Talentontwikkeling: de waarde van executieve functies
Nadine van der Hart
Psycholoog NIP/ loopbaancoach en studiekeuze adviseur bij Fontys Hogescholen
Geraadpleegd op 07-12-2024,
van https://wij-leren.nl/talentontwikkeling-executieve-functies.php
“Dit artikel is samen geschreven met Yvonne Meijer – Annokkee. Zij is leerkracht in het primair onderwijs, coach en tevens beleidsmaker op het gebied van hoogbegaafdheid.”
Hoe komt het dat sommige kinderen steeds maar weer hun spullen kwijt zijn? Of hun kamer maar niet opgeruimd krijgen? Hoewel ze een opdracht krijgen die ze kunnen begrijpen, slagen ze er toch niet in om aan het werk te beginnen. Of ze beginnen wel, maar maken het niet af en worden steeds door andere dingen afgeleid. Deze problemen doen zich vaak zowel thuis als op school voor. Dat kan voorkomen bij alle kinderen, maar vooral ook bij kinderen met een hoog IQ.
De oorzaak hiervan zou kunnen zijn dat het deze kinderen aan bepaalde leervaardigheden ontbreekt. De zogenaamde executieve of uitvoerende vaardigheden. Al deze vaardigheden samen zijn als het ware de gereedschapskist waarmee je aan de slag gaat. Als het kind dit gereedschap niet of onvoldoende beheerst, kun je van het kind niet verlangen dat hij of zij dit effectief gebruikt.
Talentvol, maar het komt er nog niet uit.
Executieve functies
Peg Dawson en Richard Guare (Hogrefe, 2012) beschrijven een executieve functie als “een neuropsychologisch begrip dat verwijst naar de cognitieve processen die betrokken zijn bij het plannen en aansturen van activiteiten”. Joyce Cooper-Kahn en Margeret Foster hebben het in hun boek Executieve functies versterken op school (Hogrefe, 2014) over: “een aantal functies met een neurologische basis, die samenwerken bij het leiden en coördineren van onze inspanningen om een doel te bereiken”.
De executieve functies kunnen worden onderverdeeld in een aantal deelbegrippen:
- Plannen en organiseren: het vermogen om gedachten, taken, en spullen te organiseren;
- Werkgeheugen: het vermogen om zaken te onthouden die nodig zijn bij het uitvoeren van een complexe taak;
- Initiatief nemen/ taakinitiatie: het vermogen zonder dralen aan een taak te beginnen, op tijd en efficiënt;
- Taakmonitoring/ Meta cognitie: het vermogen om de eigen taak te monitoren en een stapje terug te kunnen doen en te evalueren hoe het gaat;
- Respons-inhibitie: het vermogen om gedrag op een gewenst moment te stoppen;
- Emotie-regulatie en flexibiliteit: het vermogen om emoties te reguleren en te schakelen van de ene naar de andere (onverwachte) situatie;
- Volgehouden aandacht: de vaardigheid om aandacht te blijven geven aan een taak;
- Doelgericht doorzettingsvermogen: het vermogen een doel te formuleren, te realiseren en daarbij niet afgeleid te worden door omstandigheden.
Ze bevinden zich voornamelijk in de prefrontale cortex, het hersengebied voorin het hoofd. Dit hersengebied ontwikkelt zich nog lang door, namelijk nog tot ongeveer het 25-ste levensjaar.
Dat betekent ook dat als een kind moeite heeft met een executieve functie, er nog voldoende tijd is om deze te oefenen en te trainen.
Hier ligt een belangrijke kans voor ouders en school om het kind te helpen.
Vanaf de geboorte worden er veel zenuwcellen geproduceerd in de hersenen. Dit gaat door tot ongeveer het derde levensjaar. Dan beginnen zenuwcellen die niet regelmatig gebruikt worden te verdwijnen. Zenuwcellen die wel gebruikt worden, worden juist sterker.
Dit laatste principe geldt ook voor executieve functies: hoe meer deze getraind en benut worden, hoe sterker een kind deze kan ontwikkelen tot waardevolle hulpbronnen.
Vooral bij kinderen met een hoog IQ is dit soms hard nodig, omdat zij vaak minder gelegenheid en noodzaak hebben (gehad) om deze executieve vaardigheden te ontwikkelen. Wanneer zij weinig complexe taken krijgen aangeboden, op school of thuis, wordt er minder een beroep gedaan op vaardigheden. Gewoonweg omdat ze deze vaardigheden in het leren eerder niet nodig hebben gehad. Sommige executieve functies zijn bij hen dan veel zwakker ontwikkeld dan op grond van hun leeftijd verwacht zou mogen worden.
Klik voor een vergroting. Deze poster is te koop bij Eduforce.
Wat kun je doen op school en thuis
Op school is het belangrijk om opdrachten op een passend niveau aan te bieden. Voor kinderen met een hoger IQ zijn dat opdrachten op een hoger denkniveau, waarbij het nodig is na te denken over de opdracht, een planning te maken en een passende oplossingsstrategie te kiezen. Veel basisscholen zetten hiervoor verrijkingswerkboeken in, zoals Rekentijger, of richten een plusklas in, waar leerlingen projecten op een hoger denkniveau krijgen aangeboden. Een van de doelen waar aan gewerkt wordt kan dan zijn het ontwikkelen van één of meerdere executieve functies.
Een belangrijk aspect hierbij is de begeleiding. Zonder gepaste begeleiding bestaat het gevaar dat een leerling hiermee alsnog de goed geplaveide paden bewandelt en de opdrachten maakt die het al snapt of kent. Het maken van nieuwe 'geitenpaadjes' wordt makkelijk vermeden. Er is dan een begeleider nodig die het vertrouwen kan geven de uitdaging aan te gaan.
Een succesfactor in de begeleiden van leerlingen is tevens gelegen in het zien van verschillen tussen leerlingen. Want waar liggen de voorkeuren van een individueel kind als het gaat om leren en ‘grip krijgen op de wereld’? Zo zal de ene leerling voorkeur hebben voor leren vanuit overzicht en structuur, terwijl de andere leerling vraagstukken liever benadert vanuit hoofdlijnen en verbanden zoeken. Het kan ook zijn dat een leerling bij voorkeur leert van het voorbeeld van anderen. Of in een omgeving waarin ruimte is voor creatief denken en kaders niet te straks omlijnd zijn. Bij deze voorkeuren aansluiten werkt motiverend en kan tevens bevorderend zijn bij de ontwikkeling van executieve functies die nog minder sterk ontwikkeld zijn.
Soms is individuele begeleiding nodig. Bijvoorbeeld coaching of remedial teaching. De leerling werkt dan, onder begeleiding van een leerkracht of specialist, aan zwakker ontwikkelde executieve functies die de leerling belemmeren in zijn leerontwikkeling. Daar wordt een plan voor gemaakt met (SMART) doel. Hiervoor zijn verschillende boeken met praktische tools verkrijgbaar.
Een leuke manier op de executieve functies te stimuleren is het spelen van (denk)spelletjes.
Veel denk- en gezelschapsspelletjes doen een beroep op de EF’s. Voor groepen zijn de Wijzer in Executieve Functies spelletjes van uitgeverij PICA heel geschikt. Een voorbeeld van het trainen van het werkgeheugen is het spelletje 'fotograaf'. De groep gaat klaar zitten voor de 'schoolfoto'. De 'fotograaf' kijkt naar de opstelling en maakt in gedachte een foto. Daarna gaat de fotograaf naar de gang. Een paar kinderen veranderen van houding. Dan mag de fotograaf terugkomen om te kijken wat er anders is aan de foto. Handige bijlagen bij dit spel zijn te vinden op de site van Zien in de klas.
Thuis is het spelen van spelletjes ook een leuke en ontspannende manier van oefenen met vaardigheden. Het maken van een weekplanning, moeten doen van huishoudelijke taakjes, plannen en maken van huiswerk, sport beoefenen en het leren bespelen van een muziekinstrument zijn ook allemaal middelen om een kind meer vaardigheden te laten opdoen.
Samenvattend kan gesteld worden dat naast intelligentie ook vaardigheden een grote rol spelen bij het succesvol ontwikkelen van talenten.
Bij (jonge) kinderen zijn deze vaardigheden nog volop in ontwikkeling. Elk kind heeft daarbij ook nog persoonlijke voorkeuren. Als een kind last heeft van een zwakker ontwikkelde executieve functie is het goed het kind hiermee te laten oefenen. Dat kan zowel thuis, door het spelen van spelletjes of het geven van huishoudelijke taakjes, als op school door een passend onderwijsaanbod met begeleiding.