Kennisplatform
Nieuw: Let op! Wij-leren.nl lanceert nieuwe website

Praktisch handelen: koppeling cognitieve functies en executieve functies -10-

Emiel van Doorn
Trainer, mediator, coach, ontwikkelaar mediërend leren en IVP-trainer bij Stichting StiBCO  

van Doorn, E. (2022). Praktisch handelen: koppeling cognitieve functies en executieve functies -10-.
Geraadpleegd op 06-12-2024,
van https://wij-leren.nl/relatie-cognitieve-executieve-functies-praktisch-handelen.php
Geplaatst op 28 maart 2023
Executieve en cognitieve functies praktisch handelen

Cognitieve en executieve functies. Wat zijn dat? En hoe staan deze in relatie met elkaar? Dit artikel is onderdeel van een serie waarin de cognitieve en executieve functies uitgelegd worden en waarin de relatie gelegd wordt tussen deze functies. Hier staat een overzicht van alle artikelen en bronnen.

Nu is de vraag hoe koppelen we de verschillende executieve functies aan het praktische handvat van de (omgekeerde piramide van de) cognitieve functies? Dan zou je snel kunnen zien welke cognitieve functies er nodig zijn om executieve functies te remediëren of aan te bieden. Of kun je er zelfs voor te kiezen om alleen de cognitieve functie aan te bieden, omdat daarmee de hulpvraag eigenlijk al beantwoord wordt. Hieronder staat een koppeling tussen de omgekeerde piramide van de cognitieve functies en een aantal executieve functies. De cognitieve functies gekoppeld aan de executieve functie zijn te herkennen aan de vette letters en de fellere achtergrond. Zoals te zien, is een groot aantal cognitieve functies nodig om een executieve functie te kunnen uitvoeren.


 

Aandacht richten en volhouden



Time management



Taakinitiatie, planning en overzicht



Kunnen de executieve functies, cognitieve functies en metacognitie zonder elkaar?

NEE, absoluut niet, executieve functies aanbieden zonder ook kennis van de cognitieve functies en inzicht in eigen leren (metacognitie) te hebben en het vervolgens inzetten ervan zal veel jongeren/leerlingen tekort doen, tijd en energie kosten en wellicht verdriet doen i.v.m. het niet correct uitvoeren van een taak. Dit geldt zeker ook voor de ondersteuners/leerkrachten die deze leerlingen/jongeren ondersteunen. Het is niet voor niets dat men binnen de neuropsychologie schrijft dat de executieve functies de hoogontwikkelde cognitieve functies zijn! 

Het verschil tussen cognitieve functies en metacognitieve vaardigheden is dat cognitieve functies nodig zijn om na te kunnen denken en dat metacognitieve vaardigheden nodig zijn om te bepalen welke cognitieve functies hierbij moeten worden aangesproken. Metacognitieve vaardigheden en in het bijzonder metacognitieve reflectie is noodzakelijk, het kind/de jongere zal moeten leren om zijn verkregen inzichten te overstijgen (transfer) om het op andere gebieden, op andere momenten, met andersoortige opdrachten te kunnen toepassen.

Nb.: 

Wat aandacht vraagt bij zowel de executieve functies en de cognitieve functies is hoe de informatie verwerkt wordt. Het kan niet zo zijn dat we alleen rekening gaan houden hoe de informatie binnen komt. Net zoveel aandacht vraagt hoe het kind/de jongere de informatie verwerkt en vervolgens weergeeft. Ook in deze fasen kan het correct en fout gaan. 

Aansluiten (Zone van de Naaste Ontwikkeling)

Nevenstaand schema geeft aan welke keuzes we kunnen maken in de praktijk.

