ADHD - symptomen - kenmerken - diagnose - behandeling
Arja Kerpel
Redactielid wij-leren.nl l Projectleider bij Wij-spelen.nl
Geraadpleegd op 06-12-2024,
van https://wij-leren.nl/adhd-uitleg.php
Waar staat ADHD voor?
ADHD staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder, ook wel aandachtstekortstoornis genoemd. ADD is dan de variant zonder Hyperactivity. Dit tekort aan aandacht wil niet zeggen dat een kind met ADHD te weinig aandacht krijgt, maar het betekent dat iemand met ADHD het moeilijk vindt zijn aandacht te richten. . Het is vanuit de psychiatrie geredeneerd een stoornis omdat er vanuit gegaan wordt dat er een tekort is aan neurotransmitters in de hersenen. De gangbare mening is dat AD(H)D niet overgaat en alleen met medicatie op te lossen is. En dat mensen met AD(H)D veel baat hebben bij structuur, rust en regelmaat. Er is echter ook een andere focus mogelijk die de laatste tijd steeds meer opgang doet: AD(H)D als gedrag en als een symptoom waar je zelf invloed op hebt. Inderdaad krijgen mensen de diagnose AD(H)D op basis van gedrag: er wordt nooit aangetoond of er werkelijk hersenafwijkingen zijn, of dat die er altijd geweest zijn en altijd zullen blijven.
Soorten ADHD
Het handboek DSM onderscheidt verschillende types ADHD. De drie soorten zijn:
- ADHD-I. Kinderen met deze vorm van ADHD hebben erg veel moeite om hun aandacht ergens bij te houden. Het zijn echte dromers.
- ADHD-H. Kinderen met deze vorm van ADHD zijn vooral hyperactief en impulsief.
- ADHD-C. Kinderen met deze vorm van ADHD hebben zowel last van aandachtstekort als van hyperactiviteit en impulsiviteit. Dit is het meest voorkomende type.
Symptomen aandachtstekort
Kinderen met aandachtstekort slagen er vaak niet in voldoende aandacht te geven aan hun taken. Ze houden daarom niet van taken die langdurige aandacht vereisen. Ze zijn snel afgeleid door prikkels van buitenaf. Ze maken achteloos fouten bij hun bezigheden. Deze kinderen lijken vaak niet te luisteren als ze direct aangesproken worden. Het komt regelmatig voor dat kinderen met aandachtstekort de aanwijzingen niet opvolgen en dat hun taken niet afkomen. Deze kinderen kunnen makkelijk dingen kwijt raken die nodig zijn voor hun bezigheden.
Symptomen hyperactiviteit
Bij hyperactiviteit is er vaak sprake van extreme beweeglijkheid, die moeilijk te onderdrukken is. Naast lichamelijke onrust kan hyperactiviteit zich ook uiten door innerlijke onrust en impulsiviteit. De beweeglijkheid ontstaat of verergert vooral in situaties met stress of veel prikkels. Kinderen die last hebben van hyperactiviteit bewegen vaak onrustig met handen of voeten. Ze draaien op hun stoel en staan regelmatig op in de klas. Soms rennen ze rond in situaties waarin dat niet hoort. Deze kinderen vinden het moeilijk om rustig te spelen. Ook kan het zijn dat ze veel praten, aan een stuk door.
Symptomen impulsiviteit
Kinderen die last hebben van impulsiviteit reageren gelijk op prikkels. Handelingen die in gang gezet zijn, moeten ze eerst afmaken. Onderscheid maken tussen belangrijke en minder belangrijke zaken vinden deze kinderen lastig. Als gevolg daarvan stellen ze verkeerde prioriteiten bij hun taken. Impulsieve kinderen gooien het antwoord er vaak al uit voordat de vraag helemaal gesteld is. Ze vinden het erg moeilijk om op hun beurt te wachten, ze kunnen de bezigheden van anderen vaak verstoren.
Positieve kenmerken ADHD
Kinderen met de diagnose ADHD hebben veel sterke kanten. Het is belangrijk om daar oog voor te hebben en uit te gaan van wat een kind wél kan in plaats van wat het moeilijk vindt.. Enkele sterke kanten die vaak voorkomen zijn:
- Kinderen met de diagnose ADHD zijn vaak heel enthousiast en spontaan.
- Ze denken onconventioneel en kijken op een verfrissende manier tegen vanzelfsprekende dingen aan. Ze hebben vaak veel fantasie.
- Ze zijn vaak erg creatief, vindingrijk en vernieuwend.
- Omdat kinderen met dediagnose ADHD zoveel prikkels te verwerken hebben, ontwikkelen ze soms een vermogen om informatie snel te combineren. Ze denken vaak probleemoplossend en met ruimtelijk inzicht.
- Ze kunnen zich in sommige gevallen heel sterk concentreren, hyperfocussen.
ADHD: feiten en cijfers
ADHD komt bij 7 tot 8 procent van de kinderen voor.
Een groter aantal kinderen heeft wel symptomen, maar die zijn niet ernstig genoeg voor de diagnose ADHD. Er zijn drie keer zoveel jongens dan meisjes met de diagnose ADHD. Het lijkt erop dat erfelijke elementen een rol spelen bij ADHD. Regelmatig komt het voor dat een van de ouders net als hun kind ADHD heeft. In veel gevallen is er nooit een diagnose gesteld bij de ouder. Het is ook vastgesteld dat ADHD geen invloed heeft op de intelligentie.
Andere stoornissen
De diagnose ADHD staat vaak niet op zichzelf maar gaat regelmatig samen met andere diagnoses. Vaak zijn dit stoornissen in het autistisch spectrum, zoals PDD-NOS. Recent onderzoek toonde aan dat er een overlap bestaat tussen autistisch-spectrumstoornissen en ADHD. Dat komt omdat het beperkingen zijn in dezelfde hersengebieden. Beide stoornissen komen significant vaak samen voor.
Pedagogische benadering van ADHD
Kinderen met ADHD vragen om een specifieke pedagogische benadering. Enkele tips:
- Zorg voor regelmaat en breng structuur aan in het dagritme. Dit kan door dagritmekaarten of een timetimer.
- Bereid deze leerlingen goed voor op veranderingen
- Leer hen het volgende aan: stop, denk, doe. Als jij dan als leerkracht je hand opsteekt, dan weten ze genoeg.
- Plan ontladingsmomenten om energie te laten wegvloeien.
- Benoem het gewenste gedrag. Dit geldt natuurlijk voor alle leerlingen, maar kinderen met ADHD hebben dit echt nodig.
- Biedt informatie aan in de context en zorg voor voldoende uitdaging.
- Geef hulp bij het plannen van taken en bij het starten met een taak.
Motiveren
Motiveren heeft bij kinderen met ADHD een positievere uitwerking op het volhouden van aandacht dan bij kinderen zonder ADHD. Motiveren kan onder andere door belonen en complimenteren.
De invloed van de omgeving op ADHD
In een omgeving vol lawaai, prikkels en stress nemen de symptomen van ADHD toe. Daar tegenover staat dat de symptomen in een rustige, gestructureerde omgeving afnemen. Het is bewezen dat voedingsadditieven de gevolgen van ADHD kunnen versterken. Een groot onderzoek van McCann (2007) heeft aangetoond dat kunstmatige kleurstoffen kunnen zorgen voor een toename van hyperactiviteit.
Veel symptomen van ADHD nemen af bij het ouder worden. Bepaalde factoren in het gezin of de omgeving van het kind, bepalen voor een belangrijk deel of het kind ook op latere leeftijd negatieve gevolgen ondervindt. Voorbeelden hiervan zijn: huwelijksproblemen, agressie, criminaliteit, een lage opleiding en een laag inkomen. Als ouders niet goed met de situatie kunnen omgaan, kan dit de negatieve gevolgen versterken.
Diagnose en behandeling ADHD
Meestal stelt een psychiater, psycholoog of orthopedagoog de diagnose ADHD vast. Zij moeten dan een basisaantekening psychodiagnostiek (BAPD) hebben. Maar in principe mag elke arts de diagnose stellen. Alleen een arts is bevoegd om eventueel medicatie voor te schrijven.
Medicijnen onderdrukken de symptomen van ADHD, maar ze zijn niet in staat om ADHD te verhelpen. Kinderen met ADHD krijgen soms visolie en omega3 toegediend, omdat dat bevorderend is voor de concentratie.
Er zijn drie gedragstherapievormen die bij ADHD ingezet worden: psycho-educatie, cognitieve therapie en gedragstherapie. Hierbij gaat het om het ontwikkelen van zelfinzicht, impulsbeheersing, het belonen van gewenst gedrag of het aanleren van een georganiseerde dagstructuur.
Vaak hebben kinderen met ADHD ook problemen met de fijne motoriek. Dan kunnen ze baat hebben bij fysiotherapie of een sensomotorische training.
Boeken over ADHD
Handboek gedrag op school - Complete set
Een uniek en onmisbaar naslagwerk voor leraren. In deze uitgebreide en zeer gedegen onderbouwde gedragsreeks gaat Horeweg in op alle mogelijke vormen en oorzaken van storend gedrag in de klas, en wat de leerkracht eraan kan doen om dit gedrag te voorkomen of te verhelpen.
ADHD in de klas
Praktische gids voor leraren
Hoe laat je 'drukke' leerlingen opletten in de les?
Wist je dat adhd vaak samengaat met andere stoornissen?
Hoe vermijd je negatieve interacties?