Gezag

Gezag komt van het woord gezeggen. Het heeft ook te maken met het woord zeggenschap.

Er is sprake van gezag als je natuurlijk overwicht hebt, zodat kinderen je accepteren als opvoeder. Gezag kan ook ontleend zijn aan je positie die jou een bepaalde rol en verantwoordelijkheid geeft.

Als leerkracht kan je gezag verwerven door je uitstraling, eerlijkheid en oprechtheid. Gezag is iets anders dan macht. Leerlingen kunnen naar je luisteren omdat je macht hebt (bijvoorbeeld om straf te geven), terwijl je geen gezag inboezemt.

Ouderlijk gezag houdt in dat de juridische ouder(s) verantwoordlijk zijn voor de opvoeding en verzorging van het kind. Wanneer dit gezag niet langer bij de ouders ligt maar bij iemand anders of een instelling, is er sprake van voogdij.

De gezagsverhouding verandert bij het opgroeien. Naarmate het kind ouder wordt, neemt de verantwoordelijkheid van de opvoeder af en krijgt het kind meer vrijheid en eigen verantwoordelijkheid.

Zie verder:

Rechtspraak - Ouderlijk gezag

Laatst geactualiseerd op 10 december 2021