  • Tussen de leerkracht en de leerling ligt de zone van de naaste ontwikkeling. De leerkracht en de leerling doen beiden aan metacognitie.
  • Het materiaal en de leerling moeten aansluiten op elkaar. Elk materiaal bevat cognitieve functies. De vraag hierbij is: Laten we het materiaal aansluiten bij de leerling of de leerling aansluiten bij het materiaal?
  • Er moet een match zijn tussen het materiaal en de leerkracht. Zijn we bereid onze lesstof en de jongere/het kind te analyseren o.b.v. de cognitieve functies en vervolgens te kijken of ze matchen? Als het niet matcht wat ga je dan als leerkracht/begeleider/opvoeder doen?

LET OP! Belangrijk

Je kan op basis van spelen die door anderen zijn geanalyseerd op de inzet van cognitieve en/of executieve functies denken dat ook jij deze functies met dit spel kan ontwikkelen! Nee, je zal zelf een analyse moeten maken m.b.t de cognitieve en/of executieve functies die jij uit het spel/materiaal kan halen. 

Hierbij is het noodzakelijk dat je kennis hebt over je eigen gedrag en over je eigen (deficiënte) cognitieve en executieve functies. Dit, omdat je in interactie model moet staan m.b.t. het gebruik van de geanalyseerde cognitieve en executieve functies.

Hulpmiddelen

Hieronder worden een aantal hulpmiddelen gegeven t.b.v. het analyseren o.b.v. de cognitieve functies en executieve functies.

Benoem je eigen sterkste en zwakste cognitieve functie            ©StiBCO
  sterkste sterk neutraal zwak zwakste
Waarnemen          
Nauwkeurig zijn          
Niet impulsief zijn          
Niet Blokkeren          
Ruimtelijke relaties leggen          
Gegevens verzamelen          
Etiketteren          
Vergelijken          
Relaties leggen          
Elimineren          
Selecteren          
Niet egocentrisch communiceren          
Tijdsoriëntatie          
Systematisch werken          
Classificeren          
Plannen          
Analyseren          
Veronderstellingen maken          
Logisch denken          
Breed denken          
Onveranderbaarheid inzien          
Verinnerlijken          

 

Benoem je eigen sterkste en zwakste executieve functie            ©StiBCO
  sterkste sterk neutraal zwak zwakste
Planning/prioritering          
Organisatie          
Timemanagement          
Werkgeheugen          
Metacognitie          
Reactie-inhibitie          
Emotieregulatie          
Volgehouden aandacht          
Taakinitiatie          
Flexibiliteit          
Doelgericht gedrag          

 

Welke executieve functies zitten erin?                                           ©StiBCO
Spel/materiaal/werkblad etc.:
Geef aan of het materiaal er een beroep op doet.
Planning/prioritering  
Organisatie  
Timemanagement  
Werkgeheugen  
Metacognitie  
Reactie-inhibitie  
Emotieregulatie  
Volgehouden aandacht  
Taakinitiatie  
Flexibiliteit  
Doelgericht gedrag  

 

Welke cognitieve functies zitten erin?                                           ©StiBCO
Spel/materiaal/werkblad etc.:
Geef aan of het materiaal er een beroep op doet.
Waarnemen  
Nauwkeurig zijn  
Niet impulsief zijn  
Niet blokkeren  
Ruimtelijke relaties leggen  
Gegevens verzamelen  
Etiketteren  
Vergelijken  
Relaties leggen  
Elimineren  
Selecteren  
Niet egocentrisch communiceren  
Tijdsoriëntatie  
Systematisch werken  
Classificeren  
Plannen  
Analyseren  
Veronderstellingen maken  
Logisch denken  
Breed denken  
Onveranderbaarheid inzien  
Verinnerlijken  

De nadruk lag op de opnamefase/verwerkingsfase/weergavefase?

Tot slot  

Tijdens de ontwikkeling van een mens zijn er verschillende factoren van toepassing.

