Executieve functies ontwikkelen in de klas - wat jij als leerkracht kunt doen
Machiel Karels
Directeur Wij-leren.nl | onderwijsadviseur bij Wij-leren.nl
Geraadpleegd op 06-12-2024,
van https://wij-leren.nl/executieve-functies-ontwikkelen-in-de-klas-anton-horeweg.php
Samenvatting
Het boek "Executieve functies ontwikkelen in de klas" van Anton Horeweg is een uitgebreide gids voor leraren om executieve functies bij leerlingen te herkennen, te ondersteunen en te ontwikkelen.
Executieve functies zijn essentiële cognitieve processen die nodig zijn voor zelfregulatie en succesvol leren, zoals inhibitie (impulscontrole), werkgeheugen en cognitieve flexibiliteit.
In dit artikel een samenvatting van de inhoud van het boek en onderaan staat een recensie.
Deel 1
1. Wat zijn executieve functies?
Kern-executieve functies
Executieve functies zijn cognitieve processen die zelfregulatie mogelijk maken, zoals inhibitie, werkgeheugen en cognitieve flexibiliteit.
Waarom zijn executieve functies belangrijk?
Deze functies zijn cruciaal voor succesvol leren en gedrag in de klas, omdat ze leerlingen helpen hun aandacht te richten, door te zetten bij moeilijke taken en hun emoties te reguleren.
Wanneer gebruik je executieve functies?
Executieve functies worden continu gebruikt bij dagelijkse activiteiten en tijdens het leren, bijvoorbeeld bij het plannen en organiseren van taken.
Executieve functies, spelen en gezelschapsspellen
Spellen en activiteiten kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van executieve functies door kinderen uit te dagen hun werkgeheugen, inhibitie en cognitieve flexibiliteit te gebruiken.
2. Executieve functie-ontwikkeling
Schema ontwikkeling executieve functies
De ontwikkeling van executieve functies begint bij de geboorte en verloopt in verschillende stadia, met groeispurten in de kleutertijd en adolescentie.
Executieve functies en gezonde gewoontes
Gezonde gewoontes, zoals voldoende slaap en lichaamsbeweging, ondersteunen de ontwikkeling van executieve functies.
Executieve functies en taal
Taalvaardigheden zijn nauw verbonden met executieve functies, omdat ze het werkgeheugen en de cognitieve flexibiliteit van kinderen stimuleren.
Executieve functies en intelligentie
Er is een wederkerige relatie tussen executieve functies en intelligentie; beide versterken elkaar.
Executieve functies en motivatie
Motivatie speelt een belangrijke rol bij het gebruik en de ontwikkeling van executieve functies, omdat gemotiveerde leerlingen beter in staat zijn hun aandacht vast te houden en door te zetten.
Executieve functies en zelfbeeld
Een positief zelfbeeld draagt bij aan sterkere executieve functies, doordat kinderen meer zelfvertrouwen hebben en beter om kunnen gaan met uitdagingen.
Executieve functies en (sociaal) gedrag
Executieve functies beïnvloeden sociaal gedrag, bijvoorbeeld door kinderen te helpen impulsen te beheersen en sociale situaties te navigeren.
Executieve functies en leren
Goede executieve functies zijn essentieel voor succesvol leren, omdat ze kinderen helpen hun aandacht te richten, informatie te onthouden en problemen op te lossen.
Executieve functies in beweging
Lichamelijke activiteit kan executieve functies verbeteren door het stimuleren van hersengebieden die betrokken zijn bij deze functies.
Executieve functies zijn complex
Executieve functies zijn complexe, onderling verbonden processen die niet los van elkaar gezien kunnen worden.
3. Training van executieve functies, mythes en wetenschap
Een executieve functie-vriendelijke klas
Een klasomgeving die structuur, duidelijkheid en emotionele steun biedt, helpt de ontwikkeling van executieve functies.
Ondersteuning door de leerkracht
Leerkrachten kunnen executieve functies ondersteunen door middel van modeling, scaffolding en het geven van feedback, evenals door het creëren van een veilige en georganiseerde leeromgeving.
KADER: Scaffolding bij zwakke executieve functies samengevat
Kinderen met zwakke executieve functies kunnen alleen goed presteren als de aanpassingen uit de omgeving komen en niet uit het kind. De verdere ontwikkeling heeft immers tijd nodig.
Bij zwakke executieve functies kun je de omgeving en de taak aanpassen. Bekijk hieronder wat je kunt doen:
- Plaats: De plek van het kind in de klas maakt uit. Overleg met het kind waar hij het werk het best kan maken. Dat hoeft niet dezelfde plek te zijn waar hij zit tijdens de instructie.
