Taalgericht zaakvakonderwijs (3): Lezen van teksten in zaakvakken
Paul Filipiak
Taalleesdeskundige bij Filipiak Educatie en Multimedia
Geraadpleegd op 09-11-2024,
van https://wij-leren.nl/begrijpend-lezen-leren-zaakvakken-motivatie.php
Gebruik de tijd die nu op je rooster staat voor begrijpend lezen en studerend lezen voor het lezen bij het zaakvakonderwijs. Ga dus handig om met je beschikbare roostertijd en kostbare leertijd. Gebruik de korte redundante zaakvakteksten voor geïntegreerd lees- en woordenschatonderwijs. In dit artikel twee voorbeeldteksten uit een zaakvakmethode.
Dit artikel maakt onderdeel uit van een serie van vijf artikelen over taalgericht zaakvakonderwijs. Onderaan dit artikel staan ook de andere delen van de serie vermeld.
Korte teksten
Leerteksten in zaakvakmethoden behoren kort en redundant te zijn. Oefen denkstrategieën bij het lezen eerst gedurende langere tijd met zulke korte teksten uit de zaakvakmethoden. Harvey en Goudvis (10) merken daarover het volgende op: 'We hebben gemerkt dat als leerlingen denkstrategieën oefenen met korte teksten, ze daarna veel beter voorbereid zijn om betekenis te construeren van langere teksten. 80% van het dagelijks lezen van volwassenen heeft betrekking op korte teksten. Hier twee leerteksten uit een zaakvakmethode.
Warmte verplaatst zich
Als je een pan water op het vuur zet, wordt het water warm. De warmte van het vuur gaat door de pan naar het water. De warmte verplaatst zich van warme naar koude plekken, dwars door vaste stoffen, vloeistoffen en gassen heen. Dit heet warmtegeleiding. Sommige stoffen geleiden warmte beter dan andere. IJzer geleidt warmte beter dan steen en steen geleidt warmte weer beter dan hout. Dat voel je als je in de zomer op een stenen bankje gaat zitten. Heet! Een houten bankje voelt minder warm aan. Met dingen die warmte niet goed geleiden, houd je warmte tegen. Dat heet isolatie. Een raam isoleer je met dubbel glas. Dat bestaat uit twee laagjes glas met lucht ertussen. Stilstaande lucht geleidt warmte slecht. Zo blijft de warmte in de winter binnen en in de zomer buiten.
Met ovenwanten kun je iets heets uit de oven pakken, want ze geleiden warmte slecht.
Pfff, warm!
Wrijf eens flink in je handen: ze worden warm. Wrijven kost energie. Waar je handen tegen elkaar wrijven, verandert je energie in warmte. Door de wrijvingswarmte kun je je flink branden aan een touw dat door je hand glipt. warm. Ook een slippende fietsband wordt warm. Draai eens snel met een puntige stok in een stuk hout.. Hout geleidt warmte slecht, daardoor blijft alle wrijvingswarmte bij de punt van de stok.
De punt en het hout worden zo heet dat droge stukjes mos, gras of papier gaan gloeien. Voorzichtig blazen, pfff: vuur!
Uit: Malmberg; Naut: Natuur en techniek, werkboek 5-6
Goede omgang met de leervragen uit het werkboek
Vermijd bij het zaakvaklezen zo veel mogelijk het zoekend lezen, waarbij je je leerlingen de vragen in het werkboek (zie hierna) pas na het lezen laat horen en lezen, waardoor ze steeds weer terug moeten keren naar de tekst om het goede antwoord te zoeken. Bij een voldoende grote woordenschat en een toereikende leessnelheid (AVI-E4 en hoger) kunnen je leerlingen denkend gaan lezen, zodat ze de leervragen die ze vóór het lezen al hebben besproken, tijdens en na het lezen beter kunnen beantwoorden. Lees de teksten voor ten behoeve van de mindere lezers die dan al wat meer van de inhoud begrijpen als ze gaan lezen.
Schaf zoekend lezen in je leesonderwijs zo veel als mogelijk af, want anders wordt het maken van werkbladen en van huiswerk te tijdrovend. Behandel daarentegen de werkboekvragen voor, tijdens en na het lezen om te leren, zodat de kans groter wordt dat je leerlingen je les afsluiten met de juiste antwoorden en niet met de frustratie dat ze het goede antwoord niet wisten of dat ze weer in de tekst moeten speuren naar een antwoord zonder na te hoeven denken. Bijvoorbeeld:
Warmtegeleiding
1 Omcirkel de goede woorden.
Warmte gaat van warmere / koudere plekken naar warmere / koudere plekken.
Iets zorgt voor isolatie als het warmte goed / slecht geleidt.
Proefje: Voel aan vier dingen die van verschillend materiaal zijn gemaakt. Bijvoorbeeld een doek, een glas, een houten plank, een stenen bak. Wat voelt het koudst aan? Schrijf op.
Het koudst voelde:.....................................
Het warmst voelde…………………….....
2 Hoort het bij warmtegeleiding (w) of bij isolatie (i)? Zet de goede letter in het goede vakje.
3 Waar of niet waar? Kruis aan: waar/ niet waar
Bij wrijving worden dingen koud
Bij wrijving krijg je nieuwe energie
Bij wrijving verandert energie in warmte
4 Welke manieren ken je om wrijvingswarmte te maken? Schrijf er drie op.
5 Proefje
a Was je handen met koud water en wrijf stevig in je handen. Hoe warm worden je handen nu?
b Hoe komt dat? Bedenk dat water warmte goed geleidt. Schrijf op.
Uit: Malmberg; Naut: Natuur en techniek, werkboek 5-6
Dergelijke leervragen kun je dus het beste voor, tijdens en na het lezen bespreken en niet alleen achteraf.
Contact met de echte wereld
Proefjes zijn belangrijk voor het werken aan voorkennis en het contact met de echte wereld.
Een belangrijk kenmerk van goed zaakvakonderwijs is de interactie met de echte wereld, waarin je leerlingen een voorwerp of een gebeurtenis observeren of er handelend mee bezig zijn. Op het gebied van de kennis van de natuur kunnen je leerlingen de leerling ergens mee bezig zijn, bijvoorbeeld door waar te nemen hoe vogels zich voeden, of door uilenballen te ontleden. Op het gebied van geschiedenis zou het kunnen gaan om weer opvoeren van een gebeurtenis of het herhalen van een toespraak uit een periode uit de geschiedenis. Natuurlijk kan er al veel op dit gebied worden bereikt met behulp van het beeldmateriaal van je zaakvakmethode, maar korte proefjes in het werkboek (zie hiervóór proefje 1) waarbij je leerlingen aantekeningen of een tekening maken voldoen ook goed en zijn minder tijdrovend dan uitstapjes. Wat doen je leerlingen naar aanleiding van proefjes?
- Observeren en verpersoonlijken van kennis
- Onderzoeken en voorkennis ophalen
- Begrijpen en inpassen in het geheel van kennis;
- Geleerde kennis met anderen delen
Motivatie en voorkennis
Bij die proefjes interacties zijn je leerlingen automatisch bezig met het uitermate belangrijke proces van motivatie en het opbouwen van voorkennis. Ze denken bij een proefje na over wat ze al weten, zonder dat ze ondervraagd worden of zonder ze daartoe expliciet worden aangezet. Wanneer bijvoorbeeld je leerlingen zelf een barometer maken, ordenen ze vanzelf wat informatie en voorkennis over luchtdruk. Op een later moment in het zaakvakthema, wanneer je je leerlingen vraagt om de leerteksten te lezen, zal hun voorkennis over luchtdruk uit het proefje worden opgeroepen.
Interactie met de echte wereld via een proefje beïnvloedt de motivatie om te lezen. De observatie van een echt voorwerp, bijvoorbeeld een vogelnest, of van een gebeurtenis, bijvoorbeeld het opnieuw ten gehore brengen van een toespraak van een historische figuur, leidt vaak tot gemotiveerd lees- en leergedrag. Als je leerlingen iets observeren bij een proefje uit de zaakvakles krijgen ze het gevoel dat kennis iets van henzelf wordt. Dit gevoel is een essentieel bestanddeel van innerlijke motivatie bij het denkend lezen en leren.
Serie Taalgericht zaakvakonderwijs
Lees ook de andere artikelen van deze serie voor een samenhangende visie op begrijpend lezen in de zaakvakken.
Deel 1 - Reflectie op Begrijpend lezen binnen zaakvakonderwijs
In dit artikel gaat de auteur in hoe begrijpend lezen als vaardigheid kan worden aangeboden binnen het zaakvakonderwijs, en dus niet als apart vak. Ook wordt ingegaan op de zin en onzin van toetsen van begrijpend lezen.
Deel 2 - Woordenschat en begrippen in de zaakvakken
Kennis van begrippen en een goede woordenschat is van groot belang voor goed zaakvakonderwijs.
Deel 3 - Lezen van teksten in de zaakvakken
Welke teksten kun je het beste gebruiken en hoe zet je deze in?
Deel 4 - Verdieping, de vier V's
De auteur geeft een toelichting op de vier V’s van voorkennis, voorspellen, verbeelden en vragen. Het zijn de belangrijkste strategieën van het begrijpend lezen bij de zaakvakken.
Deel 5 - Betrokken lezen en leren
In dit slotartikel wordt het belang benadrukt van het verbinden van het geleerde met de echte wereld. Dit vergroot niet alleen de kennis, maar ook de motivatie.
Geraadpleegde Literatuur
- Elsäcker, W. van. Damhuis, R. Droop, M. Segers, E. (2010) Zaakvakken en Taal: Twee vliegen in één klap!; Taalontwikkeling stimuleren bij het zaakvakonderwijs in groep 5-8 van de basisschool. Expertisecentrum Nederlands.
- Hirsch JR. E.D. (2006) The Knowledge Deficit; Closing the Shocking Education Gap for American Children. Houghton Mifflin Company.
- Tishauser, J. (april 2017) Is onderwijs meetbaar? JSW.
- Filipiak, P. Meelker, I. Linden, B. van der (2015) Geen woorden maar kinderen; OMJS.
- Filipiak, P (2012); (hardop)denkend leren lezen, Begrijpend lezen is denkend lezen; OMJS.
- Wilhelm, J.D. (2001) Improving Comprehension with Think - Aloud Strategies; Scholastic.
- Robb, L. (2003) Teaching Reading in Social Studies, Science, and Math; Scholastic.
- Guthrie, J.T.,Oznungur,S; Instructional (2002) Contexts for Reading Engagement; In: Comprehension Instruction; Reaearch-Based Best Practices; ed.Block,C: Preesley, M. Vertaald in 2008 door: P.Filipiak bij Onderwijs Maak Je Samen. https://www.onderwijsmaakjesamen.nl/dossiers/taal-lezen/leesonderwijs-cori-lezen-guthrie/
- Koene, Y. (mei 2017); CORI-lezen: thematisch begrijpend lezen; JSW.
- Harvey, S. en Goudvis, A. (2000 ) Strategies That Work; Teaching Comprehension to Enhance Undrstanding, Stenhaus.