De factoren zijn:

  1. Interne factoren: Ieder mens beschikt over bepaalde, in aanleg gegeven, mogelijkheden en beperkingen. Bij de geboorte zijn deze al bepaald.
  2. Externe factoren: Ieder mens groeit op in een bepaalde omgeving en onder bepaalde omstandigheden. Er zijn dus factoren van buitenaf die de ontwikkeling bepalen.
  3. Zelf bepalende factoren: De mogelijkheid om zelf richting te geven aan je eigen ontwikkeling.

Ieder mens uniek?

Ieder mens ontwikkelt zich op een unieke manier, niemand is hetzelfde. Dus in alles wat wij doen richting de ander, of we nu de cognitieve functies of executieve functies willen ontwikkelen, we leveren een bijdrage aan deze ontwikkeling. In onze cultuur is het meten zo belangrijk geworden dat we soms de externe factoren en de zelfbepaling vergeten. Zowel de opvoeders als het kind of jongere heeft het ‘recht’ zich op zijn eigen wijze te ontwikkelen, wij hebben de ‘plicht’ om het aan te bieden, maar laten we voorzichtig zijn met het meten van de resultaten!

DISCUSSIE

  • Zijn het werkgeheugen en timemanagement, een executieve functie en/of cognitieve functie?
  • Is metacognitie de overkoepelende vaardigheid van cognitieve en executieve functies?
  • Ga de discussie met jezelf en de theorie aan!

Geheugen en werkgeheugen 

Definitie geheugen

Het geheugen van de mens is een cognitief systeem, bestaande uit drie stadia, dat informatie codeert, opbergt en weer terughaalt.

Definitie werkgeheugen

  • Het vermogen om informatie korte tijd vast te houden én te kunnen gebruiken in een denkproces (cognitief proces).
  • Het werkgeheugen verwijst naar een systeem van het brein dat zorgt voor tijdelijke opslag en bewerking van informatie die nodig is voor complexe cognitieve taken als taal, begrip, leren en redeneren. 
  • Het werkgeheugen is het tweede stadium van het geheugen. 
  • Het werkgeheugen haalt relevante informatie uit het sensorisch geheugen en verbindt deze met items die al in het langetermijngeheugen zijn opgeslagen.
  • Het werkgeheugen is een soort opslag waar de cognitieve functies en/of de executieve functies in kunnen functioneren.
  • Het sensorisch geheugen slaat indrukken heel kort op (drie tot vijf seconden). 

Definitie timemanagement

  • Het op een zo efficiënt mogelijke manier omgaan met de beschikbare tijd, vooral in werksituaties; 
  • Is een systeem van principes, gewoonten, vaardigheden, instrumenten en technieken die samen ervoor zorgen dat je meer gedaan krijgt in de tijd die je hebt, met als doel de kwaliteit van werk en leven te verhogen.

Opmerkingen

  • Vele trainingen worden gegeven aan professionals m.b.t. timemanagement. Stephen Covey heeft in zijn kwadranten schema aangegeven wat timemanagement aan energie, emoties en cognitie inhoudt.
  • 10-15 minuten je focussen op 1 taak, zou dat timemanagement zijn?
  • Wat vraagt zo’n focusopdracht aan cognitieve functies?

Transfer en metacognitie 

  • De aandacht voor het ‘denken over denken’ of ‘leren over leren’ wordt metacognitie of metacognitieve reflectie genoemd.  
  • Men spreekt ook van metacognitie wanneer een persoon in staat is een gemaakte fout zelf te ‘corrigeren', omdat hij/zij zich ervan bewust is dat er iets niet klopt of om iets nog een keer te lezen, omdat er onduidelijkheden zijn.
  • Het gaat niet zozeer om datgene wat er geleerd wordt, maar of er transfer plaatsvindt (toepassen buiten de school en/of thuissituatie).
  • Voor transfer is reflectie nodig, wanneer mensen nadenken over hun eigen leerervaringen, is er sprake van metacognitie of metacognitieve reflectie. 
  • Metacognitie wil zeggen dat iemand die leert een vorm van bewustzijn en controle heeft over wat en hoe er op dat moment geleerd wordt.
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.