- Prikkels beperken: Zorg voor een opgeruimd lokaal. Onderschat de invloed van veel rommel niet. Als er veel ‘te zien’ is, wordt een brein dat prikkels lastig buitensluit voortdurend getriggerd. Zorg om die reden ook voor een opgeruimde tafel bij het kind en voorkom dat elke centimeter van de muur bedekt is met tekeningen, werkjes en educatieve of andere posters.
- Lokaal: Zorg ervoor dat het duidelijk is waar alle spullen liggen, gebruik eventueel etiketten. Als dit soort zaken duidelijk zijn, ontlast dat het werkgeheugen en ‘modelt’ organisatie. Zorg voor vrije looproutes als dat kan.
- Structuur: Zorg ervoor dat je zelf veel structuur aanbrengt in de dag en in je lessen. Zet de dagplanning zichtbaar op het bord, gebruik een TimeTimer om te laten zien hoeveel werktijd er nog is.
- Zichtbaarheid: Zorg ervoor (als dat kan) dat je goed zicht hebt op kinderen die snel van hun werk afdwalen. Het feit dat jij hen kunt zien, helpt bij het focussen op de taak.
- Welke klasgenoot: Zet het kind bij de goede klasgenoot. Twee impulsieve kinderen bij elkaar is vragen om problemen.
- Deel taken op: Bied een lange taak in delen aan. Laat het kind na elk deel bij je komen of ga zelf langs. Het loopje kan al helpen. Als dat niet genoeg is, geef dan even een minuut of twee ‘pauze’.
- Stappenplan: Geef stappenplannen als geheugensteun.
- Aantekeningen: Als kinderen aantekeningen moeten maken, controleer die dan samen of geef jouw aantekeningen. Ze moeten wel proberen om aantekeningen te maken, maar vaak ontbreken er zaken of is de volgorde niet goed.
- Controleer: Als het kind klaar is met de taak, controleer dan samen of alles gedaan is. Niet in de verwijtende sfeer: ‘Je bent helemaal niet klaar. Ik mis oefening 3’, maar op een constructieve en neutrale manier. Meestal vergeet het kind niet opzettelijk iets. ‘Ik zie dat oefening 3 nog niet gedaan is. De rest is prima gedaan. Maak oefening 3 nog even.’
Bron: Dawson & Guare, 2019, p. 66.
Deel 2
4. Inhibitie
Wat zie je in de klas bij een zwakke inhibitie?
Leerlingen met zwakke inhibitie kunnen impulsief gedrag vertonen, zoals het onderbreken van de leerkracht of het verlaten van hun stoel zonder toestemming.
Inhibitie: wat kun je doen in de klas?
Strategieën om inhibitie te verbeteren zijn onder andere het geven van duidelijke gedragsinstructies en het gebruik van non-verbale signalen om leerlingen te helpen hun impulsen te beheersen.
5. Werkgeheugen
Wat zie je in de klas bij een zwak werkgeheugen?
Leerlingen met een zwak werkgeheugen kunnen moeite hebben met het onthouden van instructies en het volgen van meerstapsopdrachten.
Werkgeheugen: wat kun je doen in de klas?
Methoden om het werkgeheugen te ondersteunen zijn onder andere het gebruik van visuele hulpmiddelen, herhalen van instructies en het opdelen van taken in kleinere stappen.
Werkgeheugen activeren tijdens het leren
Technieken zoals het gebruik van herhalingen en het koppelen van nieuwe informatie aan reeds bekende kennis kunnen het werkgeheugen activeren.
Op een rij
Overzicht van effectieve strategieën om het werkgeheugen in de klas te ondersteunen.
6. Cognitieve flexibiliteit
Wat zie je in de klas bij een zwakkere cognitieve flexibiliteit?
Leerlingen met zwakke cognitieve flexibiliteit kunnen moeite hebben met het wisselen tussen taken of het aanpassen aan veranderingen in de routine.
Cognitieve flexibiliteit: Wat kun je doen in de klas?
Interventies omvatten het voorbereiden van leerlingen op veranderingen, het bieden van alternatieve strategieën en het aanmoedigen van flexibel denken.
7. Aandacht (gericht, verdeeld, volgehouden)
Wat zie je in de klas bij aandachtsproblemen?
Leerlingen met aandachtsproblemen kunnen snel afgeleid zijn en moeite hebben om hun aandacht vast te houden bij taken.
Aandacht: wat kun je doen in de klas?
Strategieën om de aandacht te verbeteren zijn onder andere het gebruik van timers, het bieden van korte en duidelijke instructies en het geven van positieve feedback.
8. Emotieregulatie
Wat zie je in de klas bij een zwakke emotieregulatie?
Leerlingen met zwakke emotieregulatie kunnen snel gefrustreerd raken en moeite hebben om hun emoties op een gepaste manier te uiten.
Emotieregulatie: wat kun je doen in de klas?
Technieken om emotieregulatie te bevorderen zijn onder andere het gebruik van emotietaal, zelfspraak en het bieden van een veilige en ondersteunende omgeving.
