Differentiatie
Arja Kerpel
Redactielid wij-leren.nl l Projectleider bij Wij-spelen.nl
Geraadpleegd op 17-09-2024,
van https://wij-leren.nl/differentiatie-uitleg.php
Leerlingen hebben verschillende niveaus en onderwijsbehoeften. Het onderwijs moet aangepast zijn aan de verschillen tussen leerlingen. Het klinkt raar, maar is toch waar: in het onderwijs hebben kinderen het recht om ongelijk behandeld te worden. Differentiatie is de wijze waarop een leerkracht met de verschillen tussen leerlingen omgaat en daarop zijn of haar onderwijs afstemt. Het doel is om tegemoet te komen aan de verschillende leerbehoeften van alle leerlingen om daarmee de leermogelijkheden van alle leerlingen in de klas te vergroten en de leerlingen een bepaald niveau te laten behalen.
Binnen differentiatie wordt onderscheid gemaakt tussen interne en externe differentiatie. Externe differentiatie is differentiatie in het groot. Dit verwijst naar het onderbrengen van leerlingen in verschillende scholen en groepen, bijvoorbeeld vmbo-scholen of gymnasia en het indelen van klassen op niveau. Interne differentiatie gaat over differentiatie binnen de klas. De twee belangrijkste manieren van interne differentiatie zijn convergente en divergente differentiatie.
Wat is convergente differentiatie?
Convergente differentiatie heeft hoge verwachtingen van zorgleerlingen. Zij worden niet bij voorbaat opgegeven of op een eigen leerlijn gezet. Het nadeel van een eigen leerlijn is dat de instructietijd voor de zorgleerlingen relatief kort is, terwijl convergente differentiatie de instructietijd voor deze leerlingen juist verlengt. Bij convergente differentiatie is de klas vaak in niveaus verdeeld; bijvoorbeeld in drie niveaus: een minimumniveau, een basisniveau en een hoger niveau.
Wat zijn voordelen van convergent differentiëren?
- Kinderen kunnen zo lang mogelijk meedoen met de klas, waardoor ze profiteren van de instructie en interactie in de groep.
- De groep blijft bij elkaar. Hierdoor benutten alle leerlingen de instructietijd optimaal.
- Het kan goed gecombineerd worden met preteaching.
Wat is divergente differentiatie?
Bij divergente differentiatie worden zowel laag- als hoogpresterende leerlingen gestimuleerd om voor zichzelf een zo hoog mogelijk niveau te behalen. Hierdoor nemen de verschillen tussen de kinderen toe, waardoor er nog meer differentiatie nodig is. Het leren in homogene niveaugroepen lijkt nadelinge gevolgen te hebben voor de zwakke leerlingen en voor de gemiddelde leerling leidt dit niet tot betere resultaten. Hoogbegaafde kinderen lijken er wel baat bij te hebben, omdat zij profiteren van de andere sterke leerlingen in hun niveaugroep. Ze kunnen in hun eigen tempo doorgaan. Maar een nadeel is dat zij op deze manier niet leren om rekening te houden met anderen.
Prikkelende poster - te downloaden of te bestellen bij Onderwijs Maak Je Samen.
Differentiatievormen
- Leerstof. Sommige leerlingen hoeven dan niet alle sommen te maken. De leerkracht selecteert weloverwogen in de hoeveelheid sommen.
- Extra (instructie)tijd. Leerlingen die moeite hebben om de minimumdoelen te behalen, krijgen meer (instructie)tijd.
- Groepsindeling. Hierbij wordt bij samenwerking van de leerlingen de keuze gemaakt tussen homogeen groeperen (leerlingen met hetzelfde niveau bij elkaar zetten) of heterogeen groeperen (leerlingen met verschillende niveaus bij elkaar plaatsen).
- Leermiddelen. Sommige leerlingen hebben andere of extra leermiddelen ter beschikking, zodat het leren ondersteund wordt.
- Tempo/tijd. De kinderen werken in eigen tempo een taak af. Een leerling mag dan wat langer doen over een opdracht dan de officiële tijd.
- Doelen. Sommige leerlingen mogen bepaalde leerstofonderdelen overslaan. Dit komt veel voor bij het minimumpakket.
- Extra zorg/begeleiding. Een kind krijgt extra hulp van de leerkracht, de RT’er of de leerkracht van de zorgklas. Bijvoorbeeld door middel van pre-teaching. Maar ook door (hoog)begaafde leerlingen extra begeleiding te geven.
- Keuze. Door voor een gevarieerd aanbod te zorgen, kunnen leerlingen hun eigen keuze maken in activiteiten. Hierdoor kunnen ze voor de uitdaging kiezen die bij hen past.
- Toetsing. Sommige leerlingen hoeven dan bij de toets alleen de eerste tien vragen te doen; de andere leerlingen maken de hele toets.
- Beoordeling. Bijvoorbeeld: een leerling krijgt bij 4 fout een 7, terwijl een andere leerling gewoon een 6 krijgt.
Differentiatie voor zorgleerlingen
Differentiatie voor meer- en hoogbegaafde leerlingen door compacten en verrijken
Voor (hoog)begaafde leerlingen zijn twee manieren van differentiatie belangrijk: compacten en verrijken. Allereerst is het belangrijk om te compacten. Zij hebben namelijk veel minder tijd nodig om de aangeboden stof te leren beheersen. Bij compacten schrapt de leerkracht in de (reguliere) leerstof en de herhalingsstof. Compacten is een manier om niet meer tijd te gebruiken, maar om de tijd die er is effectiever te gebruiken en hierbij verrijking aan te bieden.
Om een kind verrijking te bieden, moet de leerkracht dus aanbieden wat de leerling nog niet ontwikkeld heeft. Een goede lezer moet niet meer leesopdrachten krijgen. Zulke leerlingen hebben meer aan een opdracht om verder na te denken over wat het gelezen heeft. Daarbij gaat het om opdrachten, die boven het technische lezen uitstijgen. Een voorbeeld is: laat de leerling een vervolg schrijven op het verhaal. Of een kaart maken van de omgeving waarin het verhaal speelt. Het is van belang dat de vraagstelling in de opdracht passend is en dat de taak aansluit bij de interesse van de leerling.