Kennisplatform
Nieuw: Let op! Wij-leren.nl lanceert nieuwe website

Vier maatregelen om meer onderwijzers voor de klas te krijgen

Ewald Vervaet
Ontwikkelingspsycholoog en docent bij Stichting Histos  

Vervaet, E. (2019). Vier maatregelen om meer onderwijzers voor de klas te krijgen.
Geraadpleegd op 19-09-2024,
van https://wij-leren.nl/vier-maatregelen-lerarentekort.php
Geplaatst op 15 oktober 2019
Vier maatregelen tegen lerarentekort

Minister Slob heeft van zijn voorgangers, en in het bijzonder van Sander Dekker, een kolossaal probleem geërfd dat lerarentekort heet. Omdat er veel 55-plussers in het basisonderwijs werken zal dit probleem de komende tijd alleen maar groter worden. Vier suggesties om het lerarentekort tegen te gaan.

1. Doe de paperassen de deur uit

In het basisonderwijs is een relatief hoog ziekteverzuim. Dat komt onder meer door de te hoge werkdruk vanwege de vele vragenlijsten, documenten en andere paperassen die dagelijks ingevuld moeten worden. Niemand in het onderwijs begrijpt waartoe die papierwinkel dient en volgens mij kan minister Slob het nut ervan niet uitleggen.

Doe die paperasserij de deur uit en het ziekteverzuim zal dalen.

2. Werk onder werkloze en net gepensioneerde leerkrachten

Onder werkloze en (net) gepensioneerde leerkrachten zijn er velen die weer (gedeeltelijk) aan de slag willen, toch zeker als basisschoolleerkrachten weer aantrekkelijker wordt vanwege het wegdoen van de paperasserij en het verhogen van het salaris. In het basisonderwijs werken veel deeltijders – ik schat meer dan 80% van de leerkrachten. Hun inzetbaarheid zal drastisch groter worden als de oneigenlijke werkdruk vanwege de paperassen verdwijnt en het salaris stijgt.

Veel deeltijders zullen dan verleid worden tot meer werkuren.

3. Wacht met lezen tot het kind leesrijp is

Er gaat nu heel veel tijd en energie verloren doordat het Nederlandse onderwijsbeleid, waar de Inspectie van het Onderwijs op toeziet, bevordert dat scholen en leerkrachten hun leerlingen leerstof te vroeg aanbieden. Te veel kinderen krijgen in groep 3 leesles, terwijl ze nog niet leesrijp zijn. Met leesles beginnen als het kind leesrijp is, heeft als hét grote voordeel dat een kind in 40 klokuren op zijn sloffen alle letters kan leren plus eenvoudige zinnetjes en verhaaltjes kan lezen, en dat met veel plezier.

Met schrijfles beginnen bijna alle kinderen te vroeg. Gemiddeld wordt een kind namelijk ongeveer een jaar later schrijfrijp dan leesrijp – actief doen is nu eenmaal altijd moeilijker dan ontvangend verwerken. De grootste moeilijkheid is ‘zonebesef’: ‘pot’ met naar onder uitstekende ‘p’ en naar boven uitstekende ‘t’. Voor het spellingsonderwijs geldt dat kinderen doorgaans twee-drie jaar te vroeg beginnen. Door niet te vroeg met aanbod te beginnen maar op tijd is kolossaal veel tijd te winnen: met minder tijd, meer leerrendement én meer leerplezier bij leerlingen en meer werkplezier bij leerkrachten.

Velen krijgen al in groep 3 of 4 ‘hond’/‘web’ en ‘haken’/‘hakken’, wat bij de meesten pas in groep 6 landt. En met ‘jij vindt’/‘ik landde’ begint men doorgaans al in groep 7 of 8, terwijl het gewoonlijk zelfs bij gymnasiasten pas in klas 2 beklijft.

Door niet te vroeg met aanbod van bepaalde lesstof te beginnen is heel veel tijd te winnen.

Met bovendien meer leerrendement én meer leerplezier bij leerlingen en meer werkplezier bij leerkrachten. Zo kan het aantal lesuren voor de leerlingen fors teruggebracht worden en kunnen leerkrachten bij een gelijkblijvend aantal werkuren meer kinderen lesgeven, toch zeker als onderbouw- en bovenbouwkinderen niet altijd samenvallende schooltijden hebben. Leerkrachten geven dan niet meer uren en jaren les, maar werken elk uur effectiever en efficiënter.

4. Verbeter de pabo-opleidingen

Tot slot zijn de pabo-opleidingen fors te verbeteren. De meeste pabo’s besteden geen tot weinig tijd aan de psychologische ontwikkeling van het kind. Daardoor herkennen stagiaires en pas afgestudeerden niet of te slecht of kinderen ergens aan toe zijn of niet. Dit geldt in het algemeen maar het geldt in het bijzonder voor zij-instromers die uit andere sectoren naar het onderwijs kunnen overstappen. Met name op het werken in de onderbouw worden de meeste pabo-studenten onvoldoende voorbereid. Dat geldt dus des te meer voor zij-instromers die immers een verkorte stoomcursus krijgen.

Met deze vier maatregelen is het lerarentekort op de korte en (als de pabo’s beter opleiden) op de lange termijn op te lossen.

Verlaag de werkdruk door de paparasserij op te heffen en verhoog de salarissen; werf onder werkloze en net gepensioneerde leerkrachten; verleid deeltijders tot meer werkuren; bied leerstof aan óp het ontwikkelingsniveau van elk kind in plaats van erbóven; verplicht de pabo’s tot opleiden vanuit de psychologische ontwikkeling van het kind.

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.