Stress en emoties
Stress kan de emotieregulatie negatief beïnvloeden, en het is belangrijk om leerlingen te leren hoe ze met stress om kunnen gaan.
9. Planning en organisatie
Wat zie je in de klas bij zwakke planning/organisatie?
Leerlingen met zwakke plannings- en organisatievaardigheden kunnen moeite hebben met het voltooien van taken en het bijhouden van hun materialen.
Planning en organisatie: wat kun je doen in de klas?
Tools zoals stappenplannen, checklists en routines kunnen helpen bij het verbeteren van planning en organisatie.
10. Taakinitiatie
Wat zie je in de klas bij zwakke taakinitiatie?
Leerlingen met problemen met taakinitiatie kunnen moeite hebben met het beginnen aan taken en deze uitstellen.
Taakinitiatie: wat kun je doen in de klas?
Aanpakken van taakinitiatieproblemen door middel van vaste routines, herinneringen en duidelijke instructies.
11. Timemanagement
Wat zie je in de klas bij zwak timemanagement?
Leerlingen met slecht timemanagement kunnen moeite hebben met het inschatten van de tijd die nodig is voor taken en het voldoen aan deadlines.
Timemanagement: wat kun je doen in de klas?
Interventies zoals het gebruik van timers, het visueel weergeven van tijdsplanning en het aanleren van tijdsbeheertechnieken.
12. Doelgericht doorzettingsvermogen
Wat zie je in de klas bij zwak doorzettingsvermogen?
Leerlingen met zwak doorzettingsvermogen kunnen snel opgeven bij moeilijke taken en hebben moeite om doelen te bereiken.
Doelgericht doorzettingsvermogen: wat kun je doen?
Strategieën om doorzettingsvermogen te bevorderen zijn onder andere het stellen van korte termijn doelen, het bieden van beloningen en het aanmoedigen van doorzetten.
13. Metacognitie of gedragsevaluatie
Wat zie je in de klas bij een zwakke metacognitie?
Leerlingen met zwakke metacognitie kunnen moeite hebben met het reflecteren op hun eigen leerproces en gedrag.
Metacognitie: wat kun je doen in de klas?
Methoden om metacognitieve vaardigheden te verbeteren zijn onder andere het geven van feedback, het aanleren van reflectiestrategieën en het stimuleren van zelfmonitoring.
Deel 3
14. Executieve functies en extra leerbehoeften
Executieve functies en hoogbegaafdheid
Specifieke uitdagingen en interventies voor hoogbegaafde leerlingen, gericht op het ondersteunen van hun executieve functies.
Executieve functies en ADHD
Aanpak voor leerlingen met ADHD, met focus op het versterken van hun executieve functies.
Executieve functies en ASS
Ondersteuning voor leerlingen met autisme spectrum stoornis (ASS), inclusief strategieën voor het verbeteren van hun executieve functies.
Executieve functies en TOS
Interventies voor leerlingen met taalontwikkelingsstoornissen (TOS), gericht op het ontwikkelen van hun executieve functies.
Executieve functies en leerproblemen
Aanpak voor leerlingen met algemene leerproblemen, met nadruk op het ondersteunen van hun executieve functies.
15. Het langetermijngeheugen
De rol van het langetermijngeheugen bij executieve functies en leren, en hoe dit geheugen ondersteund kan worden.
16. Executieve functie-problemen gekoppeld aan de lesfasen
Hoe executieve functieproblemen zich manifesteren in verschillende fasen van de les, en hoe leerkrachten hierop kunnen inspelen.
Recensie
Het boek 'Executieve functies ontwikkelen in de klas' biedt gedetailleerde observatierichtlijnen en interventies voor de verschillende executieve functies. Het is daarmee een compleet boek dat ook goed als naslagwerk gebruikt kan worden.
Specifieke strategieën worden besproken voor leerlingen met extra leerbehoeften, zoals hoogbegaafdheid, ADHD, ASS (autisme spectrum stoornis), TOS (taalontwikkelingsstoornis) en algemene leerproblemen. Hier proef je de brede kennis van Anton Horeweg op het vlak van gedrag en gedragsproblemen.
Het boek biedt tal van praktische tips en voorbeelden voor het integreren van de ontwikkeling van executieve functies in de dagelijkse onderwijspraktijk. Routines, duidelijke verwachtingen en een positieve leerkracht-leerling relatie zijn cruciaal, volgens Anton Horeweg.
Het is prettig dat er tussen de tekst telkens kadertjes zijn met citaten of korte casussen, zodat je als lezer concreet wordt meegenomen in de praktijksituaties.
Samengevat is het een goed onderlegd en tevens praktisch boek, zoals we van Anton Horeweg gewend zijn. Aanbevolen!
Bestellen
Het boek Executieve functies ontwikkelen in de klas is te bestellen via: