laten maken van elke les. De didactische structuren geven je de vrijheid om van elke les een coöperatieve les te maken door bepaalde onderdelen van de les te vervangen, door didactische structuren of structurenreek sen in te bouwen of door multi-structurele lessen te plannen om een bepaald doel te bereiken.

In plaats van de lessen helemaal opnieuw op te bouwen, heb je met de didactische structuren een instrument in handen om boeiende activiteiten te creëren en om het even welk doel te bereiken. Als beheersing van de leerstofinhoud het doel is, dan voeg je didactische structuren toe die dat doel in de hand werken. Als denkvaardigheden ontwikkelen het doel is, dan voeg je didactische structu ren toe die de denkvaardigheden bevorderen. Het is de kunst om de juiste structuren te kiezen en ze in de juiste volgorde te zetten om het doel van de les te bereiken.

Het maakt niet uit of je slechts enkele aspecten van je les vervangt door didactische structuren of een volledige multi-structurele les creëert. Je kunt er altijd zeker van zijn dat je lessen interactief zijn en zorgen voor betrokkenheid bij alle leerlingen; didactische structuren respecteren de basiscriteria van het werken met coöperatieve leerstrategieën.

Wat is het effect op beoordeling en toetsing?

Werken met coöperatieve leerstrategieën bevordert formatief, representatief, authentiek en multi dimensionaal toetsen en beoordelen (om te peilen hoe de leerlingen ervoor staan). Er vindt veel in teractie plaats tussen de leerlingen, ze maken werkstukken en voeren als team presentaties uit. Tijdens het samenwerken observeer je de leerlingen, je luistert mee met de teams en vangt gesprek ken op tussen tweetallen. Door didactische structuren in te zetten waarbij alle leerlingen antwoord geven, krijg je een beeld van het begripsniveau en de vorderingen van de groep en de leerlingen afzonderlijk.

Als je continu kunt toetsen wat leerlingen weten en begrijpen, biedt dat veel kansen om direct je onderwijs te verbeteren en iedere leerling te helpen om de volgende stap te zetten. Als je wacht tot de beoordelingstoets om te weten of leerlingen het begrepen hebben, ben je te laat om je uitleg aan te passen.

Bij coöperatief leren gaat het erom dat de leerlingen gezamenlijk leren, zoals de naam al aangeeft. De aanpak is niet bedoeld om ook gezamenlijke cijfers te geven. Als het moment is aangebroken om leerlingen cijfers te geven, doe je dat op de enige rechtvaardige en juiste manier: op basis van individuele prestaties. Zelfs bij werkstukken waarbij het samenwerken heel sterk is ingebouwd, moet er sprake zijn van Individuele Aanspreekbaarheid (voor, tijdens of na het teamwerk). Die aspecten kun je gebruiken om de vorderingen van individuele leerlingen te toetsen. Dus ook al laat je leerlin gen in teams werken om te leren, je geeft ze individuele cijfers en tevens ook individuele feedback. Zo kun je iedere leerling helpen zijn volledige potentieel te bereiken.

Hoe kun je leerlingen motiveren?

In het onderwijs speelt vaak de volgende lastige vraag: Hoe kunnen we onze leerlingenteams motiveren? Bekeken vanuit het standpunt van de leerlingen, komt motivatie neer op enkele simpele vragen: Interesseert het me? Heb ik er iets aan? Ben ik er goed in?

Als je opdrachten geeft zonder duidelijke relevantie, zonder een missie en zonder inbreng van de leerlingen met betrekking tot wat er bestudeerd wordt, hoe het bestudeerd wordt of hoe het resul taat beoordeeld wordt, daalt de motivatie naar het nulpunt.

Als je tastbare beloningen geeft voor het voltooien van een opdracht en vervolgens vraagt of ze de opdracht interessant vonden, luidt het antwoord over het algemeen 'nee. Beloningen hebben een negatieve invloed op de interesse. Het verlangen om de beloning te verdienen vervangt de intrin sieke interesse in de lesstof.

Als je competitie inzet, leidt dat altijd tot meer verliezers dan winnaars. Een klein groepje leerlingen zal dan 'ja'antwoorden op de vraag of ze hier goed in zijn, maar de rest van de groep zal ontkennend (moeten) antwoorden. Door leerlingen te vergelijken met groepsgenoten, ondermijn je de compe tentiebeleving van het merendeel van de groep. En dat wordt alleen maar erger als je leerlingen beloont die het beter doen dan zij. Competitie en beloning zijn niet de manier om leerlingen te motiveren.

Wat kunnen we dan wel doen om te zorgen dat leerlingen zeggen: "Ja, dit interesseert me, ja, hier heb ik iets aan in mijn leven" en "Ja, hier ben ik goed in"? Complimenten werken positief op de competen tiebeleving. Leerlingen ervaren een gevoel van trots als ze complimenten krijgen van de leraar of van hun klasgenoten. Hoge verwachtingen helpen ook: als je verwacht dat je leerlingen het goed zullen doen, maken ze die verwachtingen vaak waar. Als leerlingen elkaar helpen en een bijdrage leveren aan een winnend team, worden ze winnaars en voelen ze zich meer bekwaam.

Om de interesse van leerlingen te wekken en te behouden, geef je leerlingen keuzes en laat je ze zelf hun leerdoelen bepalen. Vier successen en werk met Team- en KlasBouwers en energizers om de leeromgeving plezierig en uitnodigend te maken. Maak het curriculum aantrekkelijker, bijvoor beeld door je eigen enthousiasme voor het vak en het leren over te brengen. En vergeet niet: je beste hulpmiddel om de interesse van leerlingen te wekken is door ál je leerlingen bij de les te be trekken met behulp van interactieve onderwijsstrategieën, gekoppeld aan intrinsiek interessante leerstofinhoud.

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Bestellen

Het boek Coöperatieve leerstrategieën is te bestellen via